Varkensboer die voor miljoenen is uitgekocht, wil op andere plek uitbreiden

Het varkensbedrijf van Sander en Niels de Rooij uit Heukelom werd september vorig jaar trots gepresenteerd als het eerste bedrijf in Brabant dat werd uitgekocht om stikstofuitstoot te verminderen. De gemeente Oisterwijk en de provincie betaalden de broers 2,5 miljoen euro, maar dan kregen ze wel een beroepsverbod. Nu blijkt dat ze in Oosteind bij Oosterhout een ander bedrijf willen uitbreiden. En waarschijnlijk mag dat nog ook. Jarenlang zaten de inwoners van Oisterwijk in de stank van varkenshouders Sander en Niels de Rooij. Een verlossing was het dan ook, toen het bedrijf eind vorig jaar eindelijk werd uitgekocht. 2,5 miljoen betaalden de provincie en de gemeente aan de broers. Sinds eind augustus zijn de dieren ook echt weg. Begin oktober kwam er bij de gemeente Oosterhout een verzoek binnen voor de uitbreiding van een ander bedrijf van De Rooij. Aan de Hoge Dijk 44 in Oosteind moet een tweede stal komen.BeroepsverbodAan de uitkoop in Heukelom is een beroepsverbod verbonden. Sander de Rooij was op papier de eigenaar van het bedrijf en dus geldt dat verbod alleen voor hem. Het bedrijf in Oosteind staat ook op zijn naam. Maar omdat dat bedrijf al bestond vóór de uitkoopregeling in Heukelom, geldt het beroepsverbod daar niet voor. De bestaande stal in Oosterhout is tamelijk omstreden. Daar heeft Sander de Rooij al sinds 2016 een natuurvergunning van de provincie voor het houden van 3320 varkens. Toen kon dat nog gewoon. In Oosterhout werd nauwlettend gekeken naar de komst van die dieren. Er waren grote zorgen over stankoverlast. De gemeente kon de aanvraag voor de stal niet weigeren omdat die aan alle regels voldeed. De Rooij gebruikte zijn vergunning niet helemaal. Hij vroeg een milieuvergunning aan voor één stal en zette daar 1620 varkens in. In de nieuw te bouwen stal wil hij nog eens 1700 varkens houden. Een verdubbeling van het aantal dieren dus, maar het mág volgens de vergunning.StikstofVolgens de provincie was de uitkoopregeling in Heukelom alleen gericht op het terugdringen van stikstof op kwetsbare natuur. In dit geval gaat het om de Kampina en de Oisterwijkse Vennen. De gemeente Oisterwijk betaalde 1,6 miljoen. De provincie droeg 900.000 euro bij. "Er is niet gesproken over andere ondernemingen van de familie", zegt een woordvoerder.Dat een ondernemer met 2,5 miljoen gemeenschapsgeld in zijn zak 'gewoon' kan uitbreiden in een andere gemeente schuurt, geeft de gemeente Oosterhout toe. "In Oosterhout willen we juist af van intensieve veehouderij. Uitbreiden is in de gemeente bijna niet mogelijk", laat een woordvoerder weten. "Dit is nog geen uitgemaakte zaak. De wethouder kijkt wat kan en moet." Latente ruimteDe provincie werkt aan een intrekkingsbeleid voor 'latente ruimte'. Dat is het verschil tussen het aantal dieren dat je op papier mag hebben en het aantal dat je feitelijk hebt. Tot 1990 verviel na drie jaar wettelijk het aantal dieren dat je mocht hebben, maar niet had. Tegenwoordig niet meer.Volgens de regels kan een gemeente nog wel die ongebruikte ruimte intrekken als de vergunning voor de bouw van de stal is afgegeven, maar er na drie jaar nog niks mee is gebeurd. "En dat is hier niet het geval", zegt de woordvoerder. "Hij vraagt nu pas de milieuvergunning aan voor de bouw van de tweede stal."Dus zolang dat intrekkingsbeleid van de provincie er nog niet is, kunnen veehouders alsnog meer dieren gaan houden. Precies wat de provincie niet wil. En daarmee heeft de gemeente Oosterhout een probleem. Want hoewel het gemeentebestuur geen nieuwe stal met extra dieren wil, mag het juridisch wel. "We moeten de aanvraag volgens de regels behandelen, dus dat zullen we ook doen."OOK DE MOEITE WAARD: Toen waren we nog blij dat deze boer was uitgekocht Stallen net op tijd leeg in Heukelom

