De reuzenwolf is terug, maar zijn habitat is weg. Zijn lot: leven in een omheind park
De reuzenwolf is terug, maar zijn habitat is weg. Zijn lot: leven in een omheind park
Delen
Aan het eind van de laatste ijstijd, vanaf twaalfduizend jaar geleden, stierven veel diersoorten uit. De wolharige mammoet en dito neushoorn, de sabeltandtijger, het Ierse reuzenhert, de grottenleeuw en de Amerikaanse mastodont zijn voorbeelden. Ze zijn er niet meer.
Of dat nou de schuld is van de opwarming en vernatting die toen optrad of van de oprukkende mensheid is onder wetenschappers een punt van discussie, maar het zorgt in sommige kringen voor een latent schuldgevoel.
In Noord-Amerika leefde een grote wolvensoort, Canis dirus, die ook is uitgestorven. Een Amerikaans biotechbedrijf dat opereert onder de niet van bescheidenheid gespeende naam Colossal Biosciences wil deze reuzenwolven opnieuw tot leven wekken. Met behulp van genetische manipulatie aan chromosomen van de nog levende gewone wolf Canis lupus zijn drie jonge reuzenwolfjes geproduceerd die begin april aan het publiek werden gepresenteerd.
Stukjes reuzenwolven-DNA
Echte reuzenwolven zijn het niet, of nog niet. De genetische samenstelling van veel uitgestorven ijstijddieren is langzamerhand wel bekend, zoals de mammoet en zelfs de Neanderthaler. Koude bewaaromstandigheden, dikwijls in permafrost, hebben ervoor gezorgd dat veel DNA redelijk ongeschonden bewaard is gebleven.
Door middel van de CRISPR-techniek, waarbij stukjes reuzenwolven-DNA in de chromosomen van nog levende wolven worden geplakt, heeft men cellen geproduceerd die zoveel mogelijk overeenkomen met die van een reuzenwolf. Er was daartoe fossiel DNA beschikbaar uit een 13.000 jaar oude tand en een 72.000 jaar oude schedel.
Zichtbaar verschil
Men zocht specifiek op de genen van kenmerkende reuzenwolfeigenschappen, zoals een witte vacht en een fors postuur. In totaal zijn twintig bewerkingen uitgevoerd in veertien genen, waarna de beste cellijnen werden gekloond en overgeplaatst in donoreicellen van de gewone wolf. Die eicellen zijn ingebracht in forse honden die als draagmoeder fungeerden.
Er zijn nu drie welpjes, deels wolf en deels ‘ongeveer reuzenwolf’. Op 1 oktober 2024 zagen twee mannetjes het levenslicht waarna op 30 januari nog een vrouwelijke pup werd geboren. We zijn nu een tijdje verder en ze groeien goed. Weliswaar zijn ze voor 99,9 procent gewone wolf en 0,1 procent reuzenwolf, maar het verschil wordt zichtbaar. De reutjes waren al 20 procent groter dan pups van de gewone wolf, en het teefje 15 procent.
Colossal Biosciences werkt ook aan de zogeheten de-extinctie, de wederopstanding, van de mammoet en de dodo. Men verwacht in 2028 het eerste mammoetkalfje te presenteren.
Nut en noodzaak
Er is veel discussie over de ethiek van dit soort onderzoek. Wat is het nut daarvan, behalve ‘omdat het kan’? De meeste ijstijddieren stierven uit nadat hun habitat verdween en die komt niet meer terug. Daarmee wordt huisvesting in een omheind (pret)park de enige optie.
Van wie leren de jongen het natuurlijke gedrag? Wat is de genetische invloed op populaties nog levende verwanten? En bovendien zijn veel van de uitgestorven soorten kuddedieren; één of twee wolharige mammoetjes zullen vermoedelijk zeer ongelukkige dieren zijn.
Er gaat enorm veel geld in dergelijke wetenschappelijke strapatsen zitten, geld dat beter kan worden besteed aan het voorkomen dat soorten uitsterven die er nog wél zijn, zoals de Sumatraanse en Javaanse neushoorns. En de grutto niet te vergeten.