Protesterende boeren die afval dumpten op A7 moeten 35.000 euro betalen

Het Openbaar Ministerie wil 35.000 euro zien van zes boeren die in 2022 wegblokkades opwierpen en afval dumpten bij protesten op de A7 in 2022. 'Het is onredelijk de belastingbetaler op te laten draaien voor de kosten. Er moet een krachtig signaal komen dat dit niet wordt getolereerd.' Zes verdachten stonden vandaag terecht bij de rechter, die in wisselende samenstelling verantwoordelijk worden geacht voor de wegblokkades en afvaldumpingen in Frieschepalen (A7 rijrichting vanuit Drachten naar Groningen) op 28 juli 2022 en in Marum (bij de oprit A7) op 1 augustus 2022. Afval dumpen en in brand steken Een 32-jarige man uit Augustinusga (Friesland), een 33-jarige man uit Kornhorn, een 21-jarige man uit Opende en een 29-jarige vrouw uit Oldehove worden verdacht van het dumpen van afval op de afrit en tussenberm van de A7 ter hoogte van Frieschepalen, het opzettelijk versperren van de weg en het stichten van brand. Bij de dumpingen op de oprit naar de A7 ter hoogte van Marum zijn wat het OM vier verdachten rechtstreeks betrokken. Het gaat hierbij ook om de 33-jarige man uit Kornhorn en de 21-jarige man uit Opeinde, en daarnaast een 22-jarige man uit Gorredijk en een 52-jarige man uit Opende. Zij worden in wisselende samenstelling verdacht van het versperren van de weg, het dumpen van afval en het in brand steken daarvan. Geld voor Rijkswaterstaat Rijkswaterstaat heeft zich als wegbeheerder gevoegd als benadeelde partij en heeft een vordering ingediend. De officier van justitie is van mening dat het onredelijk is de belastingbetaler op te laten draaien voor de kosten als het duidelijk is wie verantwoordelijk is voor de schade. 'Het gaat om forse bedragen en dat zal problemen opleveren voor de verdachten, maar het is meer dan redelijk dat men opdraait voor de kosten', aldus de officier. Voor Marum gaat het om een schadebedrag van bijna € 17.000,-- en voor de schade bij Frieschepalen vindt de officier een bedrag van ruim € 18.000 euro toe te wijzen.

Disproportionaliteit .....

Nu kabinetten Rutte 3 en 4 er in geslaagd zijn de derogatie te verprutsen, komt de veehouderij in een volgende fase. Dat was vandaag ook in de tweede kamer te merken, want het K woord hangt in de lucht. De K van krimp. Is een generieke korting noodzakelijk om de mestmarkt in balans te brengen en of uitvoering te geven aan de Derogatiebeschikking. Mijn vraag: Kan dat zo maar? Ik ben daar eens over aan het nadenken gegaan. De afgelopen maanden werd duidelijk dat sectorale plafonds niet overschreden worden. Dus er is geen wettelijk haakje in de huidige meststoffenwet. Mijn volgende vraag is.......met welk doel wil men een krimp. Die oorsprong ligt in de invulling door Nederland van de Nitraatrichtlijn. Melkvee, varkens en pluimvee vallen onder een rechten systeem. Overige diersoorten zoals geiten, paarden, schapen, eenden enz niet . Kan de minister met een ministeriele regeling of middels de kamers generieke krimp opleggen met als doel de nitraatrichtlijn? Nee is mijn conclusie. En die trekt ik omdat disproportionaliteit dan in het spel is. Disproportionaliteit wil zeggen dat er ongelijkheid is het beleid. De nitraatrichtlijn vindt haar basis in de normering en monitoring van nitraten uit agrarische bronnen in grond en oppervlaktewater en voorkomen van eutrofiering als gevolg van onvoldoende chemische samenstelling van oppervlakte water. En sectoren met rechten wel korten en sectoren zonder rechten niet is op dit moment juridisch niet mogelijk. (fosfaatrechtstelsel in 2018 was een ander doel, nl onder het melkveeplafond komen)

