Het verhaal van een Piekbelaster

Het verhaal van een piekbelaster Een aantal maanden terug had de oplettende lezers ook al wel gezien dat mijn bedrijf de twijfelachtige eer te beurt was gevallen om te worden aangewezen als piekbelaster. Ik wist eigenlijk 2 jaren geleden dat dit zwaard van Damocles boven ons bedrijf hing via de Maatregel Gericht Aankoop veehouderijen. Je kunt dan 2 dingen doen : 1. Niks 2. Handelen. Ik heb in mijn 17 jaar als melkveehouderij veel dingen gedaan, maar stilzitten en niks doen was er nooit 1 van. 17 jaar gelden ben ik begonnen met 42 melkkoeien (we molken er eerder altijd zo’n 100) en door gegroeid naar 300 plus jongvee nu. Dat lukt niet als je afwacht en stil zit. Deze groei was mogelijk door dat er in het verleden ook keuzes zijn gemaakt die financieel veel ruimte gaven(MQ verkopen in 2006 en in periode 2008 tot 2012 weer kopen). Dus Handelen bleef over: Inschrijven voor LBV+. Kijken hoe ik daar als ondernemer misschien wel beter van zou kunnen worden. Een bedreiging was het, misschien om te buigen als kans. Als melkveehouder met 300 mk op 80 meter en 2 km van twee natuur gebieden (Rijntakken en Veluwe) en vrij intensief(100ha) worden de komen de jaren cruciaal. Het intensieve bedrijfsmodel was eigenlijk tot afschaffing Derogatie een zeer lonend verdienmodel. Zeker met mijn sobere bedrijfsvoering, simpele stalletjes uit 2011 en 2016 met dichte vloeren en deels zonder wanden , tweedehands inrichting maar functioneel, bleven de vaste kosten en financiering laag. Er was daar door meer ruimte voor variabele kosten en dus snelle groei (al piepte en kraakte dat ook wel eens ;-). Afschaffing van Derogatie, extensivering, NLPG en KRW zal dit doen veranderen. Minder koeien of meer grond doet de vaste kosten stijgen , die wetmatigheid staat. Het aanbod van de LBV+ wordt omschreven door de minister als woest aantrekkelijk. Dat is betrekkelijk , je moet het eigenlijk afzetten tegen het scenario van niets doen. Dan is het misschien het meest aantrekkelijke . Zakelijk is dit aanbod, in mijn geval, een aanbod wat heel mooi past de situatie die ik heb gecreëerd. Financieel het een aanbod waarvan ik denk dat onder de toekomstige ontwikkeling nooit meer zal krijgen en wat ik in de komende 20 jaar met koeien melken niet ga weer verdienen op de plek waar ik nu zit. Zakelijk is het eenvoudig in Excel te bepalen. Zeker omdat gronden en huis niet in de regeling zitten. Ik ben 17 jaar zakelijk genoeg melkveehouder geweest om dat in te schatten. In de regeling doen courante bovengemiddelde bedrijven nu mee, daarom is de pot nu al leeg. Die bedrijven zijn gaan rekenen. Eigenlijk funest voor de landbouwstructuur Emotioneel is het moeilijk, en heb ik dat eerlijk gezegd best onderschat. Niemand wordt boer om te stoppen, zeker gezien mijn leeftijd (43) denk je daar niet aan. Zeker nu het bedrijfsmatig eigenlijk heel lekker draait. Na een woelige eerst 15 jaar kom ik nu rustiger vaarwater en is er bij een leuk melkprijs best wat te verdienen. Zoals gezegd extensiveren komt neer op mijn eigen krimp betalen, daar krijg ik zakelijk gezien een heel ongemakkelijk gevoel bij. Emigreren en verplaatsen zijn gezien de privé implicaties(kinderen en vrouw met eigen carrière) geen optie. De vraag is ook of je in Nederland nog je nek in de strop van de veehouderij wilt steken. Ik heb de keuze gemaakt dat niet te doen. Ik besef mij dat ik in een positie zit dat gezien het aanbod mijn leeftijd en de privé situatie ik keuzes kan maken in situatie van “mogen” en niet van “moeten”. Dat is niet overal het geval. Ik schrik van berichten van jonge boeren die ik nu krijg. Velen zijn het spuugzat en zien het soms gewoon niet meer zitten. Ik vind dat pijnlijk, er gaat veel kapot op deze manier. Een aantal collega’s en prikkers ken ik persoonlijk en hebben mij ook al berichten gestuurd. Veelal, jammer dat je stop ,maar zakelijk snap ik je helemaal. Veel rees de vraag ga je dit ook op prikkenbord zetten. Ik voel mij hier niet toe verplicht , maar al je op een forum over alles een mening (overigens nooit persoonlijk naar mijn mening) heb, zoals ik moet je je soms ook kwetsbaar op durven stellen. Bij deze. Stop ik als melkveehouder: JA(overigens is het beroepsverbod een lachertje dat hadden we hier op PB al geconcludeerd) , stop ik als boer : NEE. Ik houd de grond en ga verder met akkerbouw, die tak wil ik nog wel wat versterken in de toekomst. Al wordt dat kort op N2000 ook een uitdaging. Adema geeft eigenlijk wel aan dat het een hele kluif wordt. De landbouw heeft mij 17 jaar veel gebracht, graag doe ik er wat voor terug al weet ik nog niet op welke manier. Moraal van het verhaal, zorg dat je met je bedrijf in de positie blijft dat je zelf nog keuzes kunt maken. Ook al zijn dat keuzes waar je nooit over heb nagedacht toen je boer werd. Grt , Eduard

