Minder stikstofuitstoot door innovaties? Het risico bestaat dat we het de boeren daarmee nog moeilijker maken | opinie
We willen minder stikstofuitstoot, dus innovaties die zorgen voor minder stikstofuitstoot zijn goed, zou je zeggen. Volgens Eelko Huizingh is het de vraag of we hiermee wel op de goede weg zijn.
Lees meer over
Opinie
Stikstof in de natuur blijft een probleem, ook na de grote verkiezingsoverwinning van BBB. De doelstelling van het kabinet is 50 procent minder stikstofuitstoot in 2030. Diverse BBB-gekozenen hebben duidelijk gemaakt dat zij van de redelijkheid zijn en ook zo oplossingen willen zoeken. Het is duidelijk wat BBB niet wil, gedwongen uitkoop van boeren. Minder duidelijk is hoe BBB de stikstofuitstoot van boeren wil verlagen.
Een voor de hand liggende route is via innovaties die de huidige stikstofuitstoot verminderen. Voorbeelden hiervan zijn luchtwassers, emissiearme stallen, mestrobots, minder eiwit in veevoer, het verdunnen van mest en koeien vaker in de wei. De gedachte is dat als hierdoor de stikstofuitstoot vermindert, we een stap op weg naar het einddoel zetten. Vlak voor de verkiezingen sprak de Drentse gedeputeerde Henk Jumelet in het Dagblad van het Noorden opgetogen over de 55 miljoen euro die Noord-Nederland hieraan mag besteden van het Rijk. ‘Laaghangend fruit’ werd dit genoemd.
Hoewel we allemaal weten dat niet elke vernieuwing een verbetering is, lijkt dit een inkopper: we willen minder stikstofuitstoot, dus innovaties die zorgen voor minder stikstofuitstoot zijn goed. Geen speld tussen te krijgen, toch?
Risico om tijd te verliezen
Nu ben ik doorgaans erg voor innoveren, maar het is de vraag of we hiermee echt wel op de goede weg zijn. Het risico bestaat dat we door bovengenoemde innovaties tijd verliezen, geld verkeerd besteden, het de boeren nog moeilijker maken en het einddoel van 50 procent reductie niet halen.
Waarom is de voor de hand liggende weg van laaghangend fruit risicovol? Laten we een uitstapje maken naar de auto-industrie. Inmiddels is duidelijk dat elektrische auto’s de toekomst zijn, met eventueel een rol voor waterstof. De toekomst is niet aan brandstofauto’s op benzine of diesel.
Een aantal jaren geleden sprak ik in Duitsland onderzoekers die werkten aan de ontwikkeling van de volgende generatie automotoren. Tot mijn verbazing bleek dat die volgende generatie bestond uit… verbeterde dieselmotoren. Want er zat nog rek in dieselmotoren. Die konden nog zuiniger en nog schoner, met nog minder uitstoot en dus waren ze een stapje in de goede richting.
De denkfout is (achteraf) overduidelijk: hoe zuinig je dieselmotoren ook maakt, emissieloos worden ze nooit. Wat op het eerste gezicht stapjes in de goede richting leken, waren stapjes op een doodlopende weg. En die stapjes kostten wel geld, tijd en moeite.
Precies meten
En dat is het gevaar met de huidige voorstellen voor innovaties die leiden tot emissiereducties. De Drentse gedeputeerde benadrukte het belang van precies meten. Het is verleidelijk je daarop te richten: tot hoeveel procent reductie leidt gescheiden droge en natte mest? Onder welke voorwaarden realiseren luchtwassers de beloofde verbeteringen?
Aantrekkelijke vragen voor doeners, maar voordat we enthousiast het geld gaan uitgeven moeten we eerst de kernvraag beantwoorden: hoe ziet natuurinclusieve landbouw eruit? Vergeet bovendien niet dat stikstof maar een deel van het probleem is, denk aan afnemende waterkwaliteit, verlies aan biodiversiteit, chemische bestrijdingsmiddelen en bodemverstoring.
Is het mogelijk om de noodzakelijke verbeteringen te realiseren met de huidige bio-industrie in aangepaste vorm? Als het antwoord ja is, dan kan het zinvol zijn te investeren in de voorgestelde innovaties en is goed meten verstandig. Is het antwoord nee en dat kon maar zo het geval zijn, dan steken we veel geld, tijd en energie in het ontwikkelen van een heel zuinige dieselmotor waarna we verbaasd zijn dat die nog steeds uitstoot heeft. En dan zitten boeren pas echt in de knel.
Prima uitgangspunt
Tot slot kun je ook anders aankijken tegen de huidige situatie. Veel boeren snakken naar perspectief en duidelijkheid en willen graag samenwerken met de natuur. En aan de andere kant heeft de overheid veel geld beschikbaar (25 miljard euro). Lijkt mij een prima uitgangssituatie voor positieve verandering!
Dr. Eelko Huizingh werkt bij de vakgroep Innovatiemanagement & Strategie van de Rijksuniversiteit Groningen en is auteur van het boek Innovatiemanagement