Provincies krijgen uitstel om handhavend op te treden tegen PAS-melders

Vandaag heeft de Raad van State uitspraak gedaan in drie individuele rechtszaken over handhaving door provincies bij PAS-melders. In de rechtszaken werden de provincies Utrecht en Overijssel verplicht om handhavend op te treden tegen de activiteiten van de bedrijven, omdat zij hiervoor geen geldige natuurvergunning bezitten. De situatie van PAS-melders, die buiten hun schuld om zonder geldige vergunning zitten, werd tot nu toe gedoogd. Provincies hebben nu tot medio 2025 ruimte gekregen om af te zien van handhaving tegen activiteiten van PAS-melders, als ze dat voldoende kunnen motiveren. In deze drie casussen moeten provincies binnen 16 weken een nieuw besluit nemen. LTO blijft aandringen bij het Rijk en de provincies om de uitvoering van het legalisatieprogramma voor PAS-melders met grote spoed op te pakken. “Provincies kunnen weliswaar afzien van handhaving tot medio 2025, maar helaas is daarmee de onzekerheid voor deze bedrijven, en de rest van de PAS-melders, nog steeds niet weggenomen. De overheid moet zich daarom op alle mogelijke manieren inspannen om deze bedrijven zo snel mogelijk zicht op legalisatie te geven. Daar is de overheid bovendien wettelijk toe verplicht.”, zegt Bert Zandman, portefeuillehouder Platteland en Omgeving bij LTO Nederland. “Recente jurisprudentie en het voorstel van LTO om de KDW uit de wet te halen, bieden handvatten om hiermee aan de slag te gaan. LTO gaat er vanuit dat de overheid het uitvoeren van het legalisatieprogramma met grote spoed en zorgvuldigheid oppakt.”, vervolgt Zandman. Achtergrond Al sinds de stikstofuitspraak door de Raad van State in 2019 zitten PAS-melders, bedrijven die onder het Programma Aanpak Stikstof (PAS) met een melding vrijgesteld waren van de vergunningsplicht, zonder geldige vergunning. De Rijksoverheid en de provincies hebben zich via de Wet natuurbescherming gecommitteerd om via een ‘legalisatieprogramma’ zorg te dragen voor het legaliseren van de meldingen. Dat moet gebeuren vóór 1 maart 2025. Tot nu toe is het legalisatieprogramma geen succes en zijn slechts enkele bedrijven gelegaliseerd. LTO blijft benadrukken dat het legaliseren van PAS-melders met de hoogste prioriteit moet worden geregeld, en verzet zich tegen het indienen van handhavingsverzoeken tegen PAS-melders. Dat activistische organisaties beleid aan de kaak willen stellen over de rug van boerengezinnen, die buiten hun schuld om in deze situatie zitten, is zeer kwalijk.

Verreiker aankoop, waar let ik op?

Ik heb mijn plan om een nieuwe tractor te kopen laten varen, we gaan een verreiker kopen. Maar wat neem ik? Minimaal een ton of 3 heffen, grote (24 "'') wielen, met een pelikaanbak en palletvorken, budget €60000,-. Ik ben van de week wezen kijken bij een Bobcat 3870, met 3700uur, die leek me wel wat, mooi droog zonder lekages en rare geluidjes, maar het is eigenlijk de eerste verreiker die ik nader bestudeerd heb. Verder wel eens iets voorbij zien rijden maar dat was het dan. Maar waar let ik dan op, speling links of rechts, maar hoe zie ik dat, en wat is veel of juist weinig? Maandag ga ik naar een massey-ferguson ik weet het type zo niet maar vergelijkbaar met de bobcat. Misschien wel de zelfde omdat ze uit de zelfde fabriek komen alleen een ander kleurtje en stickers. Maar heb van mensen uit de omgeving begrepen dat ondanks zijn lage urenstand hij een zwaar leven heeft gehad, en dus beter die kon laten staan. Ik heb ook nog offertes liggen van Kramer en Claas die ook uit de zelfde fabriek komen, maar wel een andere dan bobcat en massey. Probleem is echter dat ze boven het budget gaan, hoewel het wel nette machines zijn met 2500 tot 3000 uur. maar deze machines heb ik nog niet live gezien. Andere voorstellen zijn ook welkom, schiet maar. ps: ik woon in Frankrijk, nederlandse machines gaan presenteren heeft niet zoveel zin, hier invoeren heeft nogal wat haken en ogen.