RVO waarschuwt: teveel regels, ondernemers haken gefrustreerd af

De Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) trekt aan de bel. Er zijn teveel regels, wetten en programma waardoor ondernemers de bomen door het bos niet meer zien, afhaken en gefrustreerd raken. Het moet simpeler, luidt de boodschap van de RVO. De politiek zit vol plannen, maar vergeet daarbij vaak de uitvoerbaarheid, aldus de organisatie. Het is tijd om minder te willen, want door minder te doen krijg je meer gedaan, stelt de RVO. De overheid wordt daarmee meer doeltreffend in haar ambities en het wordt simpeler en aantrekkelijker voor ondernemers. ‘Met minder kunnen we dus meer bereiken’, aldus RVO-directeur general Abdeluheb Choho. ‘Maar daarvoor zijn er wel scherpe keuzes van de politiek nodig.’ RVO roept de politiek en beleidsmakers op om nieuwe initiatieven te toetsen op uitvoerbaarheid en haalbaarheid voor ondernemers. Geef ruimte aan de uitvoering, laat de grootste groep het uitgangspunt zijn, nu wordt de uitzondering vaak tot norm verheven, aldus RVO. Houd het simpel en coördineer en verminder de administratieve lasten voor ondernemers, stelt de organisatie. Nederland loopt vast Ondernemersorganisaties VNO-NCW en MKB-Nederland herkennen de zorgen van de RVO en vinden het ‘zeer goed dat ze dit signaal geven’. ‘Op tal van fronten loopt Nederland inmiddels vast. Van het overvolle stroomnet tot de enorme regelbrei. De hoeveelheid wet- en regeling voor het bedrijfsleven is de afgelopen jaren absoluut geëxplodeerd. Daar moeten we samen met de overheid en een nieuw kabinet en de uitvoerders van beleid mee aan de slag’, aldus beide organisaties. Ze willen bijvoorbeeld dat bij nieuwe regels een toets komt of de regels wel werkbaar zijn voor bedrijven of de wetgeving moet worden vereenvoudigd.

