Adema werkt aan 'brede' stoppersregeling boeren, niet alleen voor piekbelasters

Landbouwminister Adema werkt aan een nieuwe 'brede' regeling voor boeren die willen stoppen met hun bedrijf. Dat bevestigen Haagse bronnen na berichtgeving in De Telegraaf. Met het voorstel, dat nog niet af is, zijn miljarden euro's gemoeid. Het idee is om met het pakket een koude sanering van de agrarische sector, met als gevolg bijvoorbeeld faillissementen., te voorkomen. Vorig jaar is bepaald dat er een einde komt aan de Nederlandse uitzonderingspositie in het Europese mestbeleid. Nederlandse boeren mochten jarenlang meer mest uitrijden dan boeren in andere landen. Maar dat verschil wordt stap voor stap opgeheven; in 2026 moet Nederland zich aan dezelfde regels houden als de rest van Europa. Er is daardoor een mestverwerkingsprobleem, dat zonder ingrijpen alleen maar groter wordt. Adema komt daarom met een pakket aan maatregelen, waar de 'beëindigingsregeling' er één van is. Het gaat om een langdurige regeling die drie of vier keer per jaar wordt opengesteld en waar boeren die willen stoppen, vrijwillig op kunnen intekenen. Minder vee Daarnaast wordt gedacht over strengere regels voor boeren, die minder dieren per hectare zouden mogen houden. De bedoeling van het hele pakket is dat er minder vee (en dus minder mest) komt en dat de waterkwaliteit daardoor verbetert. Bijkomend voordeel is dat de stikstofuitstoot omlaag zal gaan. Er wordt nog volop gewerkt aan de plannen. Een van de vragen die nog op tafel ligt, is of de 'beëindigingsregeling' volgens de Brusselse regels als 'verkapte staatssteun' kan worden gezien. Als het voorstel af is, gaat er een brief naar de Tweede Kamer, die zich er dan over moet buigen. Er zijn al verschillende stoppersregelingen voor boeren (geweest), maar dat zijn tijdelijke regelingen in verband met de stikstofuitstoot. Er loopt nu nog een regeling voor piekbelasters in de buurt van kwetsbare natuurgebieden. De nieuwe regeling is breder, voor de hele sector.

Kabinet volgt met tegenzin wens Kamer en zal in EU tegen natuurherstelwet stemmen

Demissionair minister Van der Wal (Natuur en Stikstof) zal in de Europese Raad van Ministers tegen de zogeheten natuurherstelwet stemmen. Ze voldoet daarmee aan een wens van de Tweede Kamer, maar met grote tegenzin, zo blijkt uit een brief die ze naar de Kamer heeft gestuurd. Het kabinet was van plan om de wet wel te steunen, mede omdat er al aan veel Nederlandse zorgen tegemoet is gekomen. Ook wilde ons land zich "een betrouwbare onderhandelingspartner tonen", schrijft Van der Wal. Ze had nog graag een inhoudelijke discussie gevoerd over de gevolgen van de wet, maar daar wil de Kamer niet op wachten. De Europese wet is bedoeld om de aangetaste natuur te herstellen. Het Europees Parlement nam eind vorige maand de veelbesproken verordening aan. Die is na boerenprotesten in veel landen al sterk afgezwakt in vergelijking met het oorspronkelijke voorstel van toenmalig Eurocommissaris Timmermans, maar vooral landbouworganisaties maken zich nog steeds zorgen over de gevolgen. Vorige week steunde een ruime meerderheid van de Tweede Kamer een motie van BBB en NSC, waarin het kabinet werd opgeroepen tegen te stemmen als de definitieve beslissing genomen wordt door de Raad van Ministers. Moeilijk haalbare doelstellingen Volgens de Kamer is Nederland nu al niet in staat om de normen voor stikstof en waterkwaliteit te halen, en komen daar door deze wet nog meer moeilijk haalbare doelstellingen bij. Bovendien kan het tot allerlei rechtszaken gaan leiden als de doelstellingen niet gehaald worden. Daarom moet Van der Wal tegen stemmen en op zoek gaan naar andere landen om samen de verordening te blokkeren, zo stond in de motie. Van der Wal ontraadde als minister de motie, maar stemde als lid van de VVD-fractie voor de oproep van BBB en NSC. Totdat er een nieuw kabinet is combineert ze de functies, omdat ze op 22 november gekozen is als Kamerlid. Stemverklaring Die tegenstem in Europa komt er, schrijft de minister nu, maar wel met een stemverklaring erbij waarin we onze erkentelijkheid uitspreken over de mate waarin Nederland tegemoet is gekomen. Van der Wal: "Het kabinet hecht groot belang aan onze strategische positie in Europa en wil een betrouwbare onderhandelingspartner blijven, ook in het licht van andere dossiers waarover op dit moment onderhandeld wordt." De Europese ministers stemmen naar verwachting op 12 april over de natuurherstelwet. Behalve in Nederland is er ook in Duitsland inmiddels twijfel over steun aan de verordening. Onduidelijk is of dat uiteindelijk de plannen zal doen sneuvelen.