Wordt Adema de 'Verlosser' van de grondgebonden melkveehouder of wordt Holman de 'Martelaar' van de intensieve Brabantse veehouderij

Door John Spithoven, Het is vrijdag, eind van de week. Het is in Europa terecht onrustig. Om verschillende redenen gaan boeren terecht de straat op. In Nederland ook. Adema, die pas anderhalf jaar minister is, probeert met chaos tactiek zijn persoonlijke idealen te verwezenlijken. Door een opeenstapeling van destructief beleid is er voor geen enkele agrarisch ondernemer een toekomst in Nederland. Stikstof, NPLG, water, klimaat en derogatie zorgt voor eenheid onder de boeren tegen over de minister. Eenheid die lang zoek was en belangenbehartiging niet kon leveren. En dan ineens zegt Adema dat hij voor de boeren naar Brussel gaat. Hij wil iets regelen voor de boeren, voor de grondgebonden boeren, want die wil het kabinet zo graag (ineens). Adema wil weer verdeeldheid, en Adema wil zijn punt maken door eerst met destructief beleid een schot voor de boeg te lossen om vervolgens als 'Verlosser' de grondgebonden boer te redden.... voor even dan. Want bij het NPLG komen de grondgebonden boeren ook aan de beurt......NPLG staat synoniem voor 45 % van het landbouw areaal vernietigen. Boeren, trap niet in het trucje van Adema!!! Maar er was meer deze week, een landbouw begrotingsdebat. En daar was nieuwbakken ex boer ex EDF, zij instromer Holman van het Nieuw Socialistisch Contract. In zijn tweede politieke optreden in zijn carrière was hij ditmaal net zo teleur stellend als de eerste keer. Als ervaringsdeskundige hield hij de kamer voor dat boeren klaar waren voor een forse krimp. Hij kreeg zelfs een compliment van Tjeerdje 50%. Maar waarom krimp kon hij niet duidelijk maken, zo iets van inspraak zonder inzicht geeft uitspraak zonder uitzicht. Holman wil graag krimp, de Brabanders straffen , de varkensboeren en de pluimveehouders. Waarom? Omdat hij zichzelf nu eenmaal op het tweede kamer podium heeft gehesen voor deze gelegenheid (en zijn rancune tegen de Brabanders) door zich als vrijwilliger bij Pieter aan te melden.... En de boer.....die gaat de straat op....terecht....omdat hij zoekende is naar een daadkrachtig rechtvaardig bestuurder....in alle opzichten, als belangenbehartiger, als kamerlid en als minister.

Deadline klimaattop verstrijkt, geen akkoord in zicht: 'Ik teken geen doodvonnis'

