Veel kritische reacties op Van der Plas na uitspraken over FDF-actie

Veel politici zijn kritisch over uitspraken van Farmers Defence Force-voorman Mark van den Oever en over de reactie van BBB-leider Van der Plas daarop. Van den Oever zei gisteren dat demissionair minister Adema en NSC-Kamerlid Holman "in het centrum van de belangstelling zullen komen te staan" en dat hij "een spuughekel aan hen heeft gekregen". Hij deed zijn uitspraken terwijl hij voor brandende pallets en autobanden stond. 'Harde woorden, maar ook harde daden' Van der Plas kreeg in Op1 de vraag of dat geen verkapt dreigement is. Zij antwoordde dat het moet gaan over hoe de ellende van de boeren moet worden opgelost. Ze vindt het wel harde woorden, maar niet zozeer een bedreiging: "Er worden ook heel harde daden gepleegd richting de boeren. De boosheid is enorm op dit moment." NSC-voorman Omtzigt zegt op X over de uitspraken van Van den Oever en de reactie van Van der Plas dat "verkapte dreigementen niet OK zijn" en dat je daar "gewoon afstand" van neemt. En VVD-leider en demissionair minister van Justitie Yesilgöz benadrukt dat "mensen in gevaar brengen, de boel vernielen, wegen blokkeren en verkapte dreigementen van FDF nooit goed te praten of weg te wuiven zijn". Zij verwijst in haar bericht overigens niet met zoveel woorden naar Van der Plas. https://twitter.com/PieterOmtzigt/status/1753708851830948331 'Altijd scherp veroordelen' D66-leider (en demissionair Klimaatminister) Jetten zegt dat politici intimideren niet bij Nederland past. Hij vindt het "zwak" dat Van der Plas dat niet veroordeelt. GroenLinks-PvdA-voorman Timmermans noemt het bedreigen van politici een aanval op de rechtsstaat, die altijd scherp moet worden veroordeeld. "Kennelijk is die basislijn voor Van der Plas niet van toepassing als het om radicale boeren gaat", vult hij aan. CDA-Kamerlid Vedder vindt dat "je dit echt niet doet: bedreigen niet en wegwuiven ervan ook niet". En ChristenUnie-leider Bikker: "Kap hier mee. Veroordeel dreigen en vernielen, in plaats van vergoelijkend over de toon te spreken." Volt-voorman Dassen spreekt over een "kansloze en gevaarlijke reactie van Van der Plas". https://twitter.com/piethermus/status/1753695273715376514

RVO waarschuwt: teveel regels, ondernemers haken gefrustreerd af

De Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) trekt aan de bel. Er zijn teveel regels, wetten en programma waardoor ondernemers de bomen door het bos niet meer zien, afhaken en gefrustreerd raken. Het moet simpeler, luidt de boodschap van de RVO. De politiek zit vol plannen, maar vergeet daarbij vaak de uitvoerbaarheid, aldus de organisatie. Het is tijd om minder te willen, want door minder te doen krijg je meer gedaan, stelt de RVO. De overheid wordt daarmee meer doeltreffend in haar ambities en het wordt simpeler en aantrekkelijker voor ondernemers. ‘Met minder kunnen we dus meer bereiken’, aldus RVO-directeur general Abdeluheb Choho. ‘Maar daarvoor zijn er wel scherpe keuzes van de politiek nodig.’ RVO roept de politiek en beleidsmakers op om nieuwe initiatieven te toetsen op uitvoerbaarheid en haalbaarheid voor ondernemers. Geef ruimte aan de uitvoering, laat de grootste groep het uitgangspunt zijn, nu wordt de uitzondering vaak tot norm verheven, aldus RVO. Houd het simpel en coördineer en verminder de administratieve lasten voor ondernemers, stelt de organisatie. Nederland loopt vast Ondernemersorganisaties VNO-NCW en MKB-Nederland herkennen de zorgen van de RVO en vinden het ‘zeer goed dat ze dit signaal geven’. ‘Op tal van fronten loopt Nederland inmiddels vast. Van het overvolle stroomnet tot de enorme regelbrei. De hoeveelheid wet- en regeling voor het bedrijfsleven is de afgelopen jaren absoluut geëxplodeerd. Daar moeten we samen met de overheid en een nieuw kabinet en de uitvoerders van beleid mee aan de slag’, aldus beide organisaties. Ze willen bijvoorbeeld dat bij nieuwe regels een toets komt of de regels wel werkbaar zijn voor bedrijven of de wetgeving moet worden vereenvoudigd.