RVO waarschuwt: teveel regels, ondernemers haken gefrustreerd af

De Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) trekt aan de bel. Er zijn teveel regels, wetten en programma waardoor ondernemers de bomen door het bos niet meer zien, afhaken en gefrustreerd raken. Het moet simpeler, luidt de boodschap van de RVO. De politiek zit vol plannen, maar vergeet daarbij vaak de uitvoerbaarheid, aldus de organisatie. Het is tijd om minder te willen, want door minder te doen krijg je meer gedaan, stelt de RVO. De overheid wordt daarmee meer doeltreffend in haar ambities en het wordt simpeler en aantrekkelijker voor ondernemers. ‘Met minder kunnen we dus meer bereiken’, aldus RVO-directeur general Abdeluheb Choho. ‘Maar daarvoor zijn er wel scherpe keuzes van de politiek nodig.’ RVO roept de politiek en beleidsmakers op om nieuwe initiatieven te toetsen op uitvoerbaarheid en haalbaarheid voor ondernemers. Geef ruimte aan de uitvoering, laat de grootste groep het uitgangspunt zijn, nu wordt de uitzondering vaak tot norm verheven, aldus RVO. Houd het simpel en coördineer en verminder de administratieve lasten voor ondernemers, stelt de organisatie. Nederland loopt vast Ondernemersorganisaties VNO-NCW en MKB-Nederland herkennen de zorgen van de RVO en vinden het ‘zeer goed dat ze dit signaal geven’. ‘Op tal van fronten loopt Nederland inmiddels vast. Van het overvolle stroomnet tot de enorme regelbrei. De hoeveelheid wet- en regeling voor het bedrijfsleven is de afgelopen jaren absoluut geëxplodeerd. Daar moeten we samen met de overheid en een nieuw kabinet en de uitvoerders van beleid mee aan de slag’, aldus beide organisaties. Ze willen bijvoorbeeld dat bij nieuwe regels een toets komt of de regels wel werkbaar zijn voor bedrijven of de wetgeving moet worden vereenvoudigd.