Willekeurig afschrijven 2023

Per mail ontvangen. Voor meer details vraag uw accountant naar de toepasbaarheid binnen uw eigen onderneming Wij willen u informeren over een belangrijke fiscale regeling die in 2023 van toepassing is en die een aanzienlijke impact kan hebben op uw bedrijfsfinanciën. Willekeurige afschrijving op nieuwe bedrijfsmiddelen In 2023 is het mogelijk om 50% willekeurig af te schrijven op nieuwe bedrijfsmiddelen. Dit betekent dat u eenmalig tot 50% van de afschrijvingskosten willekeurig kunt afschrijven. De regeling is van toepassing op zowel de inkomstenbelasting (voor zelfstandige ondernemers) als de vennootschapsbelasting (voor ondernemingen die worden uitgeoefend in de vorm van een besloten vennootschap). Uitzonderingen De volgende bedrijfsmiddelen zijn uitgezonderd van de regeling: Vliegtuigen, gebouwen en woonboten, evenals vervoermiddelen zoals bromfietsen, motoren en personenauto's die niet voor professioneel wegvervoer worden gebruikt. De regeling geldt wel voor elektrische personenauto's. Immateriële activa, waaronder quota, goodwill en vermogensrechten. Dieren. Bedrijfsmiddelen die voornamelijk voor verhuur aan derden zijn bedoeld. Hieronder valt ook verhuur binnen uw eigen bv-structuur, tenzij er een fiscale eenheid voor de vennootschapsbelasting is. Bedrijfsmiddelen die om andere redenen al voor willekeurige afschrijving in aanmerking komen, zoals bijvoorbeeld op grond van een VAMIL-beschikking. Voordelen willekeurig afschrijven Tariefsvoordeel: kan helpen om in een lagere belastingschijf te blijven als u dit jaar extra winst maakt. Liquiditeitsvoordeel: verlaagt de belastbare winst, waardoor u minder belasting betaalt en meer geld overhoudt. Nadeel Verminderde afschrijvingsmogelijkheden in latere jaren, wat nadelig kan zijn bij hoge winsten in die jaren. Voorwaarden Bedrijfsmiddel aangeschaft of zelf geproduceerd in 2023 Het bedrijfsmiddel is nieuw en nog nooit gebruikt Ingebruikname vóór 1 januari 2026 Rekenvoorbeeld Hieronder een rekenvoorbeeld ter illustratie. Investering: € 60.000 Totale afschrijving: € 50.000 (aanschafwaarde € 60.000 minus restwaarde € 10.000) in 5 jaar Eenmalige willekeurige afschrijving in 2023: maximaal 50% van € 50.000 = € 25.000 Jaarlijkse afschrijving: € 5.000 over 5 jaar De regeling geeft de mogelijkheid om in 2023 eenmalig 50% van de waarde van het bedrijfsmiddel, na aftrek van de restwaarde, willekeurig af te schrijven. De resterende 50% moet volgens de gebruikelijke methode worden afgeschreven. U kunt echter ook kiezen om over de helft van het investeringsbedrag, na aftrek van de restwaarde, minder of zelfs niet af te schrijven, waardoor u in de komende jaren meer afschrijvingsruimte heeft. Afhankelijk van de verwachte resultaten in uw onderneming kan deze keuze voor willekeurige afschrijving voordelig zijn. Tip Indien u overweegt begin 2024 een investering te doen die in 2023 in aanmerking zou komen voor willekeurige afschrijving, kan het voordelig zijn deze investering te vervroegen naar 2023.

Van depositie naar emissie

Lees de laatste alinea. We moeten oppassen voor het boemerang effect [quote]Vermindering van de ‘stikstofdeken’ via generiek emissiebeleid is ook nog eens goed voor natuur buiten de beschermde Natura 2000-gebieden. Maar… het vraagt wel om nog grotere inspanning, zoals een veel grotere krimp van de veestapel. De aanpak via piekbelasters is juist bedacht om de sector als geheel te ontzien. Agrarische lobbyisten die nu voor generiek landelijk emissiebeleid pleiten, moeten zich dat wel realiseren. [/quote] Bron: https://www.boerderij.nl/emissiebeleid

