Perspectief......?

De outlook voor 2025 en verder inzake pas en mest knel gevallen (laten we ze maar zo noemen) 2022 waren er 13597 melkvee bedrijven Daar zaten er 5272 onder de 2 gve en 8325 boven. Bij een norm van 170 kg N per ha hoort bij de huidige excretie een gve norm van 1.3 gve per ha. Bij uitblijven aanvullend beleid zullen er meer dan 10000 melkvee bedrijven te maken krijgen met mest afzet terwijl dat bij derogatie (2.3 gve) 5038 bedrijven waren. Mijn inschatting bij ongewijzigd beleid is dat een kwart, 2500 bedrijven, de stekker er uit trekt. PAS knel gevallen 3237 landbouw bedrijven zijn pas melder 1000 bedrijven zitten zonder vergunning omdat zij een depositie hadden van minder dan 0.05 mol en waren voor de uitspraak 29 mei 19 vrijgesteld. 620 bedrijven hadden op de dag van de uitspraak 29 mei 19 geen onherroepelijke Wnb vergunning. Daarnaast zijn er ongeveer een 1500 interimmers ( verlening vergunning tussen 2004 en 1 febr 2009, achteraf hadden zij een Wnb moeten krijgen maar hebben hem niet) Totaal 6500 vergunning loze bedrijven waarvan er 5000 melkveehouders zijn (inschatting) Ik schat in dat de helft niet in staat is om zich te legaliseren (uitblijven beleid, financiering, tegenwerking bevoegd gezag/NGO s) Dus van eenderde van de melkveehouderij wordt door uitblijven beleid afscheid genomen. Daarnaast zullen er een aantal niet mee kunnen komen in kpi markt programma s/herverdeling melkgeld en door inter governance afspraken aangaande klimaat. Inschatting dat 20 % vrijwillig of gedwongen afscheid neemt van de sector. Dan rest mij 1 vraag ! Wanneer wordt er eens gezamenlijk gewerkt aan perspectief?

Eerste Kamer steunt wijziging Meststoffenwet

De Eerste Kamer heeft dinsdag 19 november ingestemd met het voorstel van minister Wiersma van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur om de Meststoffenwet te wijzigen in verband met de maximale mestproductie. De fracties van OPNL, GroenLinks-PvdA, D66, CDA, Volt, PVV, SP, VVD, JA21, ChristenUnie, BBB en 50PLUS stemden voor het voorstel, de fracties van SGP, FVD en PvdD stemden tegen. Ook is gestemd over vijf moties die door de Kamer waren ingediend tijdens het debat met de minister op dinsdag 12 november. Alle moties zijn verworpen. Het wetsvoorstel wijziging Meststoffenwet in verband met de maximale mestproductie heeft betrekking op een aantal wijzigingen van de Meststoffenwet in verband met de implementatie van de derogatiebeschikking. Met derogatiebeschikking hebben lidstaten van de Europese Unie, onder voorwaarden, de mogelijkheid af te wijken van de voorgeschreven regels. De wijziging gaat allereerst over de nationale en sectorale mestproductieplafonds, in verband met de maximale hoeveelheid dierlijke mest die vanwege de derogatiebeschikking vanaf 2025 in Nederland geproduceerd mag worden. Daarnaast wordt een aantal wijzigingen voorgesteld ter realisatie van die verlaagde mestproductieplafonds. Het gaat daarbij om het afromen van fosfaat-, varkens- en pluimveerechten bij overgang van deze rechten en bij bedrijfsoverdracht, en het verduidelijken van situaties waarin deze afroming plaatsvindt. Ten slotte wordt voorgesteld de hoogte van de afromingspercentages en de verdeling van de sectorale mestproductieplafonds in de toekomst bij algemene maatregel van bestuur te kunnen vaststellen.