Weinig klimaatwinst bij CO2-opslag in landbouwbodem

Op 29 augustus werden de nodige kanttekeningen geplaatst bij het vastleggen van CO2 in landbouwbodems tijdens de Wageningen Soil Conference. Stoppen met ploegen, bodembedekkers na de oogst, verhoging van het areaal permanent grasland, bepaalde vormen van agroforestry en het herstellen van wetlands – dit kan allemaal zorgen voor (meer) koolstofopslag in de bodem. Om die reden ontstaat momenteel een levendige handel in carbon farming (koolstoflandbouw). Bedrijven die klimaatneutraal willen zijn of worden, kopen certificaten van boeren die extra koolstof vastleggen in landbouwbodems. De Europese Unie promoot carbon farming. ‘Koolstoflandbouw is een noodzakelijke aanvulling op onze inspanningen om klimaatneutraal te worden’, stelde Eurocommissaris Frans Timmermans in 2021. ‘Het stelt boeren, bosbouwers en andere landbeheerders in staat om echte hoeders van onze omgeving en klimaat te worden.’ Carsten Paul, onderzoeker bij het Leibniz Centre for Agricultural Landscape Research wijst er op dat het koolstofgehalte in de bodem een dynamisch evenwicht is van koolstofopname en CO2-uitstoot. Daarbij geldt als regel: hoe hoger het koolstofgehalte, hoe hoger de respiratie en uitstoot. Bovendien vergt CO2-vastlegging een strak management van tientallen jaren dat weer verloren kan gaan als de boer of zijn opvolger een ander management kiest. Deze onzekerheden zorgen ervoor dat certificaten, die de extra koolstofvastlegging claimen bij boer S op plek X, een ongeschikt middel zijn om klimaatdoelen te halen. ‘We kunnen ons geld beter besteden aan emissiereductie’, stelt Paul. De Wageningse bodembioloog Gabriel Moinet komt tot dezelfde conclusie. Het vastleggen van CO2 in landbouwbodems kan hooguit bijdragen aan 8% van de huidige klimaatopgave voor CO2-reductie, maar 4% is een meer realistische schatting. Daarnaast zijn Moinet en zijn collega’s kritisch op de veelgehoorde claim dat koolstofvastlegging in bodems een no regret maatregel is die bijdraagt aan voedselzekerheid. Hun onderzoek toont aan dat de relatie tussen koolstofvastlegging en voedselproductie afhangt van de specifieke omgeving. In sommige gevallen kan extra koolstofvastlegging zelfs leiden tot schade. ‘We moeten de focus verleggen van het maximaliseren van koolstofvastlegging naar het optimaliseren ervan’, zegt Moinet. Deze conclusies zijn slecht nieuws voor de aanhangers van permacultuur, biologische en regeneratieve landbouw. In deze vormen van landbouw staat de bodemgezondheid centraal, niet alleen om daarmee meer bodemgezondheid en biodiversiteit te creëren, maar ook om bij te dragen aan de klimaatopgave. Regeneratieve landbouw wordt inmiddels omarmd door een deel van de agrifoodbedrijven, maar de klimaatwinst is dus beperkt en moeilijk te kwantificeren, zodat CO2-certificaten en een verdienmodel moeilijk zijn te verantwoorden. Dat neemt niet weg dat koolstofopslag in de bodem een goed idee is, stelt Van der Voort. ‘De klimaatwinst mag dan beperkt zijn, maar koolstofvastlegging is vooral goed voor de bodemgezondheid, de weerbaarheid tegen klimaatverandering en de biodiversiteit. Dit is voor een groot deel van de bodems in de wereld echt cruciaal.’ bron: WUR

