De bekende zuivelboer Gerdie Landman is woensdagochtend overleden

Mijn vriend Gerdie uit Zuid-Afrika is gister overleden: Zijn vrouw, Lorenda, maakte op Facebook bekend dat Gerdie (71) woensdagmorgen (8 oktober) is gestorven. Ze schreef: “Lieve vrienden en familie, het is voor ons heel verdrietig om jullie te laten weten dat Gerdie vanmorgen is heengegaan. Rustig in zijn eigen bed, zoals hij het wilde. Jullie waren allemaal belangrijk voor hem. Dank voor ieders aandeel in zijn leven.” Gerdie, een voormalige winnaar van de “Boer van die Jaar”-competitie, was een vierde generatie melkboer uit Kookhuis in de Oost-Kaap. Hij ontwikkelde samen met zijn zoon Chris en hun werknemers het concept van een “koeienhotel” op zijn boerderij, waarbij koeien van verschillende eigenaren op hetzelfde perceel gemolken worden en gezamenlijk in de markt worden gezet om schaalvoordelen te behalen. Hij verloor het eigendom van zijn land twee keer om politieke redenen. Gerdie was bekend om zijn advies aan collega-boeren. Hij was vroeger een vaste bijdrager aan “Vra vir Faffa”, waar hij boeren bijstond met raad over melkveehouderij en het verbouwen van luzerne. Hij leverde ook bijdragen aan de rubriek Anderkant die ReĂ«nboog van Landbouweekblad. Verder was hij bekend als hoofdbeheerder van Boere Gesels, de bekende Facebook-groep waarin allerlei landbouwkwesties worden besproken. Niertransplantatie in 2018 In 2018 onderging hij een niertransplantatie nadat zijn nieren waren gezwakt na een bypass-operatie in 2014. Chris, zijn zoon, nam daarna de boerderij over. De zoektocht naar een geschikte donor was lang, en zijn goede vriend Louis van der Vyver (een gepensioneerde boer uit Oost-Londen) schonk uiteindelijk een van zijn nieren aan Gerdie. Gerdie beschreef Louis na de operatie als een engel. De twee waren ongeveer 50 jaar lang vrienden. Voor de transplantatie moest Gerdie vier jaar lang drie keer per week voor dialyse naar Port Elizabeth reizen. Hij vertelde aan Charl van Rooyen van Landbouweekblad dat hij drie keer per week 400 km heen en terug moest rijden. Voor de vier uur durende dialyse moest hij eerst een uur voorbereiding doorlopen. “Dat (alles bij elkaar) was negen uur – een hele dagtaak voor een kantoorwerker,” zei hij. Bron: https://www.landbou.com/nuus/gerdie-landman-bekende-suiwelboer-sterf-20251008-0887 https://thumbs-eu-west-1.myalbum.io/photo/1k0/7686d6c1-b5d3-4edf-8673-ee9d5f11dfd7.jpg Meer foto's van zijn bedrijf: https://myalbum.com/album/HSBNrmQqTj3Q/

