Wanneer gaat de FRC onderneming leveren.
Melkweb
zondag 25 oktober 2020
Wanneer gaat de onderneming leveren?
L.L.J. Bleumink (Leon)
Melkveehouder, district Achterhoek-Liemers
Met enige verbazing volg ik de discussie over de financiering van onze coöperatie. Al enige jaren maak ik me grote zorgen over diverse grote financiële missers/ beslissingen die juist mede, naast de vergrijzing, de oorzaak zijn van de discussie waarin we nu verzeild zijn geraakt, namelijk de winstgevendheid en daarmee ook de toevoeging aan de algemene reserve van de onderneming. En juist dat lijkt nu totaal te worden vergeten in de discussie over de financiering van Friesland Campina. Al jaren ga ik naar vergaderingen en stel ik kritische vragen over de missers zoals in Belgie (fabrelac) en Pakistan (Engro Foods) Het valt overigens niet mee om als lid hier goede informatie over te krijgen, meestal worden vragen afgedaan met “het ligt genuanceerder dan jij stelt”. Een recenter voorbeeld ligt hier in Nederland. In december 2015 besluit FrieslandCampina de kaasfabriek in Rijkevoort te sluiten. Voor 68 mensen werd het sociaal plan (met bijbehorende kosten) uit de kast getrokken. Echter, op 28 mei 2018 bericht vakblad Boerderij dat de kaasfabriek toch open moet blijven en gaat investeren in de locatie. “Er wordt weer geïnvesteerd in de kaasinstallaties en er moeten enkele tientallen mensen bij komen, in de functies van procesoperators tot ondersteunend personeel.” De heroverweging is het gevolg van voortschrijdend inzicht, zo wordt gemeld. Verbazend is dan ook dat op 02-07-2020 de top van FC vervolgens weer besluit om de fabriek toch te sluiten. 86 banen verdwijnen waarvan er 56 in vaste dienst waren. Het is volgens de directie om bedrijfseconomische redenen niet langer meer verantwoord de fabriek in Oost-Brabant, die deels werkt met verouderde machines, nog langer open te houden. Dus binnen een tijdsbestek van 4,5 jaar wordt besloten om een fabriek te sluiten, kosten gemaakt, toch open te houden, kosten gemaakt, toch weer te sluiten, wederom kosten gemaakt. Van het gemelde voortschrijdend inzicht is toch echt weinig te merken.
In iedere onderneming heb je succesvolle en minder succesvolle investeringen. Toch lijkt het de laatste jaren kenmerkend te zijn en haar weerslag te hebben op de uiteindelijke resultaten. Wat ik daarnaast opvallend vind is het repeterende verhaal van dhr. Schumacher dat de resultaten in ‘verre’ landen worden beïnvloed door tegenvallende wisselkoersen en politieke instabiliteit. Een onbegrijpelijke klaagzang aangezien dhr Schumacher toch ook moet weten dat dit inherent is aan investeringen in ‘verre’ onstabiele landen. Dit hoor je als internationaal opererend bedrijf in te calculeren. Daarnaast staat de verkoop van zekere winstmakers dicht bij huis zoals Creamy Creation en stremselfabriek CSK food haaks op de gevolgen van het gevoerde beleid.
In 2016 stelde Frieslandcampina naar een omzet te streven van 15 miljard euro in 2020. Daarbij moest de waardecreatie omhoog. Deze twee belangrijke peilers zijn bij lange na niet gehaald. In 2016 werd 362 miljoen winst gehaald bij 10,8 miljard liter melk met 21927 medewerkers, waardecreatie (prestatietoeslag plus reservering ledenbligaties) 3,44 Euro per 100 kg melk. In 2019 werd 278 miljoen winst gehaald bij 10,0 miljard liter melk met 23816 medewerkers, waardecreatie 1,38.
Daarnaast hebben we een aanpassing van de garantieprijssystematiek gehad waardoor de garantieprijs ongeveer een cent lager is, cumulatieve boekwinsten van ten minste 100 miljoen euro (bijvoorbeeld door verkoop van één of meerdere bedrijfsonderdelen niet mee te nemen bij de winstverdeling en er is tov 2016 10 % van de winst meer toegevoegd aan het eigen vermogen.
Om grote problemen te voorkomen moeten wij melkveehouders opnieuw gaan (in)leveren, die noodzaak zie ik ook wel. Maar om de slechte prestaties van de onderneming aan deze discussie voorbij te laten gaan kan niet. De belangrijke vraag voor mij is dan ook, WANNEER GAAT DE ONDERNEMING LEVEREN?