WUR en Teagasc: overweeg CO2-quotum per melkveebedrijf

WUR en Teagasc: overweeg CO2-quotum per melkveebedrijf Redactie Jan Willem Veldman redacteur Food&Agribusiness Geef melkveebedrijven een hoeveelheid emissierechten voor broeikasgassen en verminder die vervolgens geleidelijk jaar na jaar. Dat is een van de denkrichtingen van onderzoekers verbonden aan Wageningen UR en het Ierse onderzoeksinstituut Teagasc in een rapport geschreven in opdracht van het Europees Parlement. Het gaat hier om een aanbeveling ter overweging in een onderzoeksrapport voor de ontwikkeling van de Europese zuivelsector na afschaffing van de melkquotering. Idee is om een markt te creëren voor emissierechten. In theorie zou het beprijzen van broeikasgasemissies melkveehouders ertoe aanzetten om de uitstoot op hun bedrijven te verminderen. Hierbij moet het nemen van maatregelen financieel aantrekkelijker zijn dan de aankoop van nieuwe emissierechten. Geen individuele prikkels Op dit moment heeft het meer of minder uitstoten van broeikasgassen door individuele melkveebedrijven geen gevolgen. Ook zijn er weinig of geen individuele prikkels voor melkveehouders om de uitstoot op hun bedrijven te verminderen. Zeker als het terugdringen van die emissies kosten met zich meebrengt door het nemen van technologische maatregelen of het verlagen van de melkproductie. Ook spreken de onderzoekers van een free rider-probleem. De vermindering van de uitstoot van een melkveebedrijf wordt verdeeld over de hele sector, in plaats van dat het ten goede komt aan het bedrijf dat de inspanning heeft geleverd. Bedrijfsmaatregelen Hoewel de voorgestelde aanpak op het eerste gezicht veel overeenkomsten toont met de eerdere melkquotering, zijn er volgens de onderzoekers wel belangrijke verschillen. Zo was de melkproductie door zuivelverwerkers relatief eenvoudig te registreren. Het meten van broeikasgassen op individuele melkveebedrijven is veel moeilijker. Om dit te doen zou een nauwkeurige en voortdurende schatting van de broeikasgasemissies geproduceerd door het melkveebedrijf moeten plaatsvinden. Dit is niet eenvoudig en kan kostbaar zijn om op schaal toe te passen. Een optie is om met vaste waarden te rekenen, bijvoorbeeld op basis van het aantal koeien op een bedrijf of de hoeveelheid gebruikte kunstmest. Een dergelijke aanpak kan echter oneerlijk uitpakken als geen rekening wordt gehouden met genomen bedrijfsmaatregelen om de uitstoot te beperken. Hoewel de EU als prioriteit heeft om de broeikasgasemissies uit de landbouw terug te dringen, lijkt een aantal zuivelverwerkers meer geïnteresseerd in het verkleinen van de CO2-voetafdruk van hun zuivelproducten, bijvoorbeeld door middel van een levenscyclusanalyse. Deze werkwijze kan volgens de onderzoekers zeker bijdragen aan het verminderen van de uitstoot, maar dan moet wel worden voorkomen dat de melkproductie toeneemt en op die manier het voordeel van een kleinere voetafdruk tenietdoet.

Gaat Adema aansturen op een abrupt einde van de derogatie?

Gaat Adema aansturen op een abrupt einde van de derogatie per 1 Jan 24? In de Derogatiebeschikking staat dat Nederland voor 1 Jan 24 de begrenzingen van de nutriënten verontreinigde gebieden definitief aan moet wijzen. Voor 2023 waren ze voorlopig aangewezen. Op 23 januari 23 stuurde Adema voor het laatst een Kamerbrief over dit onderwerp. In de Kamerbrief werd verwezen naar het spoed advies van het CDM van 16 Jan 23. In de screenshot de inleiding van dat advies. De Derogatiebeschikking gaat over de Nitraatrichtlijn. Het spoed advies wordt de KRW aangehaald en de onderbouwing rammelt. Een voorwaarde om binnen de NV gebieden te vallen is dat 19 % van de gevonden nutriënten landbouw gerelateerd moet wezen . CDM kan dat niet onderbouwen valt te lezen. Nu laat Adema de termijnen verstrijken. Voor een invoering met wettelijke bezwaar en beroep procedure was gisteren de deadline.....en ook op de agenda 's van de commissie vergaderingen landbouw en visserij de komende maand komt dit dossier niet aan de orde. Adema stuurt aan op een crash derogatie omdat als de begrenzing niet is vastgesteld op 1 Jan 24 de EU commissaris onmiddellijk de beschikking intrekt en we allemaal volgend jaar al aan de 170 norm zitten.