Landbouw is in economische zin een tamelijk onbeduidende sector in Nederland

Door Frank Kalshoven, De claim dat ‘het agrocomplex’ goed is voor wel 6,7 procent van de Nederlandse economie, zagen we vorige week, is weliswaar correct, maar ook nietszeggend. De correct berekende bijdrage van de sector landbouw (de veeteelt, de akkerbouw, de tuinbouw) aan de Nederlandse economie is beperkt tot grofweg 1,5 procent. Zo ver waren we. Maar niet alles wat klein is, is onbelangrijk. Daarover deze week. Economische activiteiten hebben vaak effecten op anderen dan de direct betrokkenen. Externe effecten noemen economen dat. Tata Steel maakt staal, en krijgt voor dat staal per ton betaald door zijn klanten. Maar de omwonenden, die niets met die staalproductie en -verkoop te maken hebben, ervaren de overlast en de gezondheidsschade van de productie. Zo is het met de landbouw ook. De sector mag dan klein zijn in toegevoegde waarde, ze is groot in het veroorzaken van maatschappelijke schade. Van de externe effecten van de landbouw bestaat bij mijn beste weten geen compleet overzicht. Maar er zijn voorbeelden te over. Broeikasgassen. Volgens De Staat van de Landbouw, Natuur en Voedsel, een jaarlijkse publicatie van Wageningen Economic Research (WER) in samenwerking met het Centraal Bureau voor de Statistiek, is het aandeel van de landbouw in de totale uitstoot van broeikasgassen in Nederland 16 procent (in 2021). Gasverbruik in kassen speelt hierin een rol. En de veeteelt natuurlijk. Maar in dit getal zit bijvoorbeeld ook de productie en transport van kunstmest. Nu dus kritisch blijven. Kunstmestproductie hóórt niet tot de landbouw in enge zin (die goed is voor 1,5 procent nationaal inkomen aan toegevoegde waarde), dus kun je ook de externe effecten hiervan niet aan de landbouw toerekenen. Feit blijft dat landbouw, vergeleken met de economische relevantie, een zeer grote broeikasgasproducent is. En een grote stikstofproducent: ruim 450 miljoen kilo. En een grote gebruiker van ‘gewasbeschermingsmiddelen’ (landbouwgif dus): 9 miljoen kilo (in 2021). En met 19 procent van het totaal is de landbouw ook een relatief grote uitstoter van fijnstof (PM10). En dit zijn dan alleen nog maar lokale voorbeelden van de fysieke kant van de zaak, met effecten op de natuur en de gezondheid. Er zijn daarnaast negatieve maatschappelijke effecten, bijvoorbeeld van de huisvesting van arbeidsmigranten. De gevolgen van de lage grondwaterstand omwille van de landbouw. Er zijn negatieve externe effecten elders, zoals ontbossing in het Amazonegebied ten behoeve van veevoerproductie. Ik heb het totale overzicht van de externe effecten niet (misschien zijn er zelfs positieve!), maar dat is voor de redenering ook niet nodig. Wat is die redenering dan? Dat het vreemd is om (pakweg) de helft van het grondgebied van een land te gebruiken voor een activiteit die slechts 1,5 procent bijdraagt aan het inkomen in enge zin en daarmee grote schade veroorzaakt tijdens de productie. Misschien is die schade, op geld gewaardeerd, zelfs wel groter dan die 1,5 procent, waarmee de landbouw per saldo een welvaartsvernietigende activiteit zou zijn. Nee, ik bedoel niet: schaf maar af, die landbouw. Maar wel: het moet radicaal anders. En als er hier en daar wat hectaren nodig zijn voor woningbouw, elektriciteitsproductie of nieuwe natuur, dan is dat geen probleem. Nederland heeft, in tegenstelling tot wat vaak wordt beweerd, géén ruimteprobleem. Wel: irrationeel ruimtegebruik. Eerst de huidige toestand analyseren; dan nadenken over de toekomst. Dat eerste hebben we de afgelopen tijd gedaan, dat tweede is onderhanden werk. Ik kom erop terug. Frank Kalshoven is econoom en publicist