Afgeschoten Drentse wolf doodde in een halfjaar meer dan honderd schapen

De wolf die eerder deze maand werd afgeschoten bij het dorp Wapse doodde in zes maanden tijd zeker 103 schapen.Uit gegevens van overheidsorganisatie BIJ12 blijkt dat de jonge mannetjeswolf ook een geit en pony doodde, meldt RTV Drenthe.De wolf werd op de vroege ochtend van zondag 9 juli doodgeschoten op last van de burgemeester. Een boer had geprobeerd het dier met een hooivork en schep te verdrijven toen hij zijn schapen aanviel en was daarbij door de wolf in zijn arm gebeten.Nu blijkt uit dna-onderzoek dat het dier in de maanden voor zijn dood betrokken was bij negentien aanvallen in de regio en daarbij dus meer dan honderd dieren doodde. Dat gebeurde deels in de buurt, zoals in Wapserveen. Maar ook iets verder weg, tot aan Beilen, Dwingeloo en in Appelscha in Friesland toe. Op 28 februari doodde de wolf bij een aanval in Dwingeloo vijftien schapen.6500 volt hield wolf niet tegenUit de gegevens blijkt ook dat de wolf zich lang niet altijd iets aantrok van wolfwerende maatregelen. Op 10 februari en op 21 januari viel het dier schapen aan die achter een hek stonden met zes stroomdraden.Het ging om een wolfwerend raster met een hoogte van 120 à 130 centimeter hoog, met daarop een spanning tot 6500 volt. Ook op de ochtend dat hij werd doodgeschoten 'passeerde' de wolf een door de provincie goedgekeurd wolvenraster.Het Openbaar Ministerie (OM) is bezig met een onderzoek naar de rechtmatigheid van het afschieten van de wolf. De politie heeft onlangs ook een aantal telefoons in beslag genomen van betrokkenen.Het OM is nog op zoek naar een filmpje dat van het bijtincident met de schapenhouder is gemaakt. Volgens LTO Noord-voorman Dirk Bruins wordt dit filmpje door de familie van de schapenhouder bewust niet naar buiten gebracht. "Bepaalde personen vinden altijd dat er iets fout is gegaan en zullen de beelden niet geloven of zeggen dat ermee gerommeld is. Zulke beelden gaan bovendien een eigen leven leiden", aldus Bruins.Beelden en belhistorieDierenrechtenorganisaties hebben de politie gevraagd om de onbewerkte beelden van het incident veilig te stellen. Zij willen ook inzicht in de belhistorie, de berichten en het foto- en filmmateriaal van alle aanwezigen op het terrein rond het incident.Eerder deden vier dierenrechtenorganisaties aangifte tegen de gebeten schapenhouder en de burgemeester, Zij zeggen dat het niet de wolf is die de boer aanviel, maar de boer de wolf. Ook willen ze weten waarom de burgemeester niet heeft gebeld met wolvendeskundigen voordat hij het besluit nam om de wolf dood te laten schieten.

