Fosfaatrechten zijn niet gekoppeld aan vergunning
Fosfaatrechten zijn toegekend op basis van melkvee-aantallen op 2 juli 2015. De vergunning van het bedrijf is voor die toepassing van de Meststoffenwet niet van belang. Volgens advocaat Peter Goumans van Hekkelman Advocaten is het antwoord duidelijk: de status en omvang van de vergunning is voor de toekenning van fosfaatrechten niet van belang. Goumans: ”Artikel 23 lid 3 Meststoffenwet bepaalt hoe het fosfaatrecht wordt berekend. Dat noemen we een gebonden beschikking.
Bron
Fosfaatrechten zijn niet gekoppeld aan vergunning
boerderij.nl
boerderij.nl
Deel dit topic
Deel ook jouw kennis en inzicht
Hebben de thema's fosfaatrechten geen geheimen voor jou? Dan kunnen we jouw kennis en inzicht goed gebruiken! Of je nu actief bijdraagt door foto's, video's, topics of reacties te plaatsen, of je zorgt er middels de stemknoppen voor dat de beste reactie naar boven borrelt.. Jouw kennis en inzicht m.b.t. de melkveehouderij kunnen deze site nét dat beetje beter maken. Maak ook een (gratis) account aan!
Laatste
Reacties
Kan beter alle knelgevallen vertellen dat ze geen schijn van kans maken bij de rechter
2.Een nieuw gestart bedrijf als bedoeld in het eerste lid, is een bedrijf dat aantoonbaar:
a.beschikt over een voor 2 juli 2015 aan de landbouwer verleende omgevingsvergunning voor het oprichten van een bedrijf voor het houden van melkvee of over een voor 2 juli 2015 door de landbouwer ingediende melding als bedoeld in artikel 1.10 van het Activiteitenbesluit Milieubeheer voor het houden van melkvee;
b.onomkeerbare financiële verplichtingen is aangegaan voor 2 juli 2015;
c.tussen 1 januari 2014 en 2 juli 2015 is gestart met de productie van melk bestemd voor consumptie of verwerking;
d.op 1 januari 2018 minimaal 15 melk- en kalfkoeien hield als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel kk, onder 1°, van de wet;
e.geen aanspraak maakt op rechten uit hoofde van artikel 23, vierde lid, van de wet. 3. De verhoging, bedoeld in het eerste lid, is 50 procent van het verschil tussen het aantal kilogrammen fosfaat dat uit hoofde van artikel 23, derde lid, van de wet is vastgesteld en het aantal kilogrammen fosfaat dat redelijkerwijs in een kalenderjaar met op 2 juli 2015 aanwezige stalcapaciteit voor melkvee geproduceerd had kunnen worden.
4.De verhoging, bedoeld in het eerste lid, vindt niet plaats indien het verschil, bedoeld in het tweede lid, kleiner is dan 10 procent.
5.Het verzoek, bedoeld in het eerste lid, wordt voor 1 april 2018 ingediend met gebruikmaking van een door Onze Minister elektronisch beschikbaar gesteld middel.
BRON CBB 2019-301