De klimaattop in Dubai wordt verlengd. Vandaag zou eigenlijk de laatste dag van de top zijn, maar het is de landen nog niet gelukt om tot een akkoord te komen. Vooral over de toekomst van fossiele brandstoffen liggen de standpunten ver uit elkaar. Onder meer de EU wil dat op deze klimaattop "het begin van het einde van fossiel" wordt ingeluid, maar dat gaat veel te ver voor met name de olielanden.De voorzitter van de top publiceerde gisteren een concepttekst voor het akkoord. Daarin stond een rij aan opties voor landen om uitstoot te beperken. Een van de opties is de vermindering van "de productie en consumptie van fossiele brandstoffen op een eerlijke, ordelijke en rechtvaardige manier", in lijn met de wetenschap. Volgens de organisatie van de klimaattop zou het al "historisch" zijn als dit in de slottekst komt.Maar een grote groep landen gaat het niet ver genoeg. De tekst laat namelijk open hóe uitstoot door het verbranden van fossiele brandstoffen moet worden afgebouwd en wanneer. Een vertegenwoordiger van de kleine eilandstaten, die nu al stukken land moeten opgeven door zeespiegelstijging, zeggen dat ze weigeren hun handtekening te zetten onder "hun doodvonnis".RestaurantmenuEU-klimaatcommissaris Hoekstra vergelijkt de tekst met een restaurantmenu waaruit iedereen kan kiezen waar hij zin in heeft. Maar daarvoor is de opwarming van de aarde te urgent, vindt Hoekstra. "Veertig jaar geleden waren deze maatregelen misschien nog optioneel. Maar nu moeten we ze allemaal doorvoeren, en snel ook."Hoekstra heeft een 'hoge-ambitie-alliantie' gevormd met onder meer de eilandstaten, Colombia, Kenia, Bangladesh en Chili. Maar om de patstelling te kunnen doorbreken heeft hij steun nodig van meer en invloedrijkere landen. Volgens Europarlementariër Bas Eickhout schort het daar nog aan. China, India en de VS houden de kaarten tegen de borst. "Die kijken rustig hoe het spel zich ontvouwt."Ook ontwikkelingslanden willen eerst concrete afspraken over geld voor adaptatie, oftewel het aanpassen aan de gevolgen van klimaatverandering, voor ze hun steun uitspreken voor minder fossiel. Ook gaat het om alternatieve inkomsten voor het gas en de olie die zij in de grond laten zitten. Zo noemen onder meer Uganda en Nigeria olie hun reddingsboei, die ze nodig hebben om zich te ontwikkelen.Logisch dat zij vragen om zekerheden, vindt Eickhout. Ontwikkelingslanden moeten de kans krijgen om betaalbaar over te schakelen op duurzaam. "Uiteindelijk is ambitie alleen mogelijk als het rechtvaardig voelt voor iedereen."Mogelijk nog meer dan een dagOliestaten zeggen dat ook voor hen een verplichte afbouw niet rechtvaardig voelt. Veel van de Golfstaten zijn nog voor een groot deel van hun inkomsten afhankelijk van olie. Er is vanuit deze landen geen officiële reactie op de concepttekst. Maar volgens bronnen van Reuters hebben ze voorzitter Al-Jabr onder druk gezet om de woorden 'fossiele brandstoffen' helemaal uit de tekst weg te laten. Dat heeft hij niet gedaan.Op dit moment wordt nog druk onderhandeld om tot een nieuwe tekst te komen. Daar moeten dan alle landen in een plenaire vergadering mee instemmen. Pas dan is er een akkoord. Dat kan volgens Hoekstra zeker nog een dag, zo niet langer duren. "Een goed eindresultaat is het enige dat telt."

