Scherpere gebruiksnormen zijn het meest effectief om milieudoelen te halen??

TCB acht scherpere gebruiksnormen het meest effectief om milieudoelen te halen

De Technische commissie bodembescherming (TC heeft op verzoek van minister Verburg van LNV advies uitgebracht over het aanwenden van mest. De minister vroeg advies over maatregelen die aanvullend op een mogelijke aanscherping van gebruiksnormen voor stikstof en fosfaat genomen zouden kunnen worden om bij te dragen aan de gewenste kwaliteit van grond- en oppervlaktewater. Deze maatregelen zouden dan binnen de looptijd van het vierde actieprogramma Nitraatrichtlijn geïimplementeerd moeten worden. De commisie adviseert lagere gebruiksnormen voor stikstof en fosfaat en een hogere werkingscoëfficient.

De TCB plaatst maatregelen waarvoor gebruiksvoorschriften kunnen worden geformuleerd laag in de hiërarchie van maatregelen waarmee de kwaliteit van grond- en oppervlaktewater kan worden verbeterd. De hiërarchie ordent de maatregelen op hun effectiviteit. Onvoldoende effectiviteit van maatregelen hoger in de hiërarchie kan niet worden gecompenseerd door meer in te zetten op maatregelen lager in de hiërarchie. Randvoorwaarde voor het welslagen van de overige maatregelen in de hiërarchie is het in evenwicht brengen van de vraag naar en het aanbod van mest.

Lagere gebruiksnormen
Zeer effectieve maatregelen zijn het verlagen van de gebruiksnormen voor stikstof en fosfaat en het verhogen van de werkingscoëfficiënt van organische meststoffen. De TCB adviseert om te komen tot scherpe gebruiksnormen en hoge werkingscoëfficiënten. Dat stimuleertn boeren om te komen tot goed nutriëntenmanagement, wat aanvullend effectief is. Gebruiksvoorschriften die betrekking hebben op de bedrijfsvoering van boeren kunnen dan het karakter van adviezen krijgen. Dit vermindert de regeldruk. De TCB adviseert een geleidelijke overgang naar scherpere gebruiksnormen en hogere werkingscoëfficiënten, gekoppeld aan een adequate uitrijperiode voor mest. Hierdoor ontstaat handelingsruimte voor nutriëntenmanagement in de agrarische bedrijfsvoering.

Kortere uitrijperiode
Goed nutriëntenmanagement betekent dat meststoffen op het juiste moment en in de juiste hoeveelheden worden toegediend, afhankelijk van onder meer het gewas, het groeistadium, de grondsoort, het te verwachten weer en de lokale hydrologie. Overige verliesbeperkende maatregelen, die niet direct samenhangen met de agrarische bedrijfsvoering, kunnen ook bijdragen aan het verminderen van de belasting van grond- en oppervlaktewater. De TCB pleit – bij de huidige onbalans in vraag en aanbod van mest – voor een substantiële aanscherping van de uitrijperiode voor dierlijke mest in het voor- en najaar. Het verkorten van de uitrijperiode met meerdere weken in voor- en najaar verkleint het risico van uitspoeling. Het vaststellen van een aangescherpte uitrijperiode is momenteel niet wetenschappelijk te onderbouwen en vergt daarom een beleidsmatige keuze.

Kritisch kijken naar vanggewassen
Vanggewassen beperken stikstofverliezen in het najaar. De meeste grote productiegewassen staan echter zo lang op het land, dat vanggewassen niet goed tot ontwikkeling kunnen komen. De TCB adviseert om gewassen te laten identificeren die zich nog voldoende kunnen ontwikkelen bij late inzaai. Voor deze vanggewassen kunnen vervolgens gebruiksvoorschriften worden geformuleerd. Bij evenwicht tussen vraag en aanbod van mest en met scherpe gebruiksnormen en hoge werkingscoëfficiënten kunnen ook de gebruiksvoorschriften voor vanggewassen worden vervangen door adviezen.

Jaarond uitrijden dikke mestfractie ongewenst
De TCB is geen voorstander van het jaarrond uitrijden van de dikke fractie van verwerkte dierlijk mest, omdat elke mestgift buiten het groeiseizoen het risico van uit- en afspoeling doet toenemen. Aan organische stofbeheer of verkleining van het mineralenoverschot kunnen argumenten worden ontleend om toch het aanwenden van organische meststoffen buiten het groeiseizoen toe te staan, onder restricties van een laag gehalte aan minerale stikstof en een lage mineralisatiesnelheid.