Wereldberoemde boerin Anje Grin stopt; alles wordt afgebroken

Precies 40 jaar geleden startte de familie Grin een melkveehouderij in Biddinghuizen. Dat gaat stoppen. Alles is binnen een jaar weg. De 250 koeien, de moderne stal, de oude schokbetonschuur, de gierkelder, de verharding op het erf. Niets blijft er achter, behalve het woonhuis. De veehouderij ligt dicht bij de Veluwe en is volgens de regels van het Rijk een zogeheten piekbelaster als het gaat om de uitstoot van stikstof. De familie Grin verliest de vergunning en kan niemand vinden die verder wil of kan met de onderneming. "Het kon niet anders. We zijn akkoord gegaan met de uitkoopregeling van het Rijk", zegt Anje Grin. Internationale aandacht Ruim een jaar geleden verscheen de boerin voor de camera's van de nationale en internationale pers. Journalisten, fotografen en cameraploegen uit landen over de hele wereld kreeg ze over de vloer en stond ze te woord. "Niemand in het buitenland begrijpt wat wij hier in Nederland aan het doen zijn", zegt ze. De journalisten kwamen bijvoorbeeld uit Italië, Australië, Rusland en de VS. Ook deed ze haar verhaal in de New York Times en de London Times.Ook politici uit de gemeente en de provincie kwamen bij haar langs. Net als Piet Adema, de toenmalige demissionair minister van Landbouw. Ze hebben allemaal haar verhaal aangehoord. Maar niemand kon de regels terugdraaien of ze zo aanpassen dat ze door kon gaan met de veehouderij. Onbegrip Anje Grin vindt het onbegrijpelijk dat zij en haar man niet verder mogen met hun veehouderij. "We stoten door onze moderne stal al veel minder stikstof uit", zegt ze. "De uitstoot die er is, komt op het land in de directe omgeving terecht en niet op de Veluwe", is haar mening. Daar wordt vanuit Den Haag anders over gedacht. Er staat een flinke zak met geld klaar voor de familie Grin. Hoeveel is niet bekend. Daar staat tegenover dat ze alles wat met hun veehouderij te maken heeft moeten afbreken of verkopen. De koeien worden op 16 april 2025 stuk voor stuk geveild. Twee dagen later gaan alle dieren weg. "Maar ook geen dag eerder", zegt Grin. Ze wil er die dag een feestelijke uittocht van maken. Niet stoppen Als alle koeien weg zijn, verhuist de familie Grin naar Nunspeet. Daar hebben ze zeven jaar geleden een bedrijf in jongvee opgericht. "Dat bedrijf mogen we houden", zegt ze. Het is kleiner dan wat ze in Biddinghuizen hebben, maar alle vergunningen zijn rond.Regels over de afkoopregeling zijn streng. Die leggen zelfs een beroepsverbod op. De familie Grin zou nergens in Europa meer een veehouderij mogen beginnen. Hoe zit dat dan met hun bedrijf in Nunspeet? "Dat mogen we houden, omdat dit al een bestaand bedrijf van ons is", is het antwoord van Anje Grin. Ze hebben het schriftelijk vast laten leggen dat dit buiten de afkoopregeling valt. Aardappelschuur Als de koeien weg zijn en de gebouwen tot de laatste steen zijn afgebroken, wat gaat er dan met die grond gebeuren? "Daar zetten we een aardappelschuur neer", is haar antwoord. Kan dat dan niet in de huidige schuur? Het antwoord daarop is nee. De oude schokbetonschuur mag daar niet voor worden gebruikt en moet worden afgebroken. "Eigenlijk is het heel gek", vervolgt ze. "Als we alles netjes afbreken en opslaan, mogen we het weer opnieuw opbouwen als het ministerie geconstateerd heeft dat alles weg is". Zo zijn volgens haar de regels van het uitkopen. De stal van het