Column: Mesdagonderzoek maakte 58 miljard aan stikstofplannen bijna overbodig

Door Jan Cees Vogelaar en Geesje Rotgers, De belangrijkste conclusie uit het Mesdagfondsonderzoek is dat de droge depositie van stikstof wordt overschat. Met minimaal een factor 2 of misschien wel 3. Dit betekent dat de stikstofdepositie over Nederland, die thans wordt berekend op 19 kilo per hectare per jaar, volgens de metingen 6 tot 8 kilo lager ligt. De stikstofneerslag is gemiddeld ongeveer 11 - 13 kilo. Vandaag kwam de Universiteit van Amsterdam met haar bevindingen naar buiten. Als de metingen twee weken eerder naar buiten waren gekomen, hadden we kunnen stellen dat het modelmatige stikstofdoel min of meer was gehaald. Dan werd in ongeveer 74 procent van de stikstofgevoelige natuur de kritische depositiewaarde niet meer overschreden. [b]Het mag niet zo zijn, de Minister voor Natuur en Stikstof heeft de kritische depositiewaarden in het rekenmodel enkele dagen geleden fors aangescherpt.[/b] Terug naar het onderzoek van Universiteit van Amsterdam. Deze Universiteit heeft afgelopen 3,5 jaar de stikstofdepositie op een aantal locaties in Nederland gemeten. In opdracht van Mesdagfonds. De natte depositie, wat met de neerslag naar beneden komt, wordt opgevangen in een soort ‘regenmeter’. Hierin kan de stikstofneerslag redelijk nauwkeurig worden bepaald. Volgens het RIVM-rekenmodel is dit ongeveer een derde van de totale depositie. Twee derde betreft de droge depositie. Deze stikstof nemen planten op uit de lucht. Die stikstof wordt ingeschat met een rekenmodel. Droge depositie al jaren ter discussie Dat het RIVM-rekenmodel een factor 2 tot 3 te hoog zit met de droge depositie, gonst al vele jaren binnen Wageningen UR. Binnen deze universiteit zijn er twee groepen onderzoekers: een groep die betaald wordt door de overheid en kritiekloos doorrekent met het RIVM-model. En een groep onderzoekers die de juistheid van dit rekenmodel ernstig betwijfelt. Laatste groep wilde de depositie meten, maar kreeg daarvoor geen financiering en werd tegengewerkt. Mesdagfonds (waar Jan Cees Vogelaar destijds voorzitter van was) zette in 2013 onderzoek op met de groep door de overheid betaalde onderzoekers. Het tijdschrift V-focus (waar Geesje Rotgers destijds hoofdredacteur van was) zette in 2014 onderzoek op met de groep die werd tegengewerkt. We noemen de onderzoeksgroepen hier ‘onderzoeksgroep Mesdagfonds’ en ‘onderzoeksgroep V-focus’. Het duurde nog tot medio 2015 eer beide onderzoeksgroepen met elkaar in contact kwamen. Wat was het geval? De ‘groep V-focus’ wilde metingen hebben van onderzoekers die samenwerkten in de ‘groep Mesdagfonds’. De onderzoekers weigerden die te verstrekken aan de ‘groep V-focus’. “Want die zouden daar tóch niks mee kunnen”. Uiteindelijk leidde het tot een rel, met een minister die de Kamer vertelde dat de metingen niet meer beschikbaar waren. Er kwam zelfs ‘relatietherapie’ voor beide groepen, op last van de overheid. Het gebeuren leidde tot het einde van de ‘onderzoeksgroep Mesdagfonds’. Depositie eindelijk gemeten De overheid zette alles op alles om te verhinderen dat de depositie daadwerkelijk gemeten zou worden. Wageningse onderzoekers die in Dwingelderveld de depositie hadden gemeten, en tot de conclusie waren gekomen dat de droge depositie te hoog werd ingeschat door het RIVM, werden tegengewerkt bij hun wetenschappelijke publicatie. Die publicatie kwam er nooit. Ruim vier jaar geleden besloten Mesdagfonds en ‘onderzoeksgroep V-focus’ op zoek te gaan naar een partij die de droge depositie kon en wilde meten. Van diverse zijden werd de Universiteit van Amsterdam aanbevolen. Eind 2019 werd de samenwerkingsovereenkomst tussen Mesdagfonds en Universiteit van Amsterdam getekend. Er kwam een klankbordgroep, waarin ook het RIVM zitting had, alsmede enkele experts namens de Universiteit van Amsterdam. Ook hadden enkele onderzoekers van de inmiddels niet meer bestaande ‘groep V-focus’ hierin zitting. En uiteraard het Mesdagfonds. Zo’n anderhalf jaar geleden kwamen de eerste meetuitslagen van de droge depositie op tafel in de klankbordgroep. De gemeten droge depositie valt ruim de helft lager uit dan de gemodelleerde. Binnen de klankbordgroep werd het besproken. De onderzoekers verklaarden tot 30% van ‘het gat’ door posten die niet zijn meegeteld. Echter, een groot verschil bleef. De uitkomsten zijn in lijn met het eerdere Wageningse onderzoek in Dwingelderveld. Berekeningen aangescherpt Met de wetenschap dat de droge depositie een factor 2 te hoog zit, zou het stikstofdoel dat Nederland zich bij wet heeft opgelegd, ongeveer zijn gehaald. Provincies hadden hun 58 miljard kostende stikstofplannen dan in de prullenmand kunnen schuiven. Zo ver kwam het niet. Het verhaal loopt anders. Minister Van der Wal gaf Wageningen UR vorig najaar opdracht om nog eens goed naar de kritische depositiewaarden in het rekenmodel te kijken. Op dat moment zijn de uitkomsten van de eerste depositiemetingen in het Mesdagonderzoek ook bij de overheid bekend. Op 31 augustus 2023 maakte Minister Van der Wal bekend de kritische depositiewaarden van 32 habitattypen aan te scherpen. Deze berichtgeving volgt krap twee weken voordat de depositiemetingen van Universiteit van Amsterdam naar buiten worden gebracht. De berichtgeving van Minister Van der Wal heeft ervoor gezorgd dat de Provinciale plannen op het nippertje worden gered van de prullenbak. Met de forse aanscherping van de kritische depositiewaarden in het stikstofmodel, is er wederom een relatief grote modelmatige stikstofopgave. Meten in natuurgebied De Universiteit van Amsterdam mat ook de stikstofdepositie in drie natuurgebieden. Volgens kritische wetenschappers zou hier alleen van ‘natte stikstofdepositie’ sprake kunnen zijn. De concentratie in de lucht is te laag om droge depositie te veroorzaken. Of dit zo is, weten we nog niet. De uitkomsten van de natuurmetingen worden nog verwacht. Het Mesdagonderzoek heeft meer opgeleverd: een relatief goedkope methode om stikstofneerslag te meten. Provincies kunnen deze methode inzetten in hun kwetsbare natuur. Voor hooguit een paar miljoen euro en een jaar tijd, weten provincies dan of miljarden investeren aan stikstofmaatregelen tot resultaat gaat leiden. Tekst: Jan Cees Vogelaar, Geesje Rotgers. beiden op persoonlijke titel, onbetaald) lid van de klankbordgroep UvA, Mesdagfonds.