Het volledige TCB-advies over het aanwenden van mest is hier te vinden:[www.tcbodem.nl]

bron: TCB, 16/08/08

Deel dit topic

Reacties

Onbekend
laatst naar mais demo van auv en hendrix utd geweest, daar vertelde men mij,dat je terdege moest kijken of je de koeien nog in de wei wilt hebben,de mestnorm van 2009 is zo laag dat het gras in destress raakt, niet smakelijk meer , dit heeft eennegatieve gevolg voor de gezondheid van de koe, je krijgt ook maar een opbrengst van 8,2 ton ds per ha. terwijl mais altijd nog 12,8 ton ds geeft , je zult dan wel meer mest moeten afvoeren.
Hoezo de koe in de wei !!!!jammer maar het gras moet nog wel z,n mineralen hebbenom smakelijk te zijn ,je ziet dit jaar al dat ze veel gras laten staan.
Grasbaal
De bemestingsnormen tasten de bodemvruchtbaarheid aan. Veel gewassen lijden aan een tekort aan stikstof.
Als het gebruik van mineralen verder aan banden wordt gelegd, bemoeilijkt dit een goede landbouwprakijk. Dat zegt voorzitter Jaap Haanstra van LTO-Akkerbouw. ”Wij krijgen meldingen uit het hele land dat gewassen een tekort hebben aan stikstof. Veel gewassen halen het einde van het groeiseizoen niet. ”


De scherpe normen verslechteren de bodemvruchtbaarheid, stelt Haanstra. ”Wij maken ons daar zorgen over. De normen geven onvoldoende ruimte om dierlijke mest te gebruiken. Het organische stofgehalte daalt op veel percelen. Compost is niet altijd beschikbaar. Het draagvlak voor het mineralenbeleid kalft zo af onder akkerbouwers.”

Volgens onderzoeker Peter Dekker van het instituut PPO kan zo’n 80 procent van de telers uit de voeten met de huidige stikstofnormen. ”De normen zijn gebaseerd op de bemestingsadviezen. 10 tot 20 procent van de telers moet eigenlijk bijbemesten vanwege weers- of veldomstandigheden, maar kan dat niet door de normen. Wat betreft organische stofgehalte kunnen akkerbouwers wellicht meer doen aan groenbemesters of overstappen op runderdrijfmest.”

De Tweede Kamer praat donderdag over een vervolg op het Derde Actieprogramma Nitraat, dat tot eind 2009 loopt. Daarin staat hoe Nederland moet voldoen aan de Europese Nitraatrichtlijn.

Bron: [www.agd.nl]
Coen
wim, in Flevoland wordt al jaren roofbouw gepleegd op de waardevolle grond; in de meest ruime zin des woords.

als we niet oppassen gaat dat ook op het oude land gebeuren met de huidige kennis van de grond in combinatie met de toekomstige bemestingsnormen

ben blij dat wij in de 60-er en 70-er jaren op school nog hebben geleerd te kijken wat er IN de grond gebeurt
Wimsumar
Beste discussieleden: Toegegeven moet worden dat in de akkerbouw welhaast een bemestingsniveau word toegepast welke grenst aan evenwichtsbemesting, d.w.z. zoveel bemesten als voor een goede gewasgroei nodig is. Als gesteld word dat bij de huidige bemestingsnormen de bodemvruchtbaarheid achteruit gaat met gewasschade (lagere opbrengst) als gevolg is dat eenvoudig te bewijzen met grond- en/of gewasonderzoek. Dit is GOEDE LANDBOUWPRAKTIJK. Volgens mij is er wat meer aan de hand, en dat valt niet onder goede landbouwpraktijk. Ik ben opgegroeit op een gemengd bedrijf in de N.O.P. Flevoland (Espel) en herinner me dat ook toen al met redelijk scherpe bemestingsniveauvrijwel altijd hoge opbrengsten van hoge kwaliteiten werden geoogst. Oogsten welke vrijwel altijd met nu opvallend eenvoudige middelen binnen werden gehaald, hetgeen toen ook vrijwel altijd mogelijk was. De crux zit hem in het feit dat alleen geoogst werd als het ook echt kon,met 35 pk trekker voor de aardappelrooier en dito voor een 7-ton kieper (maar we schroomden er niet voor met 45 pk voor een 10 tonner kieper van het loonbedrijf groentegewassen naar de verwerker te brengen). De bietenoogst vrijwel hetzelfde verhaal, met oogsttijdstippen tot ver in december .Voor de van het loonbedrijf geleende vacuümtank van 10 m3 zou men naar hedendaagse inzichten 100 pk meer noodzakelijk achten. In de 25 jaar dat ik nu vanuit Frieslandde N.O.P. inrijd valt op dat er altijd onder alle omstandigheden bedrijvigheid is op en in het land, mogelijk gemaakt door enorme trekkers en werktuigen. Wat ook zeer opvallend is, is dat het regelmatig is te zien dat 's winters zelfs op geploegd land waterplassen staan, iets wat in mijn jeugd onmogelijk was, en anders werd met de schep wel een gootje naar de sloot gemaakt. Mijn conclusie over de hedendaags voornoemde klachten uit de akkerbouw is dat men tegenwoordig veelte veel van de grond vergt----> Mede een gevolg van de schaalvergroting: Men moet eigenlijk altijd te vroeg met het eerste beginnen om niet te laat bij het laatste te zijn .Geen goede landbouwpraktijk dus en wellicht niets aan de hand met de bemestingsnormen.