Stikstofclaim informatie over gevaar doelsturing

Onderwerp: Reactie Stikstofclaim op bericht creĂ«ren van onrust In appgroepen gaat een bericht rond welke een reactie is op een artikel geschreven door Wouter de Heij. De Heij heeft de brief van Stichting Stikstofclaim en een post daarover door SSC-voorzitter Vogelaar als basis. Het bericht als reactie stelt dat wij, als Stikstofclaim, pertinent onjuiste stellingnames aangaan inzake het plan van IPO, VNG, VNO/NCW, LTO, Waterschappen en NAJK. Welke onjuiste stellingnames dat dan zouden zijn wordt niet beschreven. Blijkbaar durven de schrijvers van de reactie dat niet aan of, nog beroerder, ze kunnen het niet vanwege gebrek aan doordenken van het plan op effecten. LTO stelt dat vrijwel alle deskundigen, wetenschappers en het ministerie het eens zijn over een twee sporenbeleid dat bestaat uit het aanpassen van het wettelijk kader, KDW uit de wet en stoppen met Aerius en maatregelen daar waar nodig. Dat klopt en die stelling heeft Stichting Stikstofclaim ook. De wet deugt niet en behoeft aanpassing. Echter, waar LTO fout zit is dat een groot gedeelte van de wetenschappers en deskundigen zouden stellen dat er eerst stikstofreductie moet plaatsvinden voordat vergunningverlening weer mogelijk gaat worden. Dit laatste is pertinent onjuist. Ervaren stikstofjuristen en advocaten, en wij werken met een zestal van de meest ervaren stikstofadvocaten, onderschrijven dit niet. Voortoets en additionaliteit. Generieke stikstofreductie gaat niet leiden tot ruimte om vergunningverlening op gang te brengen. Volgens diverse uitspraken van de Raad van State en ook nog eens bevestigd door de uitspraak van 18 december 2024, moeten alle nieuwe vergunningaanvragen als geheel object een beoordeling krijgen middels de voortoets op additionaliteit. Zelfs alle vergunningen verleend tussen 1 januari 2020 en 1 januari 2025 moeten opnieuw de voortoets op additionaliteit doorlopen. Ook de 8 zogenaamd gelegaliseerde PAS melders. Als de vergunde of te vergunnen hoeveelheid stikstof nodig is om een overschrijding op de KDW ongedaan te maken dan komt dat eerst aan de beurt en wat dan over is kan mogelijk in een vergunning worden beschikt. In het rapport van Houthoff van februari 2025 wordt verwezen naar intern en extern salderen als mogelijkheden en dat de uitspraak van 18 december door de Raad van State (Rendac en Amercentrale) een reparatie behoeft. Hoe dit dan moet is door Houthoff uitgebreid beschreven, maar iedereen met een klein beetje juridische ervaring kan weten dat een dergelijk proces de eerstkomende paar jaar niet door de overheid wordt afgerond. Voor legalisatie van de PAS melders stond ook drie jaar en dit is inmiddels met drie jaar verlengd. Overigens, in het rapport Houthoff komt het woord veehouderij 1 x voor in een voetnoot verder niet. Het woord boerderij kom 4 keer voor in relatie tot opkoop voor woningbouw en het woord bouw/gebouwd een keer of zes in combinatie met woningbouw. In die zin leest het stuk van Houthoff als of het geschreven is voor Bouwend Nederland. Doelsturing In het rapport Houthoff komt het woord doelsturing niet voor. Terwijl doelsturing en het gaan verstrekken van een stikstofplafond per bedrijf of referentiehoeveelheid stikstof per ha of per dier of fosfaatrecht één van onze kritiekpunten is. Ook het PBL is kritisch op doelsturing. Hoe doelsturing in te vullen en hoe doelsturing juridisch geborgd meetbaar en handhaafbaar moet worden daarvoor heeft de minister 1 miljard euro op haar begroting gezet. Natuurlijk is het dan begrijpelijk dat zo ongeveer alle adviesclubs en aandeelhouders van adviesclubs en organisaties die adviesprojecten uit voeren razend enthousiast zijn over doelsturing. Immers ze kunnen uit de staatsruif voor doelsturing gaan eten en de komende jaren hun declarabele uren gaan vullen. Stikstofquotum In het rapport Houthoff wordt op de pagina’s 5 en 18 verwezen naar het instellen van een stikstofquotum. Bij het instellen van doelsturing krijgen alle bedrijven een referentiehoeveelheid of zoals vermeld in rapport Houthoff een stikstofquotum. - Krijgt zo een quotum of referentiehoeveelheid waarde? - Wordt het wel of niet verhandelbaar? Uit gesprekken met ambtenaren van LVVN is de denklijn aangegeven dat er wordt nagedacht over het koppelen van kg N per fosfaatrecht. De tot op heden falende stikstofjuristen van LVVN nemen daarmee bewust een afslag van het instellen van een vorm die het per direct of in de toekomst mogelijk maakt om zonder schadeloosstelling te korten op stikstofemissie. Handig voor de Staat, een regelrechte bedreiging voor veehouders. Uit het NVV-arrest weten we dat de Staat tot 10% zonder compensatie kan korten op door de Staat uitgegeven rechten. Een linkse coalitie zal daartoe niet schromen. Reductie maakt vergunningverlening mogelijk? Door de samenstellers van het Bouwstenen document (LTO, NAJK, provincies, gemeenten en waterschappen) wordt gesteld dat door 42% of 46% generieke reductie van dat quotum de vergunningverlening van het slot komt. Dit is pertinent onjuist, zoals blijkt uit uitspraken van de Raad van State van zowel november 2022, april 2023 en december 2024, waarin duidelijk werd vastgesteld dat vergunningverlening niet afhankelijk is van generieke stikstofreductie, maar van project-specifieke toetsing op basis van artikel 6 lid 3 van de Habitatrichtlijn. Het PBL rapporteerde in haar evaluatierapport stikstofbeleid 2024 bovendien dat generieke emissiereductie geen nieuwe ontwikkelruimte schept zolang KDW- overschrijdingen blijven bestaan. En zowel de commissie Hordijk (2020) als het adviescollege stikstofproblematiek (Remkes, 2021) concludeerden eveneens dat vergunningverlening alleen mogelijk is als per project aantoonbaar geen significante negatieve effecten optreden, ongeacht generieke