Rekentool piekbelasters stuurt op gewenst resultaat

Door Geesje Rotgers Onderzoeksjournalist in de agrarische sector Deze week kwam de speciale Aerius-calculator beschikbaar, die piekbelasters aanwijst. Heb hem meteen bekeken. In dit stuk een aantal bevindingen. De overheid heeft de Aerius-calculator zodanig ingericht, dat die stuurt op gewenste uitkomsten. In de afgelopen jaren kwamen wetenschappers al met een reeks verschillende uitgangspunten, om piekbelasters aan te wijzen (grootste emissie, grootste depositie-vracht, hoogste depositie-piek, maximaal doelbereik). Uit een vergelijking bleek dat de gekozen uitgangspunten in hogere mate de uitkomsten bepaalden. Het ministerie had dus veel ruimte om eerst de gewenste uitkomsten te bepalen, en daar vervolgens de uitgangspunten bij te kiezen die zouden leiden tot die uitkomsten. De ministeriële keuzes en hun consequenties op een rij. Nadeel voor bedrijven met weinig of geen grond Het ministerie heeft ervoor gekozen alleen de stikstof die vrijkomt uit stallen mee te tellen. En niet de stikstof die vrijkomt uit de bemesting van de akkers. De 'normale' versie van Aerius rekent bij grondgebonden bedrijven ongeveer evenveel stikstof uit de stal als vanuit de bemeste percelen. Door stikstof uit bemesting in deze speciale calculator niet mee te tellen, hebben grondgebonden bedrijven een voordeel. En bedrijven met weinig of geen grond een nadeel. Aanvankelijk werd een andere definitie voor piekbelaster gehanteerd. Het ging steeds om bedrijven op korte afstand van natuurgebieden, op pakweg maximaal één tot twee kilometer. Deze keer koos het ministerie voor een veel ruimere afstandsgrens, van maar liefst 25 kilometer. Vrijwel alle veehouderijen in Nederland hebben wel een stikstofgevoelig natuurgebied binnen deze afstand. Deze ruime afstand zorgt ervoor dat grote bedrijven, op grotere afstand van natuurgebieden, tóch kunnen worden aangemerkt als piekbelaster. Kleine bedrijven niet veilig voor calculator Het meest in het oog springt de keuze voor een 'depositievracht' van minimaal 2.500 mol/jaar op overbelaste stikstofgevoelige natuur. Dit is omgerekend 35 kilo stikstof per jaar. Een uitstoot van 35 kilo wordt gerealiseerd door een kudde van 50 schapen, een groep met 7 paarden, een stal met drie of vier koeien. Ook kleine bedrijven zijn dus niet bij voorbaat veilig voor de piekbelaster-calculator. Welke bedrijven lopen de meeste kans om als piekbelaster te worden aangewezen? Dat zijn de bedrijven met de meeste hectares stikstofgevoelige natuur binnen de straal van 25 kilometer. Met andere woorden: boeren die een groot natuurgebied in de regio hebben (dit zijn veel hectares). Het meest in het oog springt de Veluwe. Neem een bedrijf dat een minimale depositie van 0,3 mol/ha veroorzaakt op een gebied van 10.000 hectare. Door de vele hectares natuur komt dit bedrijf in de calculator uit op 3.000 mol/ha, en is dus 'piekbelaster'. Geen beveiliging van ingevoerde data Wat je in het rekenmodel stopt, bepaalt de uitkomst. Zo ook bij deze piekbelaster-calculator. Er zijn duidelijk politieke keuzes verwerkt in deze rekentool. Het ministerie richtte deze calculator zodanig in, dat bepaalde groepen boeren eerder als piekbelaster worden aangewezen: boeren bij grote natuurgebieden en boeren met weinig of geen grond. Met sturen op 'de staat van instandhouding van de natuur' heeft dit weinig te maken. Met selectief saneren van de veehouderij des te meer. Tot slot de beveiliging van de Aerius-calculaties. Ik zag bezorgde berichten van veehouders, die bang zijn dat derden kunnen meekijken met hun rekenwerk. Zij hebben een terecht punt. Ik heb me er al vaker over verbaasd hoe gemakkelijk je Aerius-uitdraaien van anderen kunt openen, en tot in detail de ingevoerde gegevens kunt bekijken. Er zit geen beveiliging op.