1 keer gewijzigd. Laatste wijziging: 27/09/2008 21:15 door Wimsumar.
Wimsumar
Beste Hans M.: Iedereen heeft tijdens de rijopleiding wel een keer een forse rem ingreep gehad omdat de snelheid te hoog was. Bovendien heeft iedereen z'n handtekening gezet onder de voorwaarden geldende bij het roze papiertje. Het is inderdaad de zwakte van de mens de regels na verloop van tijd te negeren. T.A.V. de rijsnelheid word dit ook wel huftergedrag genoemd, en hufters zijn er volop, zelfs onder de dames! Wat mij betreft mag in iedere auto een automatische snelheidsbegrenzer met sensoren in het wegdek, dan kunnen snelheiscontrôles achterwege blijven en drempels weer vlak. OP de landbouwopleiding geld eigenlijk hetzelfde: daar is bij de plantenteelt/bodemkunde/bemestingsleer-lessen uitgelegd wanneer, hoeveel en welke mineralen een bepaalde plantensoort nodig heeft voor optimale groei en wanneer, hoeveel en welke mineralen toe te dienen. We zijn er al geruime tijd achter dat veel boeren in het toedienen ook een ongeleide projectiel waren geworden. Eigenlijk mogen we van geluk spreken (met een vraagteken!!!) dat samenleving en overheid ons niet eerst op het nulpunt heet teruggezet. Nee, we moeten/mogen al naar gelang van voortschrijdend inzicht stukje bij beetje het overschot verlagen. Een heel merkwaardigesituatie overigens: Het recht op het overschot. Immers het is aan de overheid een beleid te formuleren datwetenschappelijk is onderbouwd omdat er anders geen juridisch kader voor is. Stukje bij beetje komen verklaringen aan het licht voor talloze processen in de biologie, waarbij eenduidigheid meestal ontbreekt.( door verschil in grondsoort, gewas , vochtigheid, temperatuur etc). In de auto kun je 55 km/uur rijden waar 50 mag, (10% marge, met kleine pakkans overigens) maar met name op grasland was het tot enkele jaren terug (pré-minastijdperk) vrij gewoon 100% of nog wel veel meer over te bemesten (en niet strafbaar). De aanvoergebruiksnormen zullen vast nog lager/scherper worden/kunnen, de benuttingen beter en het resultaat optimaal houden. Het is eigenlijk hetzelfde als met geld omgaan maar dat moet eenieder ook leren!
paul1
Ik vind de huidige normen al ontzettend streng.
En verkorting van de uitrijperiode betekend dat je meer mest per
keer uit moet gaan rijden, wat dan juist eerder uitspoeld.
Dus al met al, hele foute adviezen !!!
hans m
Ja Wim, maar het (overheid) beleid wordt altijd afgestemd op de zwakheid van de mens!
Een 50 km. bordje aan het begin van het dorp werkt ook niet, dus komen er drempels en wegversmallingen.
Als er een keus is tussen een kortere mestuitrij-periode en of lagere bemestingsnormen, kies ik direct voor de eerste keus.
Het gezeur van begin september en straks 1 feb. dat de mestput vol is, is duidelijk het bewijs dat de goeie onder de kwade moet lijden!

« Terug naar discussielijst

Deel ook jouw kennis en inzicht

Hebben de thema's mest , belasting , stikstof , fosfaat , bedrijfsvoering , dikke fractie en mestfractie geen geheimen voor jou? Dan kunnen we jouw kennis en inzicht goed gebruiken! Of je nu actief bijdraagt door foto's, video's, topics of reacties te plaatsen, of je zorgt er middels de stemknoppen voor dat de beste reactie naar boven borrelt.. Jouw kennis en inzicht m.b.t. de melkveehouderij kunnen deze site nét dat beetje beter maken. Maak ook een (gratis) account aan!

REACTIES
7
DEELNEMERS
6
WEERGAVES
1