Invloed van luchtvaart op luchtkwaliteit in Nederland is beperkt

De luchtvaart draagt beperkt bij aan luchtverontreiniging rondom luchthavens. Dat blijkt uit onderzoeken die zijn uitgevoerd in opdracht van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. Het ministerie laat de komende tijd nog onderzoek doen naar een viertal stoffen dat nu niet kon worden getoetst. Het ministerie wil dat de leefomgeving rond luchthavens verbetert, en de lucht schoner wordt. Hiervoor zijn al verschillende maatregelen getroffen, en worden er nog meer uitgewerkt. Het is daarvoor belangrijk om te weten hoeveel vliegtuigen bijdragen aan de totale uitstoot van schadelijke stoffen. In de bewoonde gebieden rond Schiphol wordt vermindering van de luchtkwaliteit voor 95 procent veroorzaakt door andere bronnen dan de luchtvaart, rondom regionale luchthavens is dat zelfs 99 procent. In vier bewoonde gebieden ligt de maximale bijdrage van de luchtvaart aan luchtverontreiniging boven 1 procent. In één daarvan bij Schiphol – Badhoevedorp - ligt dit percentage het hoogst, op maximaal 10 procent (dat gaat over stikstofdioxide). Maar ook daar is de bijdrage van de luchtvaart nog steeds relatief laag. Ter vergelijking: in een keuken waar elektrisch wordt gekookt, ligt de totale concentratie ruim 4 keer hoger, in een keuken mét gasfornuis zelfs 10 keer hoger. De onderzoeksresultaten Naar aanleiding van eerder onderzoek van TNO heeft het ministerie vier vervolgonderzoeken laten uitvoeren. Onderzoeksbureau Adecs keek naar zowel Zeer Zorgwekkende Stoffen (ZZS) als andere luchtverontreinigende stoffen, en in welke mate de luchtvaart bijdraagt aan de concentraties daarvan. Op één punt bij Rotterdam The Hague Airport na blijven alle concentraties onder de normen uit de Wet milieubeheer. Op dat specifieke punt wordt de maximale concentratie stikstofdioxide overschreden, maar dat komt niet door de luchtvaart. Dit punt ligt naast een snelweg, waar de meeste uitstoot vandaan komt. De relatieve bijdrage van de luchtvaart is hier 0,1 procent. Het Nederlands Lucht- en Ruimtevaartcentrum (NLR) deed onderzoek naar de uitstoot van ZZS op en rond luchthavens. Het onderzoek toetst de ZZS-concentraties aan de Maximaal Toelaatbaar Risico-waarden (MTR). Dat is de concentratie van een stof waar onder geen negatief effect is te verwachten volgens het RIVM. De onderzoekers concluderen dat het aandeel van de luchtvaart aan de MTR-waarde klein is. Het ministerie laat nog aanvullende berekeningen doen voor vier ZZS die nu nog niet konden worden getoetst. Uit het onderzoek blijkt dat ZZS vooral worden uitgestoten door taxiënde vliegtuigen: die zijn goed voor meer dan 90 procent van de totale uitstoot door de luchtvaart. Rondom de hoofdplatforms op Schiphol wordt ongeveer een derde van de ZZS-concentraties veroorzaakt door de hulpmotoren die vliegtuigen (APU’s) gebruiken als ze stilstaan. Maatregelen De APU van een vliegtuig mag alleen worden gebruikt als er geen alternatieven beschikbaar zijn, zoals walstroom of elektrische Ground Power Units. De Inspectie Leefomgeving en Transport heeft al maatregelen genomen tegen Schiphol, omdat er teveel gebruik wordt gemaakt van de APU. Er lopen ook andere maatregelen om de uitstoot van ZZS op en rond luchthavens tegen te gaan. Zo zijn luchthavens bezig hun grondoperatie te elektrificeren, zodat daarbij geen stoffen meer worden uitgestoten. Taxiën op één motor is inmiddels de standaardprocedure voor veruit de meeste vliegtuigen op Schiphol, wat ook zorgt voor minder uitstoot. Ook wordt gekeken hoe het taxiën verder weg van het platformpersoneel kan beginnen, zodat de uitstoot hen minder treft. Vlootvernieuwing en uniforme rekenmethode In een ander onderzoek is gekeken naar het effect van de inzet van modernere vliegtuigen de komende jaren. Als het aantal vliegtuigbewegingen gelijk blijft, blijkt dat de emissies grotendeels gelijk blijven of dalen. Ook is er een nieuwe, uniforme rekenmethode uitgewerkt om de invloed van de luchtvaart op luchtkwaliteit te berekenen. Nu zijn er nog verschillen tussen de manieren waarop adviesbureaus hun berekeningen doen. Door allemaal dezelfde rekenmethode te gebruiken, biedt dat meer duidelijkheid over toekomstige onderzoeksresultaten. Het ministerie gaat de onderzoeksresultaten nog voorleggen aan onafhankelijke experts, voor verdere duiding. Hierbij zullen ook de Commissies Regionaal Overleg en de Maatschappelijke Raad Schiphol betrokken worden.