‘Stappenplan stikstof bespaart 33 miljard en haalt alle milieudoelen’

Het stikstofbeleid kan duurzamer, eerlijker, eenvoudiger, beter handhaafbaar én goedkoper. Een slimme overgang naar een duurzame veeteelt hoeft de overheid in 10 jaar slechts 4 miljard euro te kosten. Dat is maar liefst 33 miljard minder dan de uitgetrokken miljarden voor het stikstofbeleid (24,3 miljard) en de beoogde 12,7 miljard voor het Landbouwakkoord. De boeren krijgen een hogere prijs voor hun producten en er wordt in 10 jaar 24 miljard euro uitgetrokken voor transitiekosten. Een gemiddeld gezin zal 250-400 euro per jaar meer kwijt zijn aan duurzaam/biologisch vlees, zuivel en eieren. Dat berekent Johan Sliggers (voormalig themacoördinator verzuring bij het ministerie van Milieu) in het volgende Tijdschrift Milieu van VVM Netwerk voor Milieuprofessionals, dat op 15 juni verschijnt. Sliggers geeft in een stappenplan aan welke stappen er nodig zijn, wanneer de betrokken partijen die zouden moeten nemen en wat de kosten en baten zijn voor de overheid, boeren en consument. Stap 1: ‘Nederland van het slot halen’ door te erkennen dat stikstofdepositie vooral een ammoniakprobleem is. Sinds 2000 daalt de ammoniakemissie niet of nauwelijks meer, waar de emissie van stikstofoxiden daarentegen een strak dalende lijn vertoont. Dit schept voldoende ruimte voor o.a. de bouw. Stap 2: Verlaat het complexe beleid dat stuurt op kritische depositiewaarden en modelberekeningen van emissie en depositie. Stap 3: Voer een generieke Veedichtheidsnorm (grootvee-eenheid GVE/ha) in van 1-1,5 GVE/ha. Niet meer beesten dan je land hebt om het grootste deel van het veevoer te verbouwen en mest kwijt te raken. Stap 4: Ontwikkel een keurmerk duurzame veeteelt. Hierbij zijn bestaande keurmerken en initiatieven bruikbaar, zoals On the way to PlanetProof, het EU-keurmerk biologisch, pink-/goldlabel e.d. Stap 5: Hou het btw-tarief op duurzaam vlees, zuivel en eieren laag en gebruik het hoge btw-tarief voor ‘gangbare’ producten. Deze btw-differentiatie zorgt ervoor dat duurzaam vlees, zuivel en eieren goedkoper worden dan de nu gangbare varianten. Volgens Sliggers is een systematische aanpak van de intensieve veeteelt te verkiezen boven het uitkopen van boeren, wat een extreem duur ‘geitenpad’ is. Een overgang naar duurzaam/biologisch boeren pakt juist vele problemen tegelijk aan. Naast bescherming van de natuur tegen stikstof, dalen de klimaatemissies, neemt de biodiversiteit (akkerranden) toe, dalen de fosfaat- en nitraatgehaltes in sloten en grondwater en neemt het dierenwelzijn toe. “Kortom: hoe eerder we beginnen, hoe sneller er een hele trits problemen wordt opgelost,” zegt Sliggers. Bron: https://www.vvm.info/stappenplan-stikstof-johan-sliggers-milieu-2023-3?utm_source=VVMpb