WUR en Teagasc: overweeg CO2-quotum per melkveebedrijf

WUR en Teagasc: overweeg CO2-quotum per melkveebedrijf Redactie Jan Willem Veldman redacteur Food&Agribusiness Geef melkveebedrijven een hoeveelheid emissierechten voor broeikasgassen en verminder die vervolgens geleidelijk jaar na jaar. Dat is een van de denkrichtingen van onderzoekers verbonden aan Wageningen UR en het Ierse onderzoeksinstituut Teagasc in een rapport geschreven in opdracht van het Europees Parlement. Het gaat hier om een aanbeveling ter overweging in een onderzoeksrapport voor de ontwikkeling van de Europese zuivelsector na afschaffing van de melkquotering. Idee is om een markt te creëren voor emissierechten. In theorie zou het beprijzen van broeikasgasemissies melkveehouders ertoe aanzetten om de uitstoot op hun bedrijven te verminderen. Hierbij moet het nemen van maatregelen financieel aantrekkelijker zijn dan de aankoop van nieuwe emissierechten. Geen individuele prikkels Op dit moment heeft het meer of minder uitstoten van broeikasgassen door individuele melkveebedrijven geen gevolgen. Ook zijn er weinig of geen individuele prikkels voor melkveehouders om de uitstoot op hun bedrijven te verminderen. Zeker als het terugdringen van die emissies kosten met zich meebrengt door het nemen van technologische maatregelen of het verlagen van de melkproductie. Ook spreken de onderzoekers van een free rider-probleem. De vermindering van de uitstoot van een melkveebedrijf wordt verdeeld over de hele sector, in plaats van dat het ten goede komt aan het bedrijf dat de inspanning heeft geleverd. Bedrijfsmaatregelen Hoewel de voorgestelde aanpak op het eerste gezicht veel overeenkomsten toont met de eerdere melkquotering, zijn er volgens de onderzoekers wel belangrijke verschillen. Zo was de melkproductie door zuivelverwerkers relatief eenvoudig te registreren. Het meten van broeikasgassen op individuele melkveebedrijven is veel moeilijker. Om dit te doen zou een nauwkeurige en voortdurende schatting van de broeikasgasemissies geproduceerd door het melkveebedrijf moeten plaatsvinden. Dit is niet eenvoudig en kan kostbaar zijn om op schaal toe te passen. Een optie is om met vaste waarden te rekenen, bijvoorbeeld op basis van het aantal koeien op een bedrijf of de hoeveelheid gebruikte kunstmest. Een dergelijke aanpak kan echter oneerlijk uitpakken als geen rekening wordt gehouden met genomen bedrijfsmaatregelen om de uitstoot te beperken. Hoewel de EU als prioriteit heeft om de broeikasgasemissies uit de landbouw terug te dringen, lijkt een aantal zuivelverwerkers meer geïnteresseerd in het verkleinen van de CO2-voetafdruk van hun zuivelproducten, bijvoorbeeld door middel van een levenscyclusanalyse. Deze werkwijze kan volgens de onderzoekers zeker bijdragen aan het verminderen van de uitstoot, maar dan moet wel worden voorkomen dat de melkproductie toeneemt en op die manier het voordeel van een kleinere voetafdruk tenietdoet.