familiebedrijf is één van de modernste van Nederland en krijgt mogelijk een tweede leven. Niet in Flevoland, maar ergens in Drenthe. Een veehouder daar heeft er belangstelling voor getoond en hij zou van de bank een voordeligere hypotheek krijgen als er wordt gekozen voor een hergebruikte stal. Groot feest Anje Grin wil volgend jaar met een groot feest afsluiten. Bij de veiling krijgt iedere koe letterlijk een podium. "We zetten hier een tent neer waar we ongeveer 1000 gasten kunnen ontvangen." Dat zullen vooral belangstellenden zijn voor de koeienveiling. Maar ook verwacht ze dat er dan opnieuw veel internationale pers komt kijken naar hoe in Nederland volgens haar wordt omgegaan met boeren.

Sinds boeren niet meer collectief beslissen is het mis gegaan

Stikstofcrisis, mestcrisis, watercrisis: het was te voorkomen geweest, als de politiek de boeren hun collectiviteit niet had afgepakt, betoogt historicus en landbouwkundige André Hoogendijk. Sinds 2010 stagneert de verbetering in de landbouw voor stikstof, fosfaat, broeikasgassen en vrijwel alle andere milieu-indicatoren. Dat is geen natuurverschijnsel: boeren beslissen niet meer collectief over hun sector. Na 1945 richtte Nederland een systeem in van publiek-private samenwerking met instituties zoals de Sociaal-Economische Raad. Onder toezicht van deze Ser richtte het ministerie van Landbouw product- en bedrijfschappen op, grotendeels bestuurd door boeren. Die maakten afspraken namens de achterban. Deze wisselwerking werkte uitstekend, juist voor milieudoelen. Boeren in ‘open’ sectoren, met name melkveehouderij en akkerbouw, werken als het ware onder een collectieve milieuvergunning. Je kunt niet opknippen waar de stikstof­depositie van de ene boer begint of de waterkwaliteit van de ander eindigt. Maar vanaf 2000 zagen boeren zichzelf steeds meer als ondernemers. De overheid trok zich terug en de milieuproblemen leken opgelost. De eerste twee kabinetten-Rutte besloten de product- en bedrijfschappen af te schaffen, het ministerie van Landbouw op te heffen en een einde te maken aan de Dienst Landelijk gebied. Weg collectiviteit. De stikstofaanpak laat zien hoe dramatisch de gevolgen zijn De problemen begonnen in 2015. Melkveehouders vierden ‘bevrijdingsdag’ toen het melkquotum werd opgeheven; velen besloten uit te breiden. Niemand lette nog op het collectieve plafond voor de toegestane fosfaatproductie. De fosfaatcrisis volgde, met een verplichte krimp voor alle melkveehouders. Daarop volgden de stikstofcrisis, de mest­crisis en straks de watercrisis. De stikstofaanpak laat zien hoe dramatisch de gevolgen zijn. Na het rapport van Remkes uit 2020, had ingezet moeten worden op plannen om in 2030 de uitstoot te halveren. Als de productschappen nog hadden bestaan, dan hadden zij binnen enkele maanden een plan geleverd met prijskaartje en juridisch kader. Nu heeft het ministerie zich vastgedraaid in een juridisch moeras. Intussen hebben boeren zelf nieuwe collectieven opgericht, voor agrarisch natuurbeheer en zogeheten ‘erkende’ producenten- en brancheorganisaties. In verenigingen zoals BoerenNatuur en BO Akkerbouw zit uitvoeringskracht. De agrarische sector heeft behoefte aan het versterken van de bestaande collectieven en een nieuwe publiek-private uitvoeringsorganisatie. De politiek moet de boeren hun collectiviteit ­teruggeven. André Hoogendijk is historicus, landbouwkundige en directeur BO Akkerbouw