Nieuwe reacties

LTO STOPT MET LANDBOUWAKKOORD

Vanavond sprak LTO met een delegatie van het kabinet over de laatste bouwstenen om te komen tot een concept-landbouwakkoord. De inzet was, conform het advies van Johan Remkes: herstel van vertrouwen, het bieden van perspectief en op een realistische manier de doelen behalen. Dat is wat LTO betreft helaas niet gelukt. Alle partijen hebben maximaal hun best gedaan om tot een akkoord te komen. We hadden het graag zien lukken. We moeten echter nuchter en zakelijk constateren dat er onvoldoende stappen zijn gezet om boeren en tuinders handelingsperspectief en inkomenszekerheid te bieden. Om die reden heeft LTO besloten te stoppen met het landbouw­akkoord. Natuurlijk hopen we dat de goede elementen die zijn bereikt niet in de prullenbak belanden. In algemene zin ademt het concept-landbouwakkoord een sfeer waarin doelen en verplichtingen voor de agrarische sector in beton gegoten zijn, inclusief de consequenties die volgen als agrariërs deze doelen niet halen. De inzet om boeren en tuinders daarbij te ondersteunen is helaas onvoldoende concreet om voor de toekomst op te kunnen bouwen. Tegenover harde verplichtingen stonden in de loop van het proces steeds meer goede intenties, maar van intenties kan een boer niet leven. Daarmee wordt de Nederlandse landbouw niet het perspectief geboden waar we binnen de context van een landbouwakkoord met elkaar naar zochten. Doelsturing Een harde randvoorwaarde voor LTO was een noodzakelijke systeemwijziging in de samenwerking tussen boeren en overheid. Van beleid met middelenvoorschriften vol ge- en verboden naar landbouwbeleid gericht op doelsturing voor boeren en tuinders. LTO is voorstander van beleid dat kijkt naar bedrijfsspecifieke emissies. Die kunnen worden gemeten en daarop kunnen boeren sturen. Aan tafel was een oplossing in zicht om dit uit te werken via een ‘afrekenbare stoffenbalans’: laat boeren en tuinders weten welke doelen ze moeten bereiken en geef hen ruimte om daar vanuit vakmanschap en ondernemerschap zelf invulling aan te geven. Maar tegelijkertijd werd vanuit het kabinet ingezet op tal van nieuwe, sturende middelvoorschriften zoals een GVE- of graslandnorm, voer-, teelt-, gewas- en managementeisen. Inkomenszekerheid Om doelen te halen, moeten boeren en tuinders maatregelen nemen die tot hogere kostprijzen leiden voor ons voedsel. Maar in het winkelschap concurreren deze producten met buitenlandse producten die niet aan deze eisen hoeven te voldoen – en die dus goedkoper zijn. De noodzaak om te komen tot een ‘level playing field’ wordt benadrukt: dezelfde kwaliteitseisen voor binnen- én buitenlands voedsel. Feitelijk gezien is er echter helemaal géén level playing field. In dit akkoord kwam de toezegging niet verder dan een intentie om daarover op Europees niveau het gesprek aan te gaan. Daarmee ontbreekt een robuust verdienmodel voor Nederlandse boeren en tuinders – terwijl dat de kern van een akkoord zou moeten zijn. Boeren kunnen hun economische toekomst niet afhankelijk maken van wensdenken zonder zicht op succes. Stikstofbeleid LTO heeft meermaals aangegeven dat er een koerswijziging op het stikstof­beleid moet komen om tot een breed gedragen landbouwakkoord te komen. Een akkoord kan niet op draagvlak rekenen onder boeren en tuinders zolang daarover geen duidelijkheid ontstaat. Richten we ons op 2030 of op 2035? Komt er een alternatief voor de KDW in de wet en de vergunningverlening? Wanneer worden de PAS-melders en interimmers gelegaliseerd? Daarover konden we op dit moment geen afspraak met het kabinet maken. Tenslotte LTO-voorzitter Sjaak van der Tak: “Als LTO balen we dat het niet is gelukt. We willen samenwerken en oplossingen vinden, dat zit in onze aard. De inzet van minister Adema en het kabinet hebben we erg gewaardeerd. Perspectief vraagt om ruimte om de omslag te kunnen maken. De durf om vertrouwen te hebben in het vakmanschap en ondernemerschap van een sector. Borging van alle natuur- en klimaatdoelen is belangrijk, maar domineren dermate eenzijdig dat een gesprek over de strategische waarde van voedsel, een leefbaar platteland en de immateriële waarde van boeren en tuinders ondergeschikt blijft.”

