Tijd voor CDA om zich uit te spreken
Tijd voor CDA om zich uit te spreken
RONALD PLASTERK COLUMNS
Voor een goed werkende democratie is het cruciaal dat er partijen zijn die stevig verankerd zijn in de bevolking. Over de grote politieke kwesties strijden ze in de politieke arena, en periodiek kunnen de kiezers bepalen aan wie ze de macht toekennen.
Nu is het probleem in Nederland dat de voormalige grote partijen hun eigen kiezers in de steek gelaten hebben. De PvdA heeft de arbeiders in de steek gelaten, het CDA de boeren, burgers, buitenlui en vissers, en de VVD de ondernemers en middenstanders. Als gevolg hiervan is de PvdA electoraal op sterven na dood, het CDA is vrijwel verdwenen (in de laatste peiling 7 zetels, kleiner dan de Partij voor de Dieren), en als Mark Rutte opstapt zal de VVD hetzelfde lot wachten. Het is al lang niet meer zo dat over de grote politieke kwesties tussen deze partijen in de politieke arena wordt gestreden. Klimaat, de macht naar Europa, migratie, stikstof, maar ook kleinere onderwerpen als de transgenderwet: er is consensus van GL tot en met VVD. Kluitjesvoetbal. Iedereen die iets anders denkt wordt wappie genoemd.
Kiezen
De kiezers zijn massaal weggelopen bij de partijen waar ze vroeger trouw op stemden. Die kiezers zijn helemaal niet extreemrechts, en ook niet wappie of tokkie, maar ze willen wel iets te kiezen hebben. Ze zijn duidelijk op zoek, en kijken per keer waar ze op stemmen. Bij de vorige Statenverkiezingen werd opeens FvD de grootste partij, dit keer was het BBB, en wie weet volgende keer Omtzigt. Het soepie, van GL tot en met VVD, ferm gesteund door de publieke omroep en de Volkskrant en NRC, doet elke keer zijn best de nieuwkomers af te serveren als extreemrechts, maar dat verandert niets aan het onderliggende probleem. Dat is dat de volksvertegenwoordigers van de voorheen grote volkspartijen hun kiezers niet meer vertegenwoordigen. Je krijgt soms het idee dat ze het begrip ’volksvertegenwoordiger’ al populistisch vinden. ’Wie denkt het volk wel dat het is?’
Deze week werd dat perfect geïllustreerd door het CDA. In het regeerakkoord staan op aandringen van D66 zeer vergaande afspraken over stikstof. Er is een ongekend hoog bedrag van 25 miljard euro in een fonds gestopt (wat in die mate in geen enkel ander land gebeurt), en de D66-woordvoerder (op wiens kamer deze week werd overlegd) wil dat de helft van alle boeren met het werk stopt. Er is inmiddels van veel kanten, bijvoorbeeld in het boek De Stikstoffuik van de fysicus en wetenschapsjournalist Arnout Jaspers,effectief afgedongen op de plannen. Het gekke is dat de stikstofuitstoot de afgelopen dertig jaar met een factor drie is afgenomen en nog steeds dalende is, dus er is geen urgent probleem, en helemaal gek is dat de grensnormen voor stikstof bij onze buurlanden een factor duizend hoger liggen dan hier.
Akkoord
Nu wordt een regeerakkoord altijd in zeer kleine kring en onder hoge druk afgesloten, en er komen wel vaker rare dingen in (de laatste regering waar ik in zat, Rutte II, moest de sociale werkplaatsen sluiten, een krankzinnig idee dat gelukkig niet is doorgevoerd). Het hele land is onder de omgekeerde vlaggen gehangen tegen de stikstofplannen, de boeren wezen de plannen resoluut af, maar er is toch geprobeerd om tot een akkoord te komen.
Deze week werd duidelijk dat de boeren en ook LTO – de meest bestuurlijke en minst activistische organisatie van boeren met de oude getrouwe CDA-man Sjaak van der Tak – het akkoord niet zullen steunen. Wat is de reactie van het CDA-Kamerlid Derk Boswijk die dit onderwerp in portefeuille heeft: „Bij elke transitie, ook in de landbouw, is het van groot belang dat de mensen zijn betrokken waar het over gaat. Als CDA geloven we in de kracht van het maatschappelijk middenveld. Het is daarom zeer teleurstellend dat LTO niet verder mee wil praten over het landbouwakkoord.”
Zelfs de woordkeuze is frappant, het LTO wil niet meer ’meepraten over het landbouwakkoord’. Maar er is geen akkoord. Er is geprobeerd een akkoord te bereiken met de boeren, en dat is – niet verrassend gezien de onredelijkheid van de plannen – niet gelukt.
Zalvend ambtelijk spreken over ’betrekken van mensen waar het over gaat’ is compleet andere taal dan zeggen: ’Wij zijn de partij van de boeren, burgers en buitenlui, dit zijn onze mensen. We
willen ze niet betrekken, nee, wij zijn in de Kamer hun vertegenwoordigers en die van de gemeenschappen waarin ze leven, en voor ons zijn deze plannen nu van tafel. Ook als dat een kabinetscrisis betekent.’ Dat zou het CDA kunnen zeggen.
De VVD zou dat overigens moeten zeggen over migratie, en de PvdA had het moeten zeggen over de pensioenwet. Het CDA staat voor een duidelijke keuze: zichzelf electoraal opheffen, of zich uitspreken tegen deze plannen, niet alleen uit zelfbehoud maar ook om op de lange termijn de democratie weer te laten werken.
https://www.telegraaf.nl/watuzegt/1514407438/tijd-voor-cda-om-zich-uit-te-spreken