Willekeurig afschrijven 2023

Per mail ontvangen. Voor meer details vraag uw accountant naar de toepasbaarheid binnen uw eigen onderneming Wij willen u informeren over een belangrijke fiscale regeling die in 2023 van toepassing is en die een aanzienlijke impact kan hebben op uw bedrijfsfinanciën. Willekeurige afschrijving op nieuwe bedrijfsmiddelen In 2023 is het mogelijk om 50% willekeurig af te schrijven op nieuwe bedrijfsmiddelen. Dit betekent dat u eenmalig tot 50% van de afschrijvingskosten willekeurig kunt afschrijven. De regeling is van toepassing op zowel de inkomstenbelasting (voor zelfstandige ondernemers) als de vennootschapsbelasting (voor ondernemingen die worden uitgeoefend in de vorm van een besloten vennootschap). Uitzonderingen De volgende bedrijfsmiddelen zijn uitgezonderd van de regeling: Vliegtuigen, gebouwen en woonboten, evenals vervoermiddelen zoals bromfietsen, motoren en personenauto's die niet voor professioneel wegvervoer worden gebruikt. De regeling geldt wel voor elektrische personenauto's. Immateriële activa, waaronder quota, goodwill en vermogensrechten. Dieren. Bedrijfsmiddelen die voornamelijk voor verhuur aan derden zijn bedoeld. Hieronder valt ook verhuur binnen uw eigen bv-structuur, tenzij er een fiscale eenheid voor de vennootschapsbelasting is. Bedrijfsmiddelen die om andere redenen al voor willekeurige afschrijving in aanmerking komen, zoals bijvoorbeeld op grond van een VAMIL-beschikking. Voordelen willekeurig afschrijven Tariefsvoordeel: kan helpen om in een lagere belastingschijf te blijven als u dit jaar extra winst maakt. Liquiditeitsvoordeel: verlaagt de belastbare winst, waardoor u minder belasting betaalt en meer geld overhoudt. Nadeel Verminderde afschrijvingsmogelijkheden in latere jaren, wat nadelig kan zijn bij hoge winsten in die jaren. Voorwaarden Bedrijfsmiddel aangeschaft of zelf geproduceerd in 2023 Het bedrijfsmiddel is nieuw en nog nooit gebruikt Ingebruikname vóór 1 januari 2026 Rekenvoorbeeld Hieronder een rekenvoorbeeld ter illustratie. Investering: € 60.000 Totale afschrijving: € 50.000 (aanschafwaarde € 60.000 minus restwaarde € 10.000) in 5 jaar Eenmalige willekeurige afschrijving in 2023: maximaal 50% van € 50.000 = € 25.000 Jaarlijkse afschrijving: € 5.000 over 5 jaar De regeling geeft de mogelijkheid om in 2023 eenmalig 50% van de waarde van het bedrijfsmiddel, na aftrek van de restwaarde, willekeurig af te schrijven. De resterende 50% moet volgens de gebruikelijke methode worden afgeschreven. U kunt echter ook kiezen om over de helft van het investeringsbedrag, na aftrek van de restwaarde, minder of zelfs niet af te schrijven, waardoor u in de komende jaren meer afschrijvingsruimte heeft. Afhankelijk van de verwachte resultaten in uw onderneming kan deze keuze voor willekeurige afschrijving voordelig zijn. Tip Indien u overweegt begin 2024 een investering te doen die in 2023 in aanmerking zou komen voor willekeurige afschrijving, kan het voordelig zijn deze investering te vervroegen naar 2023.

Provincies willen stikstofdrempel: 'Onhaalbaar', zegt minister Van der Wal

De twaalf provincies kwamen dinsdag samen in een stikstofoverleg. In een van de sheets die die avond werd besproken staat dat de provincies het voortouw willen nemen voor een stikstofdrempel. Stoot je minder uit dan de drempel, dan hoef je geen extra vergunningen te regelen. "Wij zijn heel blij dat ons voorstel door de provincies wordt overgenomen", zegt Rik Loeters. Hij is de fractievoorzitter van de BBB in Gelderland. "We willen dit heel graag, maar we weten dat het niet eenvoudig is." Een stikstofdrempel zou bijvoorbeeld bouwbedrijven enorm helpen, maar ook de zogenoemde PAS-melders. Dat zijn boeren die na de stikstofuitspraak in 2019 ineens zonder vergunning zitten. 'Eerst minder stikstof uitstoten' Minister Van der Wal reageerde woensdagochtend bij Radio Gelderland op het plan van de provincies. "Ik deel de wens, maar het kan nu niet. Het kan pas als we héél veel minder stikstof gaan uitstoten. Maar wel in die volgorde." Eerst flink minder stikstof uitstoten, pas dan de zogenoemde drempelwaarde. "Het is op dit moment niet haalbaar", zegt Van der Wal. "Daar heeft de Raad van State ook al over geoordeeld." Volgens BBB'er Loeters betekent dat niet dat het plan van de provincies meteen weer van tafel kan. "Nee, want we werken nu al aan minder stikstof uitstoten."