Rekentool piekbelasters stuurt op gewenst resultaat

Door Geesje Rotgers Onderzoeksjournalist in de agrarische sector Deze week kwam de speciale Aerius-calculator beschikbaar, die piekbelasters aanwijst. Heb hem meteen bekeken. In dit stuk een aantal bevindingen. De overheid heeft de Aerius-calculator zodanig ingericht, dat die stuurt op gewenste uitkomsten. In de afgelopen jaren kwamen wetenschappers al met een reeks verschillende uitgangspunten, om piekbelasters aan te wijzen (grootste emissie, grootste depositie-vracht, hoogste depositie-piek, maximaal doelbereik). Uit een vergelijking bleek dat de gekozen uitgangspunten in hogere mate de uitkomsten bepaalden. Het ministerie had dus veel ruimte om eerst de gewenste uitkomsten te bepalen, en daar vervolgens de uitgangspunten bij te kiezen die zouden leiden tot die uitkomsten. De ministeriële keuzes en hun consequenties op een rij. Nadeel voor bedrijven met weinig of geen grond Het ministerie heeft ervoor gekozen alleen de stikstof die vrijkomt uit stallen mee te tellen. En niet de stikstof die vrijkomt uit de bemesting van de akkers. De 'normale' versie van Aerius rekent bij grondgebonden bedrijven ongeveer evenveel stikstof uit de stal als vanuit de bemeste percelen. Door stikstof uit bemesting in deze speciale calculator niet mee te tellen, hebben grondgebonden bedrijven een voordeel. En bedrijven met weinig of geen grond een nadeel. Aanvankelijk werd een andere definitie voor piekbelaster gehanteerd. Het ging steeds om bedrijven op korte afstand van natuurgebieden, op pakweg maximaal één tot twee kilometer. Deze keer koos het ministerie voor een veel ruimere afstandsgrens, van maar liefst 25 kilometer. Vrijwel alle veehouderijen in Nederland hebben wel een stikstofgevoelig natuurgebied binnen deze afstand. Deze ruime afstand zorgt ervoor dat grote bedrijven, op grotere afstand van natuurgebieden, tóch kunnen worden aangemerkt als piekbelaster. Kleine bedrijven niet veilig voor calculator Het meest in het oog springt de keuze voor een 'depositievracht' van minimaal 2.500 mol/jaar op overbelaste stikstofgevoelige natuur. Dit is omgerekend 35 kilo stikstof per jaar. Een uitstoot van 35 kilo wordt gerealiseerd door een kudde van 50 schapen, een groep met 7 paarden, een stal met drie of vier koeien. Ook kleine bedrijven zijn dus niet bij voorbaat veilig voor de piekbelaster-calculator. Welke bedrijven lopen de meeste kans om als piekbelaster te worden aangewezen? Dat zijn de bedrijven met de meeste hectares stikstofgevoelige natuur binnen de straal van 25 kilometer. Met andere woorden: boeren die een groot natuurgebied in de regio hebben (dit zijn veel hectares). Het meest in het oog springt de Veluwe. Neem een bedrijf dat een minimale depositie van 0,3 mol/ha veroorzaakt op een gebied van 10.000 hectare. Door de vele hectares natuur komt dit bedrijf in de calculator uit op 3.000 mol/ha, en is dus 'piekbelaster'. Geen beveiliging van ingevoerde data Wat je in het rekenmodel stopt, bepaalt de uitkomst. Zo ook bij deze piekbelaster-calculator. Er zijn duidelijk politieke keuzes verwerkt in deze rekentool. Het ministerie richtte deze calculator zodanig in, dat bepaalde groepen boeren eerder als piekbelaster worden aangewezen: boeren bij grote natuurgebieden en boeren met weinig of geen grond. Met sturen op 'de staat van instandhouding van de natuur' heeft dit weinig te maken. Met selectief saneren van de veehouderij des te meer. Tot slot de beveiliging van de Aerius-calculaties. Ik zag bezorgde berichten van veehouders, die bang zijn dat derden kunnen meekijken met hun rekenwerk. Zij hebben een terecht punt. Ik heb me er al vaker over verbaasd hoe gemakkelijk je Aerius-uitdraaien van anderen kunt openen, en tot in detail de ingevoerde gegevens kunt bekijken. Er zit geen beveiliging op.

Landbouwakkoord komt in kritieke fase!