reductiedoelen. Staf heeft ooit in beeld gebracht hoeveel emissiereductie er zal moeten plaatsvinden om de KDW- overschrijdingen ongedaan te maken. Zelfs bij verwijdering van alle vee wordt in de meeste N2000 gebieden de KDW nog overschreden. Zie kaart hieronder. De groene gebieden zullen bij het volledig verdwijnen van veehouderij de KDW niet meer overschrijden de overige wel. Milieu informatie Een stikstofreferentie of stikstofquotum is milieu informatie. Alle dierhouders in Nederland hebben afgelopen week een brief ontvangen van minister Wiersma dat hun dieraantallen geregistreerd staan en dat deze doormiddel van een WOO verzoek openbaar worden gemaakt per UBN. Dat wordt nog even zoeken voor de verzoekers om daar de adressen bij te vinden. Veehouders in Gelderland hebben tevens een brief ontvangen dat hun adresgegevens en postcode samen met hun vergunning openbaar worden gemaakt en dat wordt een feestje voor clubs als MOB. Het verstrekken van een stikstofreferentie of quotum, of dat nu per ha, per dier of per fosfaatrecht zal worden gedaan, het maakt niet uit het is milieu-informatie. Dat betekent dat het met een WOO-verzoek opvraagbaar is en dat zal worden gedaan. Net als vorige week gaat het ministerie dan weer brieven aan boeren versturen dat ze het heel erg jammer vinden maar dat ze de gegevens per adres, postcode en x- & y- coördinaat openbaar moet maken. Politici die gaan roepen dat het niet zou moeten kunnen en schandalig is en LTO en NAJK die luid protest aantekenen. Maar de minister en de politici en LTO en NAJK zijn dan alweer lang vergeten dat ze daar uitgebreid op zijn gewezen door Stichting Stikstofclaim en Agractie. De stikstofreferentie van ieder boerenbedrijf komt dus openbaar. Dat is één van de ingrediĂ«nten voor succesvolle handhavingsverzoeken door de MOB. Juridische gevolgen doelsturing De juridische gevolgen van doelsturing en het gaan verstrekken van referenties op basis waarvan een reductie van stikstof per bedrijf middels doelsturing zal moeten gaan plaatsvinden, zijn niet doordacht en niet scherp in beeld bij alle doelsturing aanhangers. Het afgeven van referentiehoeveelheden stikstof in wat voor vorm dan ook legt alle bedrijven die een dergelijke referentie, plafond of quotum krijgen op het hakblok bij MOB. Doelsturing gaat ook niet snel tot vergunningverlening leiden. Het is een nieuwe insteek, vraagt nieuwe wetten en al met al zitten alle sectoren nog vele jaren op slot. Bovendien kunnen we in dit geval leren van de fouten van andere landen. In Duitsland, Denemarken en Ierland hebben ze al ervaring met de risico’s van doelsturing en digitale emissieregistratie. In Duitsland leidde verplichte stikstofregistratie per perceel tot datalekken, modelinspecties en een uitspraak van het Bundesverfassungsgericht (BvR 2656/18, 2021) dat de overheid het evenredigheidsbeginsel schond, door onevenredige toezicht last bij boeren te leggen. In Ierland verplicht het Nitrates Action Programme boeren tot kwartaalrapportages met als gevolg openbaarmaking van bedrijfsgegevens onder EU-richtlijn 2003/4/EG en duizenden audits met intrekking van derogaties. Deze voorbeelden tonen hoe politieke doelsturing de juridische en administratieve druk verplaatst van overheid naar ondernemer, met verlies van rechtszekerheid en vertrouwen als gevolg De PAS is uitgelopen op een drama voor de PAS melders. De invoering van doelsturing wordt een drama voor alle veehouders. Zeg later nooit dat er niet is gewaarschuwd. Onrust Wellicht ten overvloede, het doel van deze reactie is natuurlijk niet het creĂ«ren van onrust, maar het voorkomen van (herhaaldelijke) beleidsfouten die de sector opnieuw jarenlang zullen achtervolgen, zoals we nu met de erfenis van de PAS zitten. Stichting Stikstofclaim informeert veehouders over de mogelijke gevolgen van niet goed doordachte plannen. Dat die informatie tot grote zorgen leidt is terecht. Iedereen die een beetje inzicht heeft in de gevolgen van het voorgestelde beleid weet dat het niet positief zal uitwerken voor de positie van boerenbedrijven en boerengezinnen. Houdbare oplossingen Wat zijn oplossingen die juridisch wel houdbaar zijn? Tweeledig: Op korte termijn; oplossingen binnen de huidige wet kunnen relatief snel, binnen een half jaar, worden gerealiseerd. - Invoering van een rekenkundige ondergrens van 1 mol of iets hoger. Dat gaat een behoorlijk aantal Pasmelders en anderen helpen. En bouwprojecten helpen. - Draaien aan de knop droge depositie in Aerius. - Meten, meten, meten van depositie in de natuur en niet het luchtconcentratie geneuzel. Door metingen kan er sterkere argumentatie worden aangedragen in rechtszaken. - Gebiedsgericht op basis van vrijwilligheid reduceren dichtbij stikstofgevoelige natuur. (plan Agractie) - Natuurherstelwerkzaamheden, schaapskuddes, steenmeel toepassen, plaggen en goed natuurbeheer. Natuurherstelwerkzaamheden volgens afrekenbare beheersplannen. Op de langere termijn; wetswijzigingen waarbij de KDW geen hoofdrol meer spelen en Aerius wordt vervangen door daadwerkelijk beoordeling op basis van instandhouding in combinatie met satelliet- waarnemingen Bovenstaande zijn elementen van een aanpak die binnen het huidige wettelijke kader snel tot resultaat kunnen leiden en perspectief zekerheid kunnen bieden aan duizenden boerenbedrijven en Nederland van het slot kunnen krijgen. Nogmaals, wij houden met argumenten staande dat het overgaan naar doelsturing een grotere dwaling is dan het ooit instellen van de PAS. Het spreekwoord van ezel en steen is hier dubbel van toepassing. Iedere politieke partij met doelsturing in het verkiezingsprogram legt boeren op het hakblok bij MOB en geeft het krimpmes in handen van ambtenaren en politici om zonder compensatie voor de boer te korten. Jan Cees Vogelaar Voorzitter Stichting Stikstofclaim