Nieuwe reacties

Landbouwminister snapt onrust over mestregels: moeten we verder over praten

Minister Piet Adema (Landbouw) begrijpt dat er onder boeren weer veel onrust ontstaan is over de mestregels. Die worden onder zware druk vanuit de Europese Commissie toch al dit jaar flink aangescherpt, terwijl het kabinet eerder nog had beloofd dat 2023 voor een aantal maatregelen nog een 'overgangsjaar' zou zijn. Dat laatste viel volkomen verkeerd in Brussel, waar men vindt dat Nederland zich gewoon aan de afspraken moet houden. Nu moeten boeren al vanaf maart voldoen aan strengere regels, tot woede van landbouworganisaties waar Adema momenteel mee onderhandelt over een grondige hervorming van de sector. "Daar moeten we verder over praten", laat Adema via zijn woordvoerder weten.Mest veroorzaakt onder meer watervervuiling en daar is Brussel bezorgd over. Door de aanscherping zal een aantal boeren bufferstroken langs sloten moeten aanleggen, waar geen mest uitgereden mag worden. Ook moeten landbouwers na de oogst bepaalde gewassen telen, zodat mest niet uit de grond spoelt. Adema wilde wel dat Nederlandse boeren aan deze regels zouden voldoen, maar hield ook rekening met 'de agrarische praktijk'. Hij erkende dat Nederland daarmee wellicht een juridisch 'geitenpaadje' had gezocht om de pijn voor boeren te verzachten. Komende dagen cruciaal Maandag zat de minister met verschillende landbouwgroepen aan tafel in het kader van het landbouwakkoord. Daarbij is ook gesproken over de aangescherpte mestregels. Agractie en Land- en Tuinbouworganisatie (LTO) Nederland zijn woedend over de gang van zaken rondom de zogeheten mestderogatie. Woensdag zal het onderwerp in de Tweede Kamer ter sprake komen tijdens een debat. LTO noemt de komende dagen "cruciaal". "De minister is aan zet."Agractie vroeg zich maandag af of er "met deze overheid wel afspraken zijn te maken". Volgens LTO is het nu nog maar de vraag of het nog gaat lukken om een landbouwakkoord te sluiten. "Hoe is het mogelijk dat, terwijl boeren al gezaaid hebben, de spelregels worden veranderd? Door Europa. Eenzijdig. Dat is onbetrouwbaar en onaanvaardbaar."'Stevig gesprek'Adema zei eerder al dat het kabinet zelf maatregelen neemt, mocht het niet lukken om tot een akkoord te komen. "Het landbouwakkoord is dé kans voor boeren om afspraken te maken over de toekomst van de landbouw." Hij erkent dat het gesprek maandag 'stevig' was. "We hebben als overheid ook veel werk te doen om het vertrouwen te herstellen.

Frederika


Topics
0
Reacties
0
Volgers

Over mij

Leeftijd: 58jr
Laatst online: 4u geleden

Melkveebedrijf

Bedrijven

Ervaring

Ik heb ervaring met de volgende machines:

Merk / type Waardering