Interview met Dhr. Holman

Bron: NDC Harm Holman wil actie: ‘Ik ben medeschuldig’ ‘Ik heb met open mond zitten aanhoren wat Caroline van der Plas wil’ Harm Holman: „Het leek ons geen goed idee om burgers aan te moedigen de wet te overtreden door illegaal mest uitrijden te gedogen.’’ Arend van Wijngaarden Harm Holman (67) zou eigenlijk met pensioen gaan. Maar de oud-melkveehouder heeft nu een sleutelrol in de landbouwpolitiek. ,,Ik kon niet aanzien wat boeren wordt aangedaan.’’ De veestapel wordt kleiner doordat boeren stoppen of zich laten opkopen, zegt landbouwwoordvoerder Harm Holman van Nieuw Sociaal Contract (NSC). Het moet, want de landbouw loopt tegen de grenzen van de wet en Brusselse regelgeving. Na twee lange dagen van debatten in de Tweede Kamer over de landbouwbegroting, vertelt hij dat een deel van de landbouworganisaties een jaar geleden de Europese mestregels aan de kant wilde schuiven en het illegaal uitrijden van mest wilde gedogen. In de coalitie-onderhandelingen heeft dat voorstel ook op tafel gelegen, weet Holman. ,,Maar het was een hard punt van ons en de VVD dat dat niet kon. Uiteindelijk waren alle vier de partijen het daar ook over eens. Het leek ons allemaal geen goed idee om burgers aan te moedigen de wet te overtreden.’’ Net als we aan de keukentafel in Roden willen beginnen met het interview, belt de persoonlijk assistent van landbouwminister Femke Wiersma. ,,Hij wacht maar even’’, zegt Holman. De 67-jarige Harm Holman zit nog geen jaar in de Tweede Kamer voor Pieter Omtzigts NSC en nu al kan niemand om hem heen. Holman kent alles en iedereen. Dat krijg je als je veertig jaar boer bent, twintig jaar in de lokale en provinciale politiek zit voor het CDA en jaren in het bestuur van de zuivelcoöperatie, Rabobank en een Europese boerenorganisatie. Hij steekt meteen van wal: ,,Ik ben noordelijk veehouder geweest. In Noord-Nederland hebben we het gewoon heel goed voor elkaar. Bijna alle bedrijven zijn grondgebonden, kunnen de mest van hun eigen koeien uitrijden op hun eigen land. In het Noorden hebben we precies de goede verhouding tussen akkerbouw en de hoeveelheid koeien, kippen en varkens.’’ Het probleem zit meer in Brabant, Gelderland en Twente, schetst hij. ,,Te veel boeren zijn daar te intensief bezig. Te veel dieren op te weinig grond. Doordat daar al twintig jaar niets tegen gedaan is, dreigt nu een generieke korting voor iedereen. We mogen nu door de afbouw van derogatie als hele sector 30 procent minder mest op het land aanwenden. Nu al hebben melkveehouders kosten van 50.000 tot 100.000 euro om van hun mest af te komen. Een heleboel boeren gaan dit niet overleven.’’ Tijdens het debat van de afgelopen dagen kwam hij samen met de rest van de Tweede Kamer in aanvaring met BBB-voorvrouw Caroline van der Plas en haar landbouwminister Femke Wiersma. Als we niet ingrijpen, koerst de hele landbouw af op een ramp, vreest Holman. ,,De minister heeft nog niet voor een helft oplossingen voor het hele stuwmeer aan mest dat eraan komt.’’ Hij maakte in het Kamerdebat de vergelijking met de Titanic. De minister en de BBB zijn net het orkest dat doorspeelt terwijl het schip aan het zinken is, zei hij. ,,Dat had ik niet eens van tevoren bedacht, het kwam zo in me op’’, zegt hij een dag later. We moeten voorkomen dat het schip gaat zinken. Caroline van der Plas noemde zijn kritiek ongepast voor een coalitiegenoot. ,,Dat zij zo. Als je ziet hoe Van der Plas op haar beurt tekeerging tegen Kamerleden die zeggen dat er grondgebondenheid moet komen… Wat zeg ik, een groot deel van de Kamer wil dat. Ik heb met open mond zitten aanhoren wat Van der Plas wil. Ze zegt gewoon ‘ik wil die grondgebondenheid niet want ik wil dat de hele intensieve veehouderij in Brabant, Gelderland en Twente gewoon door kan gaan, en ik wil ook de industrie daaromheen in de benen houden’.’’ Maar dat mag ze toch willen? Dat wil haar achterban en dat willen veel kiezers. Dat is democratie. ,,Maar je ziet nu dat zij in de Kamer bijna alleen komt te staan. Er is een meerderheid die grondgebondenheid wil. Elke boer verantwoordelijk voor zijn eigen mest. De minister stelt het wel uit, maar zal toch moeten doen wat de Kamer wil.’’ Maar veel kiezers zijn het niet eens met die verstikkende regels. Hoe verklaart u anders al die omgekeerde vlaggen van een paar jaar geleden? ,,Dat was een algemener probleem. Maar als je zou vragen van ‘zullen we de wet overtreden en het er met zijn allen maar op aan laten komen?’ Dan zal ook het gros van de boeren zeggen dat ze dat niet verstandig vinden. De meeste mensen willen toch een duurzame toekomst. ,,De olifant in de kamer is dat er in het verleden te veel mest op de verkeerde manier is aangewend, soms binnen de regelgeving, maar soms ook er buiten. In het Noorden zijn maar weinig boeren die sjoemelen met mest, omdat dat niet nodig is. Ook in de rest van het land is het merendeel van de boeren van goede wil. Maar een paar procent verpest het voor de rest.’’ De telefoon gaat opnieuw. De assistent van de minister weer. Had u twee jaar geleden gedacht dat u nu zo’n prominente rol zou spelen in de landbouwpolitiek, toen u stopte met uw boerenbedrijf? ,,Nee, dat is bijna niet voor te stellen. Hoe lang geleden is het? September vorig jaar. Ik zat de plannen van Pieter Omtzigt te bekijken, dat sprak me aan, en ik was ook wel een beetje teleurgesteld in het CDA. Om wat ze presteerden op landbouwgebied. Nu functioneert het CDA weer volstrekt anders. Maar ik drukte op de knop solliciteren en na een paar sollicitatierondes kwam ik op nummer twintig op de lijst.’’