Landbouwakkoord komt in kritieke fase!   Op vrijdag 17 februari is er weer een Landbouwakkoord-overleg geweest. Daarbij waren twee NMV-bestuurders aanwezig. De door de minister aangestelde ‘voorzitter’ van het Landbouwakkoord (Wouter de Jong) was ook aanwezig om met ons over de voortgang in het algemeen te spreken. NMV heeft daar in de richting van Wouter de Jong een hard en scherp betoog gehouden, dat wij het gevoel hebben dat we aan de Landbouwtafel moeten gaan praten over toenomstscenario’s 2040,terwijl tegelijkertijd minister Van der Wal en sommige provincies doordenderen met ‘afbraak’ en boeren de wacht aanzeggen. Begin vorige week gebeurde dat in Zuid-Holland met boeren nabij de Nieuwkoopse Plassen. NMV heeft gesteld dat aan dat soort praktijken een eind moet komen. Die boodschap kwam zichtbaar over en werd zeer breed gesteund door nagenoeg de gehele melkveehouderij-overlegtafel. Er is een soort rapportage vastgesteld van de eerste fase. Daar staan best wat goede dingen in, maar het raakt niet echt de kern van het conflict. Daarom zou de hiervoor genoemde ‘boodschap’ ook worden toegevoegd aan de rapportage. De door de boerenbelangenbehartigers opgestelde grond-analyse, van waar de stapels aan Haagse plannen toe leiden (250.000 ha areaal-verlies en 35% vermindering binnenlandse melkproductie, dus saneren staal en aluminium van heel wat fabrieken en einde internationale positie van Nederland als zuivelland) is met een aantal aangescherpte vragen richting de hoofdtafel en Adema gegaan. Binnen 14 dagen komt hier een reactie op. Als Adema zegt ‘het is zoals het is, van zo’n krimpscenario moet je inderdaad uitgaan,’ is het naar onze verwachting ‘einde’ Landbouwakkoord-proces. Er heerst bij de boerenpartijen veel en breed ongenoegen dat we de echte problemen (denk aan afschaffing derogatie en de gevolgen voor het boereninkomen) niet bespreken, maar wel de verre toekomst bespiegelen. Er is een initiatief nodig - net als dat we dat bij de ‘grondanalyse’ als 8 boerenpartijen hebben gedaan - om het thema ‘grondgebruik, bemesting en grondgebondenheid’ bij de kop te pakken. Als men ons wil laten praten over ‘transitiepaden 2040’, het zij zo, dan pakken we als 8 boerenpartijen de urgente zaken (gevolgen derogatie-beschikking kunnen draconisch zijn) zelf op. Gekkigheden die nu uit Haagse ambtelijke pennen vloeien op dit thema (zoals dat je je overtollige mest binnen een straal van 20 km moet afzetten) moeten we zo snel mogelijk ‘kalt stellen’ door zélf als boerenpartijen de leiding te nemen. Kort samengevat is de inzet van NMV en het gesloten boerenfront tot nu toe: - Alle agrarische grond met bestemming ‘agrarisch’ moet die bestemming volledig houden (met uitzondering voor wonen, bedrijven en infrastructuur, maar dat is van alle tijden). - We moeten toe naar een systeem waarmee nieuwe en grotere bemestingsruimte ontstaat: voor gebieden waar de kwaliteit grond- en oppervlaktewater in orde is voor wat betreft nutriënten afkomstig uit de landbouw en/of waar met meet-systematiek op bedrijfsniveau wordt aangetoond dat de kwaliteit van oppervlaktewater en grondwater ter plekke in orde is voor wat betreft nutriënten uit de landbouw en de uitspoeling uit de landbouw binnen de normen is. Je zou kunnen zeggen: als er voldoende grond blijft (zeer van belang voor de vele blijvers en opvolgers) en de mogelijkheden voor grondGEBRUIK zijn in orde (dus ook ten aanzien van de mestplaatsingsruimte) dan hebben we vermoedelijk een gezonde sector om ook de opgaven die op ons afkomen te tackelen: klimaat, water, enz. Twee dingen zijn duidelijk: 1. De boerenpartijen blijven nog steeds. 2. Het is ontzettend belangrijk om als boerenpartijen het initiatief te hebben en je niet braaf in de fuik van het Landbouwakkoord te laten lokken. De NMV vaart scherp aan de wind, maar doet dat samen met andere boerenpartijen. Het gaat er bij de melkveehouderij-tafel vaak hard aan toe, maar dat is ook volstrekt logisch: ‘ze’ pakken onze grond af, onze plaatsingsruimte voor mest, jagen ons daardoor op kosten, hebben het vizier gericht op onze dieren en complete bedrijven. Er is heel veel om voor te knokken. Onze tactiek is: in eenheid de boel op cruciale punten op scherp zetten, kijken of Den Haag wil bewegen. Zo ja, dan kan er onderhandeld worden. Maar zo ver zijn we nog niet. Zo nee, dan is het einde oefening. Als we op dossiers ‘grond’ én ‘grondgebruik, grondgebondenheid en mest’ geen wezenlijke zaken binnen kunnen halen, dan weten we wat ons te doen staat: als 8 boerenpartijen gezamenlijk aankondigen dat het geen zin meer heeft. Is het kabinet (Rutte zal er dan wel aan te pas komen) daar doof voor dan weten wij waar de uitgang is. Echter, zolang we met onze 8 collega-boerenbelangenbehartigers in de melkveehouderij de overtuiging hebben dat er iets wezenlijks voor de melkveehouders te bereiken is aan de overlegtafel, dan knokken we daar door. Maar het is geen bezigheidstherapie: er moet wat te halen zijn en anders is het over en uit. Een akkoord is niet in zicht, grote hobbels op de weg er naar toe worden zichtbaarder. Mocht het tot een akkoord komen, voor NMV geldt dat er alleen maar een handtekening komt als de problematiek voor de PAS-melders, niet-melders en interimmers is opgelost. Wij blijven u informeren.

