Erisman zet vraagtekens bij nut kalverhouderij
In een vraaggesprek met Nieuwe Oogst zet hoogleraar en stikstofdeskundige Jan-Willem Erisman vraagtekens bij het nut van de kalverhouderij voor Nederland.
Op de vraag hoe Nederland zou moeten beginnen met het optuigen van een goed stikstofbeleid, geeft hij aan dat de overheid zou moet kijken welke sectoren passen in Nederland en van welke je langzaam afscheid zou moeten nemen. Erisman: “Ik denk dan voor een deel aan de kalverhouderij. De pekingeend is ook zo’n voorbeeld.”
De hoogleraar vindt dat de overheid kan kijken naar uitstoot, maar ook naar rendement voor de maatschappij. Als er hoge milieukosten zijn en de economische voordelen komen niet in Nederland terecht, dan zou de overheid zich volgens hem kunnen afvragen of ze die sector voor Nederland willen behouden.
Volgens Erisman is stikstof de ‘kanarie in de kolenmijn’, ofwel aan stikstof kun je op korte termijn zien waar het misgaat. “Hier zit een problematiek van water en klimaat achter die waarschijnlijk meer druk op de landbouw gaat opleveren.” Er moet een generieke visie komen op al deze gebieden, stelt hij.
De hoogleraar is overigens tegen opkopen van veehouderijen, want dat is geen manier om een toekomst te garanderen voor de landbouw. Blijvers krijgen dan wel meer ruimte maar die moeten dan later alsnog aan de gang met klimaat en waterkwaliteit.