BBB wil verplichte krimp voorkomen

Caroline van der Plas: “Ik loop niet weg voor kritiek van boeren” De nieuwe -verlaagde- derogatiebeschikking veroorzaakt veel pijn en onrust bij boeren in Nederland. De door minister Wiersma voorgestelde plannen om te voldoen aan de nieuwe Europese eisen worden over het algemeen goed ontvangen. De afroming van varkens- en pluimveerechten bij verkoop en lease is een ander verhaal. Die doet veel pijn en vooral bij de intensieve sectoren, zoals de varkens- en pluimveehouderij. BBB heeft meegetekend met de motie Grinwis om voor deze sectoren de pijn van deze tijdelijke maatregel te verlichten. Meestemmen met het amendement Flach/Vedder was een te groot risico op een generieke korting uit Brussel. BBB begrijpt volkomen dat varkenshouders en pluimveehouders boos en bezorgd zijn. Deze sectoren hebben immers de laatste jaren alles gedaan om onder de mestproductieplafonds te blijven, onder andere door hun mest te verwerken. Bij de pluimveehouderij is die mestverwerking zelfs honderd procent. De afroming voor varkens en pluimvee zal gelukkig slechts een tijdelijke maatregel zijn, en er wordt nooit meer afgeroomd dan noodzakelijk om aan de Europese eisen te voldoen. Het steunen van het amendement van André Flach (SGP) en Eline Vedder (CDA) hadden we heel graag gedaan, ware het niet dat dit amendement een serieuze bedreiging is voor de totale veehouderij en kan leiden tot verplichte krimp van de veestapel. “Ik wil het niet op mijn geweten hebben dat alle boeren dieren verplicht moeten inleveren. Ik zou niet met mezelf kunnen leven als dat gebeurt”, zegt fractievoorzitter Caroline van der Plas. Zodra de afroming niet meer nodig is, wordt die voor pluimvee en varkens afgeschaft. De hoop is dat dat binnen een jaar al is. Voor melkvee blijft een afroming bestaan. BBB gaat er alles aan doen om de tijdelijke afroming voor pluimveehouders en varkenshouders zo snel mogelijk te beëindigen, Amendement Grinwis/Pierik BBB is blij dat we in ieder geval samen met Pieter Grinwis (ChristenUnie) een amendement hebben ingediend, en die ook is aangenomen, om de tijdelijke pijn in de pluimvee- en varkenssector te verzachten. Dit amendement regelt dat de afromingspercentages in deze sectoren iets worden verlaagd en de productieplafonds juist worden verhoogd. Zo kunnen deze sectoren toch meer mest produceren én hoeven zij minder dierrechten in te leveren. Hierdoor gaan de mestproductieplafonds in de melkveehouderij iets omlaag. Dit betekent dat de melkveesector nog iets minder mest mag produceren. Dit kan, dankzij het amendement van ChristenUnie en BBB door de definitieve mestproductiecijfers in 2023 als referentie te gebruiken en niet de voorlopige cijfers in 2024. Het afromingspercentage in de pluimveesector komt dan uit op uit op 13 in plaats van 15 procent en in de varkenssector gaat dit van 25 naar 22 procent. Plannen Adema en plannen Wiersma Dankzij de plannen van minister Wiersma kan er dus iets meer mest op het land gebracht worden worden, dan in de plannen van Adema. Bovendien leveren de pluimvee- en varkenssectoren minder dierrechten in door afroming, dan onder het bewind van Adema. Dit is een duidelijke koersverandering van BBB-minister Femke Wiersma. BBB is ook altijd tegen de rigoureuze plannen van Adema geweest en met Wiersma als BBB-minister aan het roer hebben we hier ook verandering in kunnen brengen. De voorgestelde tijdelijke afroming bij pluimvee en varkens kon dankzij de nieuwe plannen worden teruggebracht naar 15 procent voor de pluimveehouderij en 25 voor de varkenshouderij. De afroming bij verkoop en lease van melkveerechten (fosfaatrechten) blijft 30 procent. Reactie Caroline van der Plas Dat vooral pluimvee- en varkenshouders boos zijn op BBB, snapt fractievoorzitter Caroline van der Plas. “Ik loop daar niet voor weg en mensen mogen mij daarop aanspreken. Maar in een ideale wereld zou de afroming nooit hebben plaatsgevonden. En de wereld is helaas niet ideaal. De wereld is niet ideaal op dit moment omdat vanuit Brussel met een generieke korting op de totale veestapel wordt gedreigd als Nederland de mestproductie niet verlaagt.” Een generieke korting betekent dat alle boeren in Nederland een deel van het aantal dieren op hun boerderij moeten wegdoen. “Brussel kijkt niet welke sectoren hun mestverwerking op orde hebben. Brussel vindt gewoon dat Nederland te veel mest heeft. Punt. Dus alle mestproductie moet omlaag, redeneert Brussel”, aldus Van der Plas. “Vind ik dit een leuk standpunt? Ben ik het met dit standpunt eens? Nee. Het is echter op dit moment wel de realiteit.” Een generieke korting zou een drama voor de Nederlandse veehouderij betekenen en dit wil BBB koste wat kost voorkomen. “Ik zou niet met mezelf kunnen leven, als BBB verantwoordelijk wordt voor een generieke korting. Het druist tegen alles in, waar ik voor sta”, aldus Van der Plas. Meer: https://boerburgerbeweging.nl/fractienieuws/bbb-wil-verplichte-krimp-voorkomen/?

Boer Rik ziet na jarenlange strijd met overheid laatste koeien vertrekken

Na een jarenlange juridische strijd heeft melkveehouder Rik Lagendijk uit Diessen gelijk gekregen van de rechter. Ja, hij overtrad de Meststoffenwet door meer mest te produceren dan mocht, maar hij heeft er geen schuld aan. Hij is blij met de uitspraak, maar koopt er weinig voor. Vorige week zijn na negen jaar vechten tegen de overheid, de laatste koeien van zijn bedrijf vertrokken. Het doet hem deugd, die uitspraak. Maar de pijn van de afgelopen jaren overheerst. Rik probeerde het nog met private investeerders. Mensen die bereid waren om geld in zijn bedrijf te steken omdat zij er wel in geloofden. Maar na drie jaar moet dat geld weer terug. “De bank wil niet helpen. Toen we vorig jaar zomer financieel weer zo klem zaten hebben we besloten dat we het gewoon niet meer trokken. Gelukkig hoorden we twee maanden geleden dat we mee mogen doen aan de LBV. Zo kunnen we er met de minste financiële schade uitkomen.” https://twitter.com/H_Vreugdenhil/status/1844442606253768758?s=19

Rechter redt veehouder die door fouten van de overheid in de knel zit.