LTO eist ingrijpen minister na aanval wolf op mens

Een Drentse schapenhouder is vanmorgen gewond geraakt toen hij zijn vee wilde beschermen tegen een aanval door een wolf. LTO is geschokt door het incident en ziet hiermee uitkomen waarvoor de organisatie al maandenlang op landelijk en Europees niveau heeft gewaarschuwd. Volgens LTO Noord-voorzitter Dirk Bruins moet de overheid direct ingrijpen om meer incidenten te voorkomen. Voorzitter Bruins bezocht de gewonde schapenhouder: “We hebben direct contact gehad en het is schokkend wat hem is overkomen. Nadat hij om zeven uur vreemd geluid hoorde uit zijn weiland is hij meteen gaan kijken en vond hij meerdere dode dieren. Tot zijn verbazing kwam ineens een wolf tussen de zonnepanelen vandaan, die allesbehalve schuw was. Om zichzelf, zijn toegesnelde gezin en nog levende dieren te beschermen heeft hij geprobeerd de wolf te verjagen, maar helaas liep hij daarbij ernstige verwondingen op aan zijn arm.” De gewonde schapenhouder is in het ziekenhuis behandeld, maar dat had nog behoorlijk wat voeten in de aarde. “Direct nadat de wolf werd opgemerkt heeft de schapenhouder de politie gebeld, maar die zeiden dat ze niks konden doen. Er is geadviseerd het hek open te zetten, maar dat had ervoor gezorgd dat de wolf bij het woonhuis was gekomen,” vertelt Bruins. Toen de wolf vervolgens de schapenhouder aanviel kwam de politie wel in actie. “De onduidelijkheid en onmacht om te kunnen handelen is zeer zorgwekkend en roept ernstige vragen op over de veiligheid van onze agrarische gemeenschap. Het is van cruciaal belang dat er direct gehoor wordt gegeven aan meldingen van dergelijke incidenten, om verdere schade en leed te voorkomen.” Uiteindelijk is na tussenkomst van de burgemeester actie ondernemen en is de wolf afgeschoten. LTO ondersteunt deze handelswijze door het gemeentebestuur. Bruins pleit ook voor meer kennis in ziekenhuizen over wolvenbeten. “De getroffen schapenhouder is in het ziekenhuis goed behandeld, maar daar bleek aanvankelijk dat men niet wist hoe met wolvenbeten moest worden omgegaan. Dat mag nooit meer voorkomen. Ik pleit daarom om meer kennis over wolvenbeten en de gevolgen ervan.” LTO eist gesprek met de minister LTO wil deze week nog met demissionair minister Van der Wal om tafel over dit ernstige voorval door tekortschietend faunabeleid. “Het is onacceptabel dat boeren niet de nodige bescherming krijgen tegen roofdieren zoals de wolf, die aanzienlijke schade aanrichten aan vee en nu zelfs mensen in gevaar brengen. Politieke regeltjes mogen niet ten koste gaan van de veiligheid en het welzijn van onze boeren. Deze schapenhouder had alles gedaan wat hij kon. Hoe de wolf toch door het goedgekeurde wolvenraster is gekomen moet worden onderzocht,” stelt Bruins. “Het geeft aan dat er dringend behoefte is aan doeltreffend wolvenbeheer. Wij zijn ervan overtuigd dat een evenwichtige aanpak mogelijk is, maar blijven waarschuwen voor wolven in dichtbevolkt gebied. Op enkele locaties na is Nederland ongeschikt als leefgebied. Op nationaal en internationaal niveau zullen we ons blijven inzetten voor een realistisch beleid op de wolf.”