Melkveehouders Gerda en John willen niet wijken voor militaire kazerne

Melkveehouders John en Gerda Meijer begrijpen niet dat het Rijk een grote kazerne wil neerzetten op hun land. Het tweetal heeft aan het Erkemederpad een veebedrijf van 55 hectare met 170 melkkoeien. Het is één van de acht boerderijen die op de grond staan waar Defensie mogelijk de kazerne wil bouwen. John en Gerda Meijer vinden dat plan absurd. Ze hopen dan ook dat de plannen snel van tafel gaan. John luisterde op vrijdag 2 december naar Omroep Flevoland en hoorde daar over de plannen van Defensie om in Zeewolde een kazerne te bouwen. Hij vroeg zich af of collegaboeren zouden weten waar dit is. Om half vier ’s middags diezelfde dag reed hij naar huis om koffie te drinken en bij aankomst stonden er twee mannen van Defensie voor de deur. Daar werd het echtpaar verteld dat hun bedrijf onderdeel is van de voorkeurslocatie voor een superkazerne. "Ik schrok me echt rot", vertelt Gerda Meijer. "Op dat moment heb je dan ook echt geen woorden. Absurd." [quote:Gerda Meijer, melkveehouder:"Je probeert het weg te stoppen, maar het is er 24/7"] Stel moest al eerder noodgedwongen verhuizen De plannen van de kazerne roepen direct herinneringen op aan jaren geleden. John en Gerda wonen nu zo’n acht jaar in het gebied de Zuidlob, nadat ze al eerder moesten verhuizen voor plannen van het Rijk. Het gezin woonde aan de Dodaarsweg in Zeewolde en moest daar weg voor de de plannen van Defensie. Dat zou een natuurlijke verbinding worden tussen de Oostvaardersplassen en de Veluwe, maar dat plan ging uiteindelijk niet door. "En nu krijgen we weer te horen dat we moeten vertrekken", vertelt John. "We zijn er echt niet blij mee."de plannen van Defensie"Je probeert het weg te stoppen. Maar het is er 24/7", vertelt Gerda. Samen met de zeven buren schreven ze dinsdag de plannen van Defensie met een reeks bezwaren. De ondernemers zijn nu druk bezig om hun kant van het verhaal over het voetlicht te brengen. Inmiddels zijn er contacten gelegd met de gemeente Zeewolde, de provincie Flevoland en de Eerste Kamer. "We hopen op deze manier toch de mensen te kunnen overtuigen dat het niet een goed idee is om alles wat groen is in te leveren voor wat grijs is." Lobby van Verbeek Volgens Gerda Meijer is Flevoland niet geschikt voor ‘hyperscale’ scenario’s. Toch heeft de plannen van Defensie Leen Verbeek gelobbyd voor deze kazerne in Zeewolde. Burgemeester Gerrit Jan Gorter van Zeewolde liet dinsdagavond weten niet op de hoogte te zijn geweest van deze lobby. Ook zei Gorter dat een grootschalige kazerne de plannen van Defensie van het college van burgemeester en wethouders. John en Gerda Meijer hopen dan ook dat het college van Zeewolde zich ervoor gaat inzetten om het beoogde kazernegebied agrarisch te houden.

Marco69


Topics
0
Reacties
0
Volgers

Over mij

Leeftijd: onbekend
Laatst online: 20u geleden

Bedrijven

Ervaring

Ik heb ervaring met de volgende machines:

Merk / type Waardering