Prijs pachtgrond sterk verhoogd

Hallo allemaal, wat zijn voor jullie gebruike pachtprijzen? Een kerkrentmeester van de silas-groep wil €1110,- per ha. gaan rekenen. Het betreft erfpacht, maar er zat/zit een staffel in, maar die is nooit in werking getreden. De periode gaat per 5 jaar, dus om de 5 jaar "kan" er een verhoging doorgevoerd worden, maar het hoeft niet. De pacht moet 1 mei en 1 november (vervaldatums) normaliter achteraf betaald zijn. In 2021 zou er een nieuwe pachtverhoging ingevoerd (kunnen) worden, maar dat is niet gebeurd des tijds. We hadden altijd een mondelinge afspraak dat de staffel niet in werking zou treden. De verhoging is ook nooit gefactureerd of aangekondigd. Nu zijn we 2023, nu is de helft van de pachtafrekening (oude prijs) al betaald, nu begint die rentmeester van de Silas-groep te zeuren en hij zegt jullie hebben veel te weinig huur betaald, "ik zie ernstige tekortkomingen in de administratie". Diezelfde rentmeester heeft van het voorjaar een factuur gestuurd met het oude bedrag (dus geen verhoging). Hij heeft begin dit jaar de facturatie overgenomen van de kerk. Op 1 november hadden wij nog geen factuur, op 6 november kondigt hij aan dat hij de pachtprijs zou verdubbelen. Hij zei dat hij overleg heeft gehad met het college van kerkrentmeesters van de kerk. Ik heb hem naar de contactpersoon gevraagd en daaruit bleek dat diezelfde contactpersoon geen mandaat had en geen lid was van het college. Ik had diezelfde dag gebeld met iemand van het college en die zei helemaal niet op de hoogte te zijn gesteld door diezelfde contactpersoon. En zei zelfs van helemaal niets te weten. De rentmeester van de Silas-groep zei niks van die mondelinge overeenkomst af te weten en zei die persoon van het college van rentmeesters niet te kennen. Hij heeft de factuur nog steeds niet verstuurd. Heeft iemand onder jullie wel vaker zoiets meegemaakt en wat zijn de juiste stappen om te ondernemen in dit soort zaken? Alvast bedankt.

Einde Vertrekregeling leden-melkveehouders van FrieslandCampina

Was achteraf voor veel melkveehouders een mooie gouden handdruk: De Vertrekregeling die door de Europese Commissie als voorwaarde is gesteld voor de fusie is per 9 november 2023 beëindigd. De Vertrekregeling was bedoeld als stimulans voor leden-melkveehouders van FrieslandCampina om over te stappen naar een andere koper van boerderijmelk in Nederland. De beschikbare hoeveelheid melk voor de vertrekregeling bedroeg 1,2 miljard kg en is thans geheel verbruikt. Einde Regeling Beschikbaarstelling Melk De Regeling Beschikbaarstelling Melk betreft de andere voorwaarde die aan de fusie was verbonden. De regeling voorzag in de levering door FrieslandCampina van boerderijmelk aan de twee in het kader van de fusie verkochte bedrijven (Nijkerk en Bleskensgraaf) en aan derden die melk verwerken tot consumptiemelk(producten) of Nederlandse natuurkaas. Voor deze regeling was sinds 1 maart 2019 alleen nog melk beschikbaar voor levering aan de twee verkochte bedrijven. Als gevolg van het bereiken van de 1,2 kg miljard melk is ook de Regeling Beschikbaarstelling Melk per 9 november 2023 tot een einde gekomen. Einde fusiemaatregelen Met het einde van de Vertrekregeling en de Regeling Beschikbaarstelling Melk zijn de fusievoorwaarden van de Europese Commissie uit 2008 aangaande de fusie tussen Friesland Foods en Campina beëindigd. Voor de Vertrekregeling geldt alleen dat de verplichting tot terugbetaling van (een deel van) de vertrekpremie blijft bestaan indien gedurende drie jaar na vertrek niet aan de gestelde voorwaarden wordt voldaan.