'GVE-norm van de baan, wel graslandnorm vanaf 2027'

Het kabinet is afgestapt van de norm voor grootvee-eenheden (GVE) voor een meer grondgebonden melkveehouderij. In plaats daarvan wordt nu een graslandnorm uitgewerkt vanaf 2027. at bevestigen Haagse bronnen aan Nieuwe Oogst. Het kabinet heeft na het overleg van afgelopen woensdag 'huiswerk' meegenomen op dit gebied. De graslandnorm zou moeten gaan gelden vanaf 2027. Vanaf 2030 moet dan een afrekenbare stoffenbalans worden ingevoerd waarmee melkveehouders een strengere norm kunnen voorkomen. De graslandnorm is bedoeld voor melkveehouders. Het kabinet wil dat voor hen de norm de komende tien jaar telkens wat lager wordt. Een graslandnorm is voor melkveehouders makkelijker om aan te voldoen dan een GVE-norm die veel meer statisch is. Vanaf 2027 zou een norm gelden van 0,25 hectare per GVE (grootvee-eenheid oftewel één koe of twee kalveren). In 2030 gaat een strengere graslandnorm gelden van 0,30 hectare per GVE en vanaf 2035 geldt een norm van 0,35 hectare per GVE. Dit staat gelijk aan 2,8 GVE per hectare. Het vertrekpunt van het kabinet bij aanvang van de onderhandelingen van het Landbouwakkoord was 1,7 tot 2,3 GVE per hectare. Omgerekend naar een GVE-norm zou dan nu worden gewerkt aan 4 GVE per hectare in 2027 en uiteindelijk 2,85 in 2032. Dit is vooral een tegemoetkoming aan boeren met veel grasland. Voor boeren met relatief weinig grond is het een ander verhaal. Zij moeten dan kiezen tussen vee wegdoen, maisland omzetten in grasland of investeren in het bijkopen van grasland. Het kabinet wil graag meer grasland in plaats van maisland, omdat gras CO2 vastlegt in de bodem en mais uitspoelingsgevoelig is en daarom meer belastend voor het milieu. Het kabinet werkt aan flankerend beleid voor speciale regio's zoals het Brabantse De Peel, een gebied dat relatief veel intensieve melkveehouderijen kent. Dit aanvullende beleid moet deze groep boeren helpen om ook te kunnen voldoen aan de nieuwe graslandnorm.

Bezint eer ge bemint. Controleer de staatssteungoedkeuring!!

Woest aantrekkelijk  Die woorden klinken ons bekend in de oren Maar, denk aan de mitsen en maren. De Nederlandse overheid is onbetrouwbaar en zo glad als een aal.  Wanneer maandag de staatssteungoedkeuring openbaar is; lees dan niet verder. Zo niet, lees aandachtig verder.  Maandag mag je galgje gaan spelen met je bedrijf en eigen toekomst. De spelregels zullen vanaf maandag bekend zijn. Wanneer je denkt: het lijkt me wel wat om mee te doen aan een stoppersregeling , denk dan nog twee keer heel goed na!!! De regeling is goedgekeurd door Brussel. De voorwaarden en afspraken met Brussel zijn leidend of je wel of geen recht hebt op een vergoeding die we staatssteun noemen. Staatssteun is complex en de verantwoordelijkheid ligt bij de uiteindelijk begunstigden, in dit geval de bedrijven die opgekocht gaan worden. Ik wil het weekend van de ministerploeg en vooral van Christianne niet verpesten maar het is wel belangrijk dat deelnemers exact hun positie weten. Wanneer je maandag denkt: op de site van   Rvo of lnv ziet het er goed uit en je besluit deel te nemen, die dan ook de volgende check. Controleer wat Brussel heeft goedgekeurd, de zogenaamde staatssteungoedkeuring. Mocht er op een bepaald moment, nadat je centen gebeurd hebt en je stallen gesloopt hebt, blijken dat je niet voldeed aan de eisen van Brussel dan heb je dikke pech. Je mag dan de vergoeding die je kreeg terugbetalen want je bent zelf verantwoordelijk om de staatssteungoedkeuring exact te kennen. Je stallen ben je kwijt en die krijg ook niet terug.  

JohnDeere7serie


Topics
0
Reacties
0
Volgers

Over mij

Leeftijd: onbekend
Laatst online: 8u geleden

Bedrijven

Ervaring

Ik heb ervaring met de volgende machines:

Merk / type Waardering