'Correctie via de achterdeur' COLUMNMELKVEENICO BOUWMAN24 SEP 2024 OM 11:00UUR Een halfjaar geleden schreef ik dat ik hoop putte uit een uitspraak van rechtbank Overijssel in een fosfaatrechtenzaak. Het bleek geen ijdele hoop. Sindsdien bewees deze rechtbank oog te hebben voor de bijzondere situaties van melkveehouders. %27Correctie+via+de+achterdeur%27 © Dirk Hol Advertorial QUIZ - Wat weet u over gewasbescherming? Wat weet u van spuitlicenties? Test uw kennis over veilig en verantwoord gebruik van gewasbeschermingsmiddelen. En maak kans op leuke prijzen zoals een werkkledingbon, een dinerbon of een cursus op Spuitlicentie.nl. Gaat u de uitdaging aan? Veel succes! Ik weet er alles van Even ter opfrissing hoe het ook alweer werkt. We kennen inmiddels al ruim zes jaar het fosfaatrechtenstelsel. De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) controleert of veehouders voldoende fosfaatrechten hebben. Had je een tekort, dan rapporteren ze dat aan de officier van justitie. Die beslist wat hij er verder mee wil doen. Komt er geen onderlinge oplossing, dan wordt de zaak vaak naar de rechter gebracht. Zo ook in het geval van een melkveehouder die ik onlangs bijstond. Hij pacht sinds 2014 de boerderij, is toen begonnen met melken en heeft langzamerhand zijn veestapel uitgebouwd. De verpachter zorgde in 2014 voor voldoende melkquotum. Toen bekend werd dat 2 juli 2015 de peildatum zou zijn, was zijn veestapel nog lang niet op de gewenste omvang. Daardoor kwam hij in de knel. Gelukkig werd hij onder het fosfaatreductieplan in 2017 als knelgeval (starter) erkend. Doordat de wet is aangescherpt, werd hij in 2018 bij het toekennen van de fosfaatrechten opeens niet meer aangemerkt als knelgeval. Daardoor kreeg hij veel te weinig fosfaatrechten. De verpachter zei dat hij zou zorgen voor voldoende fosfaatrechten, maar gaf helaas niet thuis. De officier van justitie wilde rekening houden met de omstandigheden, maar eiste nog steeds een voorwaardelijke geldboete van 25.000 euro. Daarnaast had de officier berekend dat de veehouder ruim 360.000 euro aan leasekosten had bespaard door geen fosfaatrechten bij te leasen. Zij was bereid alleen de leasekosten over 2021 te vorderen en vroeg de rechtbank de veehouder te veroordelen tot ruim 177.000 euro (een 'ontnemingsvordering'). De rechtbank was van oordeel dat de overtreding strikt genomen wel was begaan, maar legde de melkveehouder geen straf op. Ook oordeelde de rechtbank dat de veehouder niets hoefde te betalen aan de staat als compensatie voor de bespaarde leasekosten. De rechtbank had oog voor zijn situatie als knelgeval en het feit dat dit alles plaatsvond onder omstandigheden waar hij zelf ook weinig invloed op had. De Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) en de bestuursrechter (CBb) lieten de veehouder in de kou staan, maar deze zaak bevestigt nog maar eens dat de strafrechter bereid is naar de persoonlijke omstandigheden te kijken en dat dit een groot verschil kan maken.  

Melkveehouder Timo Burgers stopt ermee: ‘Op de bank voor de tv zou ik meer geld verdienen’

[quote]Over een maand of twee is Timo Burgers uit Spankeren definitief geen melkveehouder meer. ‘Als ik een paar jaar wacht, heb ik misschien géén andere keuze meer.’ 34 boeren met melkbussen “Mijn vader heeft nog eens een boekje gemaakt over Spankeren in de jaren zestig”, zegt Burgers. “Toen waren er 34 boeren met koeien waar de melkbussen werden opgehaald. Al zat daar een boer bij die maar één koe had, dat moet ik er wel bij zeggen. Nu zijn er nog maar vijf boeren over, die per boer veel meer koeien hebben. Maar het totale aantal koeien hier is niet gestegen, terwijl hier intussen wel de vliegtuigen overvliegen. Dat geeft me soms het gevoel dat ik moet stoppen om vliegvakanties mogelijk te blijven maken.”[/quote]

