Limburg 2030: 5 tot 25% aan banenverlies en daalt de bijdrage aan de Limburgse economie met enkele honderden miljoenen euro’s.

Roermond/Maastricht - De provincie maakt zich zorgen over de verwachte krimp van de agrarische sector in Limburg. Zo daalt het aantal boeren in Limburg tussen nu en 2035 met bijna 40 procent, is 5 tot 25 procent aan banenverlies voorzien en daalt de bijdrage aan de Limburgse economie met enkele honderden miljoenen euro’s.
Jan Hensels
Vandaag om 06:45

De verwachte kaalslag binnen de Limburgse agrofoodsector valt op te maken uit een analyse die het bureau Buck Consultants International in opdracht van de provincie heeft opgesteld. Het stuk moet mede dienen als basis voor het verschaffen van perspectief voor de landbouw tegen de achtergrond van ingrijpende veranderingen op het platteland.

Werkgelegenheid
De provincie benadrukt dat het om een indicatie gaat, maar erkent dat de uitkomst van de analyse wel zorgen baart. Daarom vindt de provincie het nodig ervoor te zorgen dat de gevolgen zo beperkt mogelijk blijven. „Een dalende economie heeft negatieve gevolgen voor werkgelegenheid, investeringsbereidheid en innovatie. Het is van belang om deze daling dan ook zo klein mogelijk te houden en te compenseren. Hiervoor vragen we ook aan het Rijk passende instrumenten”, zo laat een woordvoerster van de provincie weten.

Het bureau keek met name naar welke impact de verwachte aanpassingen binnen de agrarische sector hebben die nodig zijn voor het halen van de doelen voor klimaat, water en natuur. Zo moet onder meer de waterkwaliteit een stuk beter en vergt de verdere afname van de stikstofuitstoot ook ingrijpende stappen. Die veranderingen die dat tot gevolg zal hebben zullen de agrarische sector raken.

Binnen de agrarische sector werken nu in Limburg 35.000 mensen, een aantal dat uitkomt op 80.000 als de retail erbij wordt geteld. Bij de globale inschatting die het bureau maakt zou het verlies aan werkgelegenheid op termijn wel eens tussen de 5 en 25 procent kunnen uitkomen.

Stoppers
Wat de verwachte stoppers betreft, blijken er grote verschillen te zitten binnen agrarische deelsectoren. Veel stoppers zijn er vooral in de categorieën fruit en vleesvarkens en bij vollegrondsgroentebedrijven en boomkwekerijen. Binnen leghen-, pot- en perkplanten-, glasgroentebedrijven en melkveehouderijen zijn er meer die doorgaan. De Limburgse Land- en Tuinbouwbond (LLTB) waarschuwde er in 2020 al voor dat als het aantal boeren blijft dalen dat ook economische gevolgen zal hebben. Het aantal boeren daalt overigens al decennia fors, terwijl de schaalvergroting doorzet. De provincie benadrukt dat er ook zonder de stikstofcrisis veel boeren voornemens zijn te stoppen in Limburg. Het ontbreken van een bedrijfsopvolger speelt daarbij een grote rol.

Scheelt dat Limburg nog toeristen trekt, daarom laten ze uithuizen en pieterburen e.o. nog met rust🤭

Limburgers zijn wat bourgondischer dan de rest van Nederland en hebben er dus ook net iets minder voor over om ten koste van alles te willen overleven als landbouwer. Je ziet het al langer in het agrarisch onderwijs in Limburg. Daar zitten nauwelijks nog leerlingen op, terwijl in andere delen van Nederland hier nog veel meer animo voor is. Hier in Limburg gaat de komende jaren heel veel veeteelt verdwijnen. Blijven NedCar (is bijna nooit van het subsidieinfuus afgeweest in zijn bestaan) en het Chemelot complex (de echte grote vervuilers van Limburg) nog over als grote werkgevers. Succes met je ondergang van de Limburgse economie