'VRIJWILLIGE KRIMP IN KOEIEN GAAT VERREWEG DE MINSTE PIJN DOEN' - DEEL 1

[b]Deel 2: https://www.prikkebord.nl/topic/354718/ Deel 3: https://www.prikkebord.nl/topic/354771/ - Gaan we naar € 1 per kilo melk? - Hoeveel koeien moeten er uit? - En wat wordt de impact van de door Harm Holman bedachte wet grondgebondenheid op de Nederlandse melkveehouderij? Een interview met Lubbert van Dellen van Flynth over de drie thema’s die op de Agrarische Schouw van donderdag 24 september 2025 onder melkveehouders hĂ©t gesprek van de dag zullen zijn. ‱ Tekst: Jelle Feenstra ‱ Foto: Binne-Louw Katsma Eerst de markt. Zijn we op weg naar een melkprijs van 1 euro per kilo?[/b] ‘Dat zie ik niet gebeuren, maar het is niet irreĂ«el om te verwachten dat de melkprijs blijvend tussen de 50 en de 70 cent gaat bewegen. Omdat wereldwijd de omvang van de melkveehouderij ter discussie staat en er sprake is van krimp. In AustraliĂ«, Nieuw-Zeeland Ă©n Europa is sprake van duidelijke krimp om verschillende redenen. Dat wordt niet opgevuld. China groeit veel minder hard dan de oorspronkelijke plannen en ook van meer melkproductie in Oost-Europa komt maar weinig terecht. Alleen in Noord-Amerika trekt het wat aan en Zuid-Amerika is een gebied om serieus in de gaten te houden.’ [b]Als die melkprijs stijgt, kan het toch ook zijn dat akkerbouwers weer gaan melken nu de aardappelprijzen in elkaar zijn gestort?[/b] ‘In Duitsland, waar de melkproductie in tien jaar tijd met zo’n 20% is gedaald, het meest van alle Europese landen, denkt een akkerbouwer bij omschakeling eerst aan kippen en dan pas aan koeien. Koeien staan bekend als moeilijk, daarvoor moet je een specialist zijn. En ik denk dat dit in toenemende mate wereldwijd geldt. Als je minder antibiotica en geneesmiddelen mag gebruiken, wordt het gewoon steeds moeilijker om met minder hulpmiddelen economisch rendabel koeien te houden. Denk ook aan arbeid, wat je op een melkveebedrijf 24/7 nodig hebt.’ [b]Dan ziet de toekomst er voor de blijvers onder de melkveehouders heel goed uit?.[/b] ‘Dat deel ik, met een paar duidelijke kanttekeningen. Als Europa de grens wagenwijd openzet voor mondiaal geproduceerde producten, kan een groei van de productie in Zuid-Amerika en Noord-Amerika consequenties hebben. Een ander scenario is dat we door mondiale spanningen te maken krijgen met een Europa dat in de eerste plaats denkt aan eigen voedselzekerheid. Voor de melkveehouderij is dat het beste scenario. Omdat wij in Europa structureel meer melk consumeren dan produceren. Tot tien jaar geleden was Europa netto-exporterend, tegenwoordig zijn we netto-importerend. Het geeft aan dat we de afgelopen tien jaar steeds minder melk zijn gaan produceren in Europa.’ [b]Hoor ik je nu zeggen dat Europa wat meer moet gaan opereren als de Amerikaanse president Trump?[/b] ‘Voor de melkveehouderij zou dat goed zijn. Maar Europa heeft ook een auto-industrie met tegenovergestelde belangen als de melkveehouderij en zuivelsector. De geschiedenis leert dat Europa landbouwbelangen vrij gemakkelijk weggeeft ten gunste van industrie of diensten. Toch zie ik beweging. Zo komt er in Frankrijk binnenkort een subsidie- en steunregeling op groei van de melkveehouderij. Daarmee is Frankrijk een van de eerste Europese landen die weer serieus inzet op groei van de eigen veestapel. Omdat er te veel stoppers zijn. Ik vind dat een opmerkelijk signaal.’ [b]Wat is je tweede kanttekening?[/b] ‘Zodra de melkprijs boven de 60 cent komt, gaan afnemers serieus kijken naar substituties van zuivelproducten. Er wordt ook steeds vaker gesproken over hybride producten, een mengsel van zuivel en plantaardig. Daar moet je wel rekening mee houden.’ Bij structurele marges van 15 tot 20 cent per kilo melk kan ik mij niks voorstellen. ‘Dat zie ik ook niet gebeuren. En vergeet niet, iedereen doet nu ineens of melkveehouders bakken met geld verdienen. Maar op 2022 na waren de marges de laatste zes jaar marginaal en te dun om de toekomst aan te kunnen. Veel lopende rekeningen zijn nog maar net weer op niveau. Oftewel: met het geld dat nu wordt verdiend, zijn allerlei kosten uit het verleden weggewerkt. Komt bij: tussen 2010 en 2014 zijn er veel nieuwe stallen gebouwd. Maar er was ook een categorie boeren die toen die stap naar een nieuwe stal niet kon maken. Die zitten nu met een stal van 30 of 40 jaar oud. Schrik niet hoeveel het kost om die nu nieuw te bouwen.’ Om maar niet te spreken van al die andere kosten die blijven stijgen. ‘In het melkquotumtijdperk werd er 20 tot 22 cent per liter betaald voor een kilo leasemelk. Nu wordt er stevig betaald voor mestafvoer en fosfaatrechten. We zien toenemende dierwelzijnseisen in en rondom gebouwen. Een grote groeiende kostenpost is arbeid. Dat leidt tot meer automatisering maar ook schaalvergroting. En het eigen machinepark staat onder druk. De loonwerker rukt op. Omdat niet alleen het mannetje op de machine, maar vooral ook de machine zelf duurder is geworden. Vijf jaar oude machines zijn nu duurder dan ze vijf jaar geleden nieuw kostten.’ Toch heeft de Nederlandse melkveehouderij er economisch in jaren niet zo florissant voor gestaan. Het staat in schril contrast met de blijvende roep om een kleinere veestapel. ‘Waar we momenteel het meeste last van hebben, is het met Europa afgesproken fosfaat- en stikstofplafond. We moeten voor 2025 en de jaren daarna onder 440 kilo stikstof en 135 miljoen kilo fosfaat blijven. Het stikstofplafond gaan we redden, grote knelpunt is het fosfaatplafond. De varkens- en pluimveesector leverden de afgelopen paar jaar hun bijdrage aan krimp van de veestapel en komen naar verwachting uit onder de plafonds. De melkveehouderij zit er met zo’n 8% nog duidelijk boven. Met de LBV-stoppers verwachten we daar nog zo’n 2,5% afhalen, waarmee je als melkveesector over 2025 uitkomt op een overschrijding van het fosfaatplafond van ruim 5%. Dat zijn de harde Brusselse normen waar de Nederlandse ministers hun handtekeningen onder hebben gezet. De exacte cijfers weten we in het voorjaar van 2026.’ [b]En dus?[/b] ‘Het betekent dat we ondanks de euforie over de marktprijzen op dit moment ruwweg 75.000 melkkoeien te veel hebben in Nederland. De waterkwaliteit gaat Ă©cht de goede kant op, maar dat wil niet zeggen dat we zomaar even een uitzondering krijgen van Brussel om boven het fosfaatplafond te produceren. En je moet dat ook in het grotere plaatje zien. Denemarken, Duitsland, Ierland, allemaal moesten of moeten ze krimpen. Welk land in Europa gaat dan een verzoek van Nederland om niet te krimpen steunen? Krimp van de veestapel is onvermijdelijk, daar komen we echt niet onderuit.’ [b]Hoe gaat die krimp in Nederland eruit zien?[/b] ‘Er zijn twee opties: Ăłf we zetten met z’n allen de schouders onder het spoor van vrijwillige krimp. Of we laten het erop aankomen en wachten op de onvermijdelijke ingreep van het landbouwministerie.’ [b]Wat heeft jouw voorkeur?[/b] ‘Persoonlijk denk ik dat het voor de sector een pre is om vrijwillig te krimpen. Doe je dat niet, dan krijg je op korte termijn de grote pijn van generieke krimp en dat kan diep inhakken op gezonde, maar stevig gefinancierde melkveebedrijven. Veel melkveebedrijven hebben geen opvolger. Als die een paar jaar eerder de keuze maken om te stoppen met hulp van die vrijwillige regeling, dan is de hele pijn uit de sector en kan iedereen verder, inclusief al die jonge boeren met dikke financieringen, die houd je overeind.’ Deel 2: https://www.prikkebord.nl/topic/354718/ Deel 3: https://www.prikkebord.nl/topic/354771/ [i]De complete publicatie komt uit magazine Agrarische Schouw die deze week onder melkveehouders in Noord-Nederland wordt verspreid.[/i]