Overleg over landbouwakkoord onder hoogspanning, Rutte in de nacht aangeschoven

Betrokken organisaties hebben in Den Haag urenlang onderhandeld over het akkoord. Op een landgoed aan de rand van Den Haag wordt door partijen nog altijd gesproken over een landbouwakkoord. Rond 01.00 uur schoof ook premier Rutte aan. Een betrokkene zegt tegen de NOS dat hij erbij is gekomen in een ultieme poging om tot een akkoord te komen. Aan tafel zitten ook nog landbouworganisatie LTO en minister Adema. Anderen partijen zitten elders in het gebouw en wachten de uitkomst af. Het overleg is al uren gaande. Hoe het er precies voor staat, blijft onduidelijk. Zowel LTO als de minister sprak vorige maand over het belang om er medio mei uit te komen. Volgens bronnen rondom de onderhandelingen is er duidelijkheid over de beperkingen en verplichtingen die boeren zullen worden opgelegd, maar is minder helder hoe het verdienmodel voor boeren er dan uit moet zien. Daarnaast zou er nog discussie zijn over het eventueel vastleggen van een maximumaantal koeien per weiland. Eerder lekte er al een nota van het ministerie van Landbouw, waarin staat dat de minister verwacht zo'n 6,7 miljard euro nodig te hebben om de maatregelen uit het landbouwakkoord uit te voeren. Of het kabinet zo'n bedrag wil betalen en hoe dat geld dan verdeeld wordt, is nog niet duidelijk. Andere maatregelen die naast het maximum aantal koeien besproken worden, zo blijkt uit het document, zijn technische maatregelen zoals emissiearme stallen, het aanpassen van veevoer, minder gewasbeschermingsmiddelen, meer mestverwerking en emissiearm uitrijden van mest en maatregelen zoals het verhogen van het waterpeil en duurzaam bodembeheer. Ook is er nog discussie over de productierechten van boerderijen die ermee stoppen. Zo is het de vraag of het recht om dieren te houden in dat geval kan worden overgedragen op iemand anders dan directe familieleden.

Consultatie Wetsvoorstel tot wijziging omgevingswaarde stikstofdepositie 2030 en vergunningplicht o.a. intern salderen

Hoewel we weten dat reageren lang niet altijd nut heeft, kan het kwaad? Voorstel tot vervroegen KDW datum van 2035 naar 2030 + vergunning nodig voor intern salderen. Met dit wetsvoorstel wordt allereerst een gewijzigde omgevingswaarde voor 2030 vastgesteld. Dit betekent dat in 2030 ten minste 74% van het stikstofgevoelig Natura 2000-areaal in Nederland onder de kritische depositiewaarde moet zijn gebracht (in plaats van de huidige wettelijke doelstelling van ten minste 50% in 2030). In 2025 is de wettelijke verplichting 40% van het stikstofgevoelig Natura 2000-areaal. Onderdeel van het wetsvoorstel zijn ook twee ijkmomenten in 2025 en 2028, conform het advies van Remkes. Tijdens de ijkmomenten wordt bezien of er dwingende inhoudelijke redenen zijn om iets meer tijd te nemen voor het halen van de doelstelling. Met de versnelling van de omgevingswaarde van 2035 naar 2030 wordt beoogd om stikstofreductie te bereiken die nodig is vanuit zowel ecologisch, juridisch als maatschappelijk-economisch oogpunt. Verder breidt dit wetsvoorstel de vergunningplicht voor een Natura 2000-activiteit uit met een vergunningplicht voor stikstofgerelateerde wijzigingen die geen significante gevolgen kunnen hebben voor een Natura 2000-gebied omdat zij niet leiden tot een toename van de stikstofdepositie ten opzichte van de al toegestane hoeveelheid (de ‘referentiesituatie’). De voorgestelde uitbreiding van de vergunningplicht geldt niet alleen voor het zogeheten intern salderen, waaronder het in gebruik nemen van latente ruimte in de bestaande toestemming, maar geldt ook voor wijzigingen die, zonder dat er intern wordt gesaldeerd, leiden tot een afname van de feitelijke depositie, zoals wanneer vanwege de aanscherping van landelijke emissie-eisen een deel van de installatie wordt vervangen of aangepast.

Mijn perspectief brief......

Iedereen wordt gevraagd om een perspectief brief te schrijven of te kletsen over een landbouw akkoord.....maar mij word niets gevraagd 😁😁😁 Dus dring ik mij hier maar op met mijn visie op het perspectief.... We beginnen maar om de huidige situatie in kaart te brengen. En omdat stikstof nu eenmaal de stok is die ons regeert, is dat ook mijn vertrekpunt. Volgens de geleerden spoelt stikstof uit, spoelt stikstof af en daalt stikstof neer in de natuur. Eerst de huidige uitscheiding maar in kaart brengen. Zie afbeelding. Dit komt cbs mineralen stromen Eerste rij: totale stikstof uitscheiding Tweede rij: weidemest Derde rij : alle stalmest Alles uitgedrukt in stikstof Er is volgens cbs 1.8 miljoen ha landbouwgrond en is er een stikstof uitscheiding van 471 miljoen kg. Dat is 261 kg N per ha...... Nu de situatie vanaf 2026, verlies derogatie en 42 % areaal nutriënten verontreinigde gebieden, geeft de volgende rekensom. (170 x 58)+(136x42)/1000= 155 kg per ha De gemiddelde plaatsingsruimte per ha wordt dus 155 kg N per ha Dus er is een gat te dichten tussen 261 en 155 190 miljoen kg bij de gewenste grondgebonden veehouderij (geen mineralen concentraat als kunstmest vervangers bijv) 40 % krimp En als het areaal de komende jaren nog eens krimpt met een aantal honderd duizenden ha dan wordt dit percentage nog iets hoger. Een perspectief brief, een landbouw akkoord......gaat me niet lukken 🙃

