Ammoniakreductie ligt binnen handbereik door stalsystemen op grote schaal aan te passen | opinie

Overheid en veehouders kunnen van de stikstofnood een deugd maken, als ze er in harmonie in slagen stalsystemen op grote schaal aan te passen, stelt Herman A. de Boer.

Opinie
Biochemie is de chemie van alles wat leeft. Alles wat er in de koe gebeurt is biochemie; niet alleen de productie van melk en vlees, maar ook de productie van mest en urine. Boeren zijn in feite praktiserende biochemici.

Mest en urine worden afzonderlijk van elkaar uitgescheiden. Mest bevat miljoenen bacteriën per gram. Deze bacteriën bevatten meer dan duizend verschillende enzymen. Een veelvoorkomend enzym is urease dat ureum splitst. Bacteriën hebben dit enzym nodig om ureum af te breken tot ammoniak en dat hebben zij nodig voor hun eiwitsynthese. Ureum kan alleen afgebroken worden door urease en nergens anders door.

Ureum is voor het lichaam een afvalproduct dat afgevoerd wordt via de urine. Mest bevat geen ureum, wel urease. Mest en urine worden apart uitgescheiden omdat er anders in de darmen het giftige ammoniak zou ontstaan. Dit apart uitscheiden van mest en urine is het resultaat van miljoenen jaren zoogdier-evolutie.

Waar ging het mis? Door de komst van de ligboxstallen komen mest en urine samen op stalvloeren terecht en worden door koeienpoten, mestschuivers, mestschuifrobots innig vermengd tot drijfmest; ideaal voor de ureumsplitsing door urease.

Explosieve groei ammoniakuitstoot
Dit, samen met het stikstofkunstmestgebruik, heeft wereldwijd bijgedragen aan een explosieve groei van de ammoniakuitstoot. Dat ‘innovatieve vloersystemen’ die de afgelopen decennia ‘aan de boer’ zijn gebracht zouden helpen, is een illusie. De werking van urease trekt zich niets aan van het vloertype. Ze is snel, waardoor de meeste ammoniak (zo’n 70 procent) meteen vrijkomt vanaf de stalvloer.

Vloeren met gaatjes, spleten, sleuven, rubberflappen, of vloeren schoonspoelen, drijfmest verdunnen met water of het aanzuren van mest hebben als enig effect dat de emissie wordt vertraagd of uitgesteld en verplaatst van de stal naar de opslag en naar het land, buiten het bereik van ammoniaksensoren bij en in de stal.

Om die reden zeggen RAV-waarden (Regeling Ammoniak en Veehouderij) van stalvloeren weinig of niets over de jaarlijkse uitstoot van ammoniak; de hoeveelheid ammoniak die een bedrijf produceert, wordt bepaald door de hoeveelheid ureum die door koeien, via de urine, jaarlijks wordt uitgescheiden en dat wordt bepaald door het aantal koeien per bedrijf maal de hoeveelheid geproduceerde urine maal de ureumconcentratie in urine. De RAV-waarde van stal en vloer heeft hooguit invloed op waar en wanneer ammoniak de lucht in gaat.

Urine en mest moeten gescheiden
De enige oplossing? Het samenkomen van urine en mest moet worden voorkomen. De enige doeltreffende manier om dat te bereiken is te zorgen dat mest en urine gescheiden van elkaar opgevangen worden.

De enige twee stalsystemen die recht doen aan deze biochemische werkelijkheid zijn het zandstalsysteem van Hanskamp en het Lely Sphere-systeem. In deze stalsystemen ontstaat geen urine-mestmengsel en dus geen ammoniak. Bovendien levert dit automatisch een gescheiden bron op van stikstof (N) en fosfaat (P) van urine en mest respectievelijk. Het ureum in de urine blijft intact en kan benut worden als stikstofbemesting in plaats van stikstofkunstmest.

De droge mest dient als fosfaatbemesting voor eigen land of kan, als relatief droog materiaal, verkocht worden aan akkerbouwers; met vermindering van drijfmesttransporten als bonus.

Grote stap richting kringlooplandbouw
Neveneffecten: beter bodemleven, meer kans voor weidevogels, vermindering kunstmestaankoop en een grote stap richting kringlooplandbouw, ook voor grote bedrijven. Bovendien is het grote voordeel van dit soort stallen dat de koeien niet meer door hun eigen mest en urine hoeven te lopen en dat betekent minder klauwproblemen, minder uierontstekingen en dus vermindering antibioticagebruik.

Haalbaarheid? Het op grote schaal aanpassen van stalsystemen die recht doen aan de biochemische werkelijkheid is vele malen goedkoper en effectiever dan het uitkopen van boeren waar de overheid op dit moment mee bezig is. Met subsidie uit het transitiefonds kunnen veehouders deze omschakeling maken, te beginnen bij bedrijven naast Natura 2000-gebieden. Een mooie kans voor de overheid om samen met veehouders, en in harmonie, van de stikstofnood een deugd te maken.

Herman A. de Boer uit Oosterwolde, in 1987 benoemd tot hoogleraar biochemie aan de Universiteit Leiden, is wetenschappelijk adviseur en ondernemer.

Deel dit topic

« Terug naar discussielijst

Deel ook jouw kennis en inzicht

Hebben de thema's weidevogels , overheid , veehouders , drijfmest , boer , klauwproblemen , stalvloer , ammoniakreductie , bodemleven , kringlooplandbouw , ammoniakuitstoot en Aanpassen geen geheimen voor jou? Dan kunnen we jouw kennis en inzicht goed gebruiken! Of je nu actief bijdraagt door foto's, video's, topics of reacties te plaatsen, of je zorgt er middels de stemknoppen voor dat de beste reactie naar boven borrelt.. Jouw kennis en inzicht m.b.t. de melkveehouderij kunnen deze site nét dat beetje beter maken. Maak ook een (gratis) account aan!

REACTIES
0
DEELNEMERS
0
WEERGAVES
0