Extra koe kost € 1 per dag

KOSTEN EXTRA KOE Wat zijn de kosten voor die ene koe die u niet van uw eigen gras kunt voeren en waarvan u de mest niet kwijt kunt? En welke redenen zijn er om die koe toch niet te verkopen? Die vraag onderzochten de leden van onze economische studiegroep uit Alblasserwaard met Sjon de Leeuw. MINDER MEST KWIJT OP EIGEN LAND Door de afbouw van de derogatie en de invoer van de bufferstroken kunt u minder dierlijke mest kwijt op het land, maar de koeien maken er niet minder door! Veel melkveehouders moeten dus sinds dit jaar mest afvoeren. Dit jaar was afvoeren volgens de leden van de studiegroep nog geen probleem, maar volgend jaar komen er natuurlijk nog boeren de markt op met mest. Tabel kosten extra koeKOE VERKOPEN OF NIET? Om een goede afweging te maken om die ene koe wel of niet in de stal te houden waarvan de mest volledig moet worden afgevoerd en die niet van eigen land te voeren is, hebben ze in de studiegroep een berekening gemaakt. Is het nog rendabel om deze koe te houden? De leden rekenden met een melkprijs van 42,5 cent per kg melk en € 22,50 per kuub mest afvoerkosten. In de berekening werden gemiddelde opbrengst en veekosten zoals gezondheidszorg meegenomen (zie ook de tabel, klik voor een vergroting). Met deze melkprijs en mestafzetkosten kwamen ze tot de conclusie dat deze koe € 366 per jaar kost, een euro per dag dus. De melkveehouders schrokken niet van deze kosten. “We weten van de kosten, maar als de melkprijs omhoog gaat kun je toch weer aan deze koe verdienen”, zeggen ze. Daarnaast willen veel veehouders hun dieren houden vanwege de stikstofrechten. MEST AFVOEREN IN KOMENDE JAREN De afvoerkosten van mest gaan de komende jaren waarschijnlijk stijgen, omdat er meer steeds meer boeren op de markt komen. Deze berekening kan er over een jaar anders uitzien. Bent u ook benieuwd hoeveel de extra koe bij u kost? Maak onderstaande rekensom dan eens voor uw eigen bedrijf. Bij vragen kunt u contact opnemen met Sjon de Leeuw.

Verbod op glyfosaat voor vanggewas, groenbemester en grasland in 2025

https://www.boerderij.nl/verbod-op-glyfosaat-voor-vanggewas-groenbemester-en-grasland-in-2025  Glyfosaat als laatste optie Het verbod gaat in 2025 in en niet, zoals D66 wil, al per 2024. De minister zegt dat dat niet mogelijk is, omdat er termijnen gelden voor de invoering van zulke regels. In de praktijk betekent het aangekondigde verbod dat glyfosaat pas als laatste middel kan worden ingezet. Dit betekent bij graslandvernieuwing dat geen hele percelen meer kunnen en mogen worden bespoten met glyfosaat. De minister gaat de toepassing van alternatieven voor glyfosaat verplichten bij het resetten van grasland, groenbemesters en vanggewassen. De minister stelde dit jaar € 5 miljoen beschikbaar voor de ontwikkeling van alternatieven voor de toepassing van glyfosaat, waaronder mechanische bestrijding van onkruid. Daarnaast zet de minister in op onderzoek door Wageningen UR. Doel is nog voor de zomer van 2024 met een analyse te komen van teelten, waarvoor gebruik van glyfosaat nodig is. Het gaat bij dit onderzoek om teelten voor voedselproductie waarvoor geen alternatieven zijn   

Braboboer


Topics
0
Reacties
19
Volgers

Over mij

Leeftijd: onbekend
Laatst online: 2u geleden

Melkveehouder in het zuiden

Bedrijven

Ervaring

Ik heb ervaring met de volgende machines:

Merk / type Waardering