Het is tijd voor een grondgebonden veehouderij

Het is tijd voor Control-Alt-Delete. Beste heer/mevrouw, Ik zou graag met u spreken over de Kringloopwijzer en de afrekenbare Stoffenbalans . Veehouders kunnen elk jaar gebruikmaken van de mogelijkheden die de Kringloopwijzer en andere verantwoordingstools bieden, om zo de af te voeren mesthoeveelheid flink te verlagen . Dit kan omdat door de uitkomsten van de berekeningen in de tools veel minder mest afgevoerd hoeft te worden dan wanneer de Kringloopwijzer/andere tools goed zouden functioneren.   Dat is gebruikmaken van de mogelijkheden die er zijn. En dat levert behoorlijk financieel voordeel op. Met de mogelijkheden binnen de Kringloopwijzer worden de kuilmonsters bedoeld. Deze mogen namelijk net zo vaak genomen worden totdat er een uitkomst uitkomt die 'past'. Die kuilmonsters worden genomen uit dezelfde kuil. Wanneer je weet waar er eiwitarm voer ingekuild is laat je daar een kuilmonster steken voor de mestboekhouding.  Een ander voorbeeld: wanneer je 5 kuilen hebt, waarvan 1 met eigen voer en 4 met aangekocht voer dan mag men zelf kiezen waar het kuilmonster genomen wordt. Je kunt net zo vaak steken als je wilt, om zodoende het “ goede “ monster te krijgen. Echter, wat zegt dit over de BEX en de Kringloopwijzer?  Het stellen van doelen en de mogelijkheden die er binnen een afrekenbare stoffenbalans zijn om je eigen gewenste resultaat te creëren zijn perverse fraudeprikkkels. Er is maar 1 ding echt belangrijk om duurzaam te ondernemen: Zorg voor een uitstekende relatie met je kuil- en mestmonsternemer!!! Een goede adviseur creëert voor de veehouderij van de toekomst de gewenste uitkomsten om de doelen te behalen. Het liefst doet een adviseur/ stikstofcoach met een voucher van de Nederlandse overheid.

Vreugdenhil en de wet Oneerlijke Handelspraktijken

De Wet Oneerlijke Handelspraktijken (OHP) in de landbouw- en voedselvoorzieningsketen is op 1 november in werking getreden. Doel van de wet is om de onderhandelingspositie van boeren, tuinders en vissers tegenover grotere marktpartijen te versterken. Voorbeelden van handelspraktijken die nu zijn verboden zijn: het op korte termijn annuleren van levering van bederfelijke producten door de afnemer, het te laat betalen van de leverancier door de afnemer of het eenzijdig wijzigen van de leveringsvoorwaarden door de afnemer (zoals volume, kwaliteitsnormen of prijzen) De zaak leverancier vs. Vreugdenhil Vreugdenhil stelt sinds jaar en dag maandelijks eenzijdig de melkprijs vast, op basis van niet nader gespecificeerde “ontwikkelingen in de markt”. Volgens de leverancier is dit in strijd is met wet OHP, omdat dit in feite betekent dat Vreugdenhil eenzijdig de melkprijs wijzigt. Daarnaast hanteert Vreugdenhil een opzegtermijn van 12 maanden. Als de eenzijdig vastgestelde melkprijs ineens blijvend laag zou zijn, is de leverancier daaraan te lang, te weten 12 maanden, gebonden. Vreugdenhil is zich van geen kwaad bewust. Oordeel Geschillencommissie Naar het oordeel van de Geschillencommissie is een prijsvaststelling gebaseerd op de “ontwikkelingen in de markt” voor een leverancier een ruim en een weinig concreet gegeven. Vreugdenhil zal de leverancier dan ook op een toegankelijke en begrijpelijke wijze inzichtelijk moeten maken welke de in dit verband relevante factoren en overwegingen zijn die tot die vastgestelde prijs hebben geleid. Volgens de Geschillencommissie is Vreugdenhil in dit verband inmiddels al enige tijd in overleg is met een belangenvereniging van melkveehouders, waar ook de leverancier bij is aangesloten, om met behulp van een onafhankelijke deskundige een melkprijsbenchmarkmodel te ontwikkelen ter toetsing van de marktconformiteit van de door de afnemer vastgestelde melkprijzen. De commissie zal Vreugdenhil dan ook in de gelegenheid stellen met behulp van een externe deskundige een dergelijk benchmarkmodel te ontwikkelen. https://www.degeschillencommissie.nl/uitspraken/commissie-houdt-beslissing-aan-eerst-deskundig-onderzoek-nodig/ Wat schiet de leverancier op met deze uitspraak? Uit de uitspraak van de Geschillencommissie blijkt dat het te ontwikkelen melkprijs-benchmarkmodel slechts dient om te bekijken of de melkprijzen van Vreugdenhil marktconform zijn. Vreugdenhil wil absoluut niet dat dit melkprijs-benchmarkmodel bepalend is voor de melkprijs: “De afnemer (Vreugdenhil) staat nog steeds positief tegen een benchmark-model voor de melkprijs, maar niet als deze bepalend is voor de melkprijs. Wel als middel om te kunnen ‘controleren’