We zijn in rap tempo terrein aan het verliezen

De vinger vol op de zere plek: Hij heeft niks met de paardenwereld maar ziet donders goed wat er aan het gebeuren is. Klaas Dijkstra hield laatst een lezing voor de leden van de VSN, de verenigde sportpaardenhandel Nederland. Al snel bleek de zaal gegrepen door zijn verhaal. Omdat het gepassioneerd gaat over onze paardentoekomst. ‘Als je het niet zelf regelt, dan wordt het straks voor je geregeld,’ zegt hij. En dan gaat het over goed georganiseerde èn goed gefinancierde clubs als Dier & Recht, Bont voor Dieren, Wakker Dier en Animal Rights, èn de politiek en de pers …. In zijn lezing vroeg Klaas Dijkstra de paardenhandelaren of ze wisten wie die mevrouw op de foto was: ‘Het is belangrijk om te weten met wie je te maken hebt! Laatst in de vleessector liet ik de foto van Sjoerd van der Wouw zien. Wie is die man met dat kale hoofd? De hele zaal kijken maar er gebeurde niks. Ze kenden hem niet. Dan denk ik: besef je nou echt niet wie dat is? Dan zeg ik: dit is nou de meneer die in 2012 een belangrijke communicatieprijs heeft gewonnen. Als de bedenker van het woord ‘plofkip’, van Wakker Dier. Ik was verbijsterd, had het niet zien aankomen. Bij de VSN liet ik Sarah Pesie zien, ze hadden geen idee. Al vier jaar is ze met Dier & Recht bezig om elk jaar acties op te zetten tegen de paardensport. Goed opgeleid, door opleidingsinstituten, gedrild, voorzien van geld. Joh, we verliezen het in de paardenwereld op alle fronten: geld, kennis en capaciteit.’

Proformaberoep van Stichting Stiktof Claim

Proformaberoep van Stichting Stiktof Claim, door op de onderstaande link te klikken kun je hem vervolgens downloaden, in de handleiding die in de bijlage staat hoe dat moet, dan alleen je eigen gegevens even invullen en versturen maar👌 https://docs.google.com/document/d/1Ybl4fzctm3S7UKl44L-LhvCppZcotsDM/edit?usp=sharing&ouid=117438997487459204613&rtpof=true&sd=true ''Zoals jullie wellicht vernomen hebben ligt er momenteel een Wijzigingsbesluit Habitatrichtlijngebieden ter inzage. Deze is te vinden op onderstaande link: https://www.natura2000.nl/besluiten-ter-inzage-enof-nog-niet-definitief. Als u deze link opent vindt u onderaan de pagina de procedurewijzer hoe een beroep in z’n werk gaat. Het is belangrijk om dit besluit goed te bestuderen en de eventuele gevolgen voor uw bedrijf in te schatten. De inspraak door middel van een zienswijze was al in 2018 en nu is er nog mogelijkheid om bij een rechter beroep aan te tekenen. Bij deze mail vindt u een zogenaamde pro forma brief om beroep aan te tekenen. Pro forma houdt in dat u in ieder geval kenbaar maakt dat u beroep aantekent en dat u inhoudelijk later een reactie stuurt. Deze pro forma brief dient uiterlijk 11 januari 2023 bij de rechtbank van uw woonplaats binnen te zijn. Zorg ervoor dat u de brief aangetekend verstuurd! Op de website van Stichting Agrifacts https://stichtingagrifacts.nl/ vindt u meer inhoudelijke informatie.'' Succes er mee👍

Farma_boerke


Topics
0
Reacties
0
Volgers

Over mij

Woonplaats: Meppel eo
Leeftijd: 46jr
Laatst online: 5u geleden

Deeltijd boertje werkzaam bij groot pharma

Bedrijven

Ervaring

Ik heb ervaring met de volgende machines:

Merk / type Waardering