Landbouw en klimaat – een open vraag

Beste leden, Omdat ik merk dat mijn eerdere bijdragen mogelijk niet goed zijn overgekomen of onvoldoende aansluiting vonden, wil ik het vandaag anders aanpakken — door een open vraag te stellen. Ik ben klimaatswetenschapper en volg met veel interesse het debat over landbouw en klimaat. Vanuit mijn expertise zie ik de urgente uitdagingen rond klimaatverandering. Tegelijkertijd heb ik veel respect voor het werk dat boeren dagelijks verzetten om voedsel te produceren en hun bedrijven in stand te houden. Daarom mijn vraag aan jullie: Wat weegt voor jullie zwaarder of voelt urgenter aan: het beschermen van het klimaat, of het voortbestaan van de landbouw zoals die nu is ingericht? En misschien nog belangrijker: Zien jullie die twee doelen als onverenigbaar, of geloven jullie dat landbouw en klimaatbeleid hand in hand kunnen gaan? Ik stel deze vragen niet om te polariseren, maar om oprecht te begrijpen hoe jullie dit beleven — vanuit jullie perspectief, praktijkervaring en waarden. Met respect en oprechte nieuwsgierigheid, Henk Maarsen (Aangezien er tevens om een dialectversie is verzocht, heb ik deze hieronder bijgevoegd. Ik wens te benadrukken dat deze dialectversie door een kunstmatige intelligentie is gegenereerd, aangezien ik zelf geen dialect spreek en mijn achtergrond wetenschappelijk is. Daarnaast keur ik het gebruik van grensoverschrijdende taal, alsmede inhoudelijke onnauwkeurigheden, nadrukkelijk af.) Beste luitjes, Ik merk dat mien vorige berichtn misschien niet goed overkwamen of dat ik niet goed aansloeg, dus wil ik 't vandaag anders doen — met een open vraog. Ik ben een klimaatswieten­schapper en volg met belangstelling 't gesprek over landbouw en klimaat. Vanuit mien werk zie ik de grote uitdagingen die klimaatverandering met zich meebrengt. Tegelijk heb ik veul respekt veur het harde wark wat boeren iedere dag doen om eten te maken en hun bedrijf draaiende te houden. Daorum wil ik jullie graag vragen: Wat vinden jullie belangrijker of urgenter: ’t beschermen van ’t klimaat, of dat de landbouw kan blieven zoals die nou is? En misschien nog belangrijker: Vinden jullie dat die twee doelen tegenoverelkaar staan, of denken jullie dat landbouw en klimaatbeleid best samen kunnen? Ik vraog dit niet om ruzie te maken, maar om eerlijk te weten hoe jullie d’r in staan — vanuit jullie eigen ervaring en mening. Met respekt en oprechte nieuwsgierigheid, Henk Maarsen

De Groene Boerderij: Voor Een Inclusieve Toekomst Waar Iedere Koe, Boer en Identiteit Ertoe Doet! đŸŒ±đŸ„đŸŒ

Lieve mede-boeren, de tijd is gekomen om onze boerderij te transformeren in een groene revolutie! Want waarom zouden we blijven vasthouden aan oude, achterhaalde systemen als we een toekomst kunnen bouwen die zowel duurzaam als sociaal rechtvaardig is? En ja, dat betekent ook een revolutie in de manier waarop we met onze koeien omgaan en hoe we onze boerderij inrichten. Diversiteit op de boerderij: niet alleen het gras, maar ook de koeien Laat me je iets zeggen, boeren! Het is tijd om de diversiteit van onze kuddes te omarmen. En nee, ik bedoel niet alleen het ras van de koeien, maar de sociale diversiteit die een belangrijk fundament is voor een rechtvaardige maatschappij. Wist je dat koeien, net als mensen, unieke persoonlijkheden hebben? Sommige koeien zijn meer introvert, andere extravert, sommige willen liever alleen zijn, anderen willen de hele dag in de wei staan met hun vrienden. In het kader van groen links beleid, moeten we dus niet alleen kijken naar wat koeien eten, maar ook naar hoe we hun welzijn respecteren op alle niveaus. Dus ja, misschien willen sommige koeien een gender-rijke ervaring hebben en zelf bepalen hoe zij zich gedragen! Misschien wil de ene koe wel meer ruimte om te grazen, terwijl de ander zich beter voelt in een grotere groep. Net zoals we respect moeten hebben voor de identiteit van mensen, moeten we dat ook doen voor onze koeien. Zelfexpressie op de boerderij is een recht, en dat geldt voor mens en dier. Transgender koeien: waarom niet? Wat als een van je koeien zich niet lekker voelt in haar rol als ‘koe’? Misschien voelt ze zich meer stier dan koe, of misschien wil ze helemaal geen label dragen. Is dat niet gewoon fantastisch? We moeten gender- en soortdiversiteit omarmen. Als een koe zich niet comfortabel voelt in haar biologische rol, dan moeten wij als progressieve boeren ruimte bieden voor die transformatie. Misschien is er wel een koe die zich wil aanpassen aan een modernere identiteit, die zich meer ziet als een transkoe in plaats van een traditionele melkkoe. Wat zou er dan mis mee zijn om die ruimte te geven? Als we serieus kijken naar dierwelzijn, moeten we dus niet alleen nadenken over hun voeding of hoeveel gras ze krijgen, maar ook over de emotionele en sociale ruimte die we hen geven om zichzelf uit te drukken. Dat is pas een progressief boer! Diversiteit in het veld: niet alleen de planten moeten groeien, maar ook de mensen Als we kijken naar onze landbouwpraktijken, moeten we niet alleen nadenken over welke gewassen we verbouwen, maar ook over wie we toestaan om in het boerenbedrijf te werken. We moeten een open, inclusieve samenleving creĂ«ren waar iedereen, ongeacht afkomst, genderidentiteit, seksuele geaardheid, of hoe ze zich identificeren, de kans krijgt om deel uit te maken van deze prachtige boerderij- en natuurwereld. Dit geldt ook voor werkers op de boerderij. Waarom zouden we blijven vastzitten in de gedachte dat alleen mannen met boerenhandschoenen en een staart van een tractor de echte boeren zijn? Nee! Het is tijd om de diversiteit van de werkers te vieren! We hebben transgender boeren, niet-binaire veldarbeiders, afro-indigene landbouwkundigen – noem het maar op! En deze mensen dragen bij aan de samenleving door hun unieke perspectieven, ervaringen, en culturen, die zelfs onze weiden en teelten ten goede kunnen komen. Wat GroenLinks doet voor boer en maatschappij GroenLinks staat niet alleen voor een duurzame landbouw, maar ook voor een gelijkheidspolitiek die iedereen inclusief houdt. Want als je kijkt naar de toekomst van de landbouw, dan is het niet alleen het klimaat dat we willen beschermen, maar ook de mensen en dieren die erbij horen. Het transgender-beleid is daar slechts een onderdeel van. We willen dat boeren de ruimte krijgen om een diverse boerderijcultuur op te bouwen, een boerderij waar iedereen zichzelf mag zijn, van koe tot boer. En ja, dat geldt ook voor gendernon-conforme koetjes! Steun ons, boer! We hebben jou nodig om deze revolutie te maken. Want als wij samen kunnen staan voor een samenleving waar ruimte is voor iedereen—mensen Ă©n dieren—dan kunnen wij ook echt iets veranderen in de landbouwsector. 👉 Laten we samen een toekomst bouwen voor boeren, dieren, en een inclusieve samenleving waarin iedere koe, mens, of plant een plek heeft. Steun GroenLinks en bouw aan een boerderij waar diversiteit niet slechts een modewoord is, maar een levensstijl. đŸŒ± Jij bent de verandering die we nodig hebben!

NSC-Kamerlid Harm Holman komt met initiatiefwet Grondgebondenheid

PERSBERICHT - ‘Ruimte voor boeren om te boeren, vergoeding voor maatschappelijke opgaven’ Den Haag, 1 juli 2025 – Tweede Kamerlid Harm Holman komt na de zomer met een initiatiefwet om Grondgebonden landbouw te verankeren in de wet. Het voorstel maakt onderscheid tussen een agrarische hoofdstructuur, met een focus op voedselproductie, en maatschappelijke landbouwgebieden, met meer ruimte voor natuur en aanvullende vergoedingen. Hiermee komt er voor boeren eindelijk duidelijkheid en handelingsperspectief, in het al decennialang vastzittende landbouwdossier. Boeren weten al jaren niet waar ze aan toe zijn: regels veranderen voortdurend. Tegelijkertijd stapelen maatschappelijke problemen zich op: de stikstofuitstoot blijft te hoog, de waterkwaliteit voldoet niet aan Europese normen en natuurdoelen worden niet gehaald. Zonder duidelijke keuzes in het landgebruik en landbouwbeleid blijven deze opgaven onoplosbaar. Nederland moet van het slot. Met dit wetsvoorstel krijgen boeren weer perspectief en pakken we grote maatschappelijke uitdagingen zoals stikstof, waterkwaliteit en biodiversiteit aan. "Het is tijd voor beleid dat werkt voor boer Ă©n omgeving," aldus Harm Holman, Tweede Kamerlid voor Nieuw Sociaal Contract en ex-melkveehouder uit Drenthe. "We zetten hiermee een fundamentele stap richting structuur en zekerheid, waar de sector al jaren op wacht." Landbouwbeleid op basis van gebiedstype Het wetsvoorstel legt via ruimtelijke ordening twee typen landbouwgebieden vast: Agrarische hoofdstructuur: Vruchtbare gebieden waar voedselproductie centraal staat. Boeren kunnen hier binnen duidelijke kaders duurzaam ondernemen en bijdragen aan milieudoelen. De inzet van technologie en doelsturing wordt actief ondersteund, met ruimte voor samenwerking en beloning bij prestaties. Maatschappelijke landbouwgebieden: dit betreft gebieden waar maatschappelijke doelen zoals stikstofreductie, waterkwaliteit en biodiversiteit centraal staan. Boeren in deze gebieden gaan vanuit de overheid een vaste beloning ontvangen voor hun bijdrage aan maatschappelijke diensten. Provincies bepalen via gebiedsprocessen welke gronden hiervoor in aanmerking komen. Einde aan willekeur, herstel van vertrouwen Het voorstel maakt een einde aan de grilligheid van het huidige beleid en voorkomt willekeur. Door onderscheid te maken tussen type gronden en landbouwdoelen ontstaat een gebalanceerd systeem dat recht doet aan zowel het vakmanschap van boeren als de ecologische opgaven van onze tijd. Holman: "Hiermee zorgen we voor een structurele oplossing. We voorkomen dat duizenden familiebedrijven verdwijnen Ă©n we zetten serieuze stappen richting onze natuur- en klimaatdoelen. We bieden boeren handelingsperspectief en duidelijkheid over wat zij kunnen verwachten. Boeren moeten weer kunnen boeren en betaald worden wanneer zij maatschappelijk uitdagingen oppakken. Met het voorstel neemt de overheid eindelijk weer regie in een dossier dat al veertig jaar vastzit. Nieuw Sociaal Contract kiest bewust voor een realistische koers: beleid dat uitvoerbaar is, handelsperspectief biedt en draagvlak heeft – bij boeren, provincies Ă©n samenleving. Aanvullende informatie: Over de agrarische hoofdstructuur Zit op de meest vruchtbare bodems. Hier kunnen boeren gewoon weer boeren. Hier zal een graslandnorm komen voor de waterkwaliteit, met een ruim ingroeipad: oplopend van 0,2 hectare grasland in 2028 tot 0,35 hectare grasland per GVE in 2034. Minimaal 80% van de boeren voldoet al aan deze uiteindelijke norm. Andere boeren kunnen inzetten op samenwerking met akkerbouwers voor hun mestafzet (al dan niet in Renure vorm) Ruimte voor doelsturing en inzet van technologie voor bijdragen aan milieudoelen op basis van presteren en belonen. We omarmen het Marke model. Over de maatschappelijke landbouwgronden - In deze gebieden ligt de focus op maatschappelijke uitdagingen: stikstof, co2, bodemdaling, kwaliteit landschap; belevingswaarde, luchtkwaliteit, droogte, waterkwaliteit, agrarische diversiteit, biodiversiteit - Hier zal een lagere GVE-norm gelden (1,5 GVE/ha vanaf 2034) om aan al die maatschappelijke uitdagingen bij te kunnen dragen. - Hier staat een vaste betaling voor boeren van ca. 1000-2500 € per hectare tegenover. - Provincies bepalen in samenspraak met boeren via gebiedsprocessen welke gronden worden bestemd als maatschappelijke grond. - Een boer in dit gebied krijgt ruim de tijd en keuzemogelijkheden om een manier van boeren te vinden die bij hem of haar past.

Landbouwdeals per Lamborghini: hoe het snelle geld stoppende boeren verleidt

In het kort Buiten de publiciteit is in Nederland een handelaar actief die op grote schaal boerenbedrijven opkoopt. Theo Wijntjes biedt stoppende boeren duidelijkheid en snelheid, maar dat vertaalt zich in een relatief lage prijs. Door een slimme bedrijfsconstructie hoeft Wijntjes geen uitgebreide jaarrekeningen te deponeren, maar voor zijn financier Rabobank blijkt dat geen probleem. Niemand handelt zoals de grootste boerderijhandelaar van Nederland, Theo Wijntjes. Geen spoor van hem op het internet, maar op het platteland weet iedereen hem te vinden. Zijn positie dankt hij mede aan financiering van Rabobank, dat het met zijn eigen regels niet zo nauw lijkt te nemen om hem tegemoet te komen Lees het volledige artikel: https://fd.nl/bedrijfsleven/1556113/landbouwdeals-per-lamborghini-hoe-het-snelle-geld-stoppende-boeren-verleidt?utm_medium=email&utm_source=nieuwsbrief&utm_campaign=fd-ochtendnieuwsbrief&utm_content=1352427_52065_20250530&utm_term=A

jan 10


Topics
0
Reacties
0
Volgers

Over mij

Woonplaats: lopik
Leeftijd: 68jr
Laatst online: 4u geleden

Bedrijven

Ervaring

Ik heb ervaring met de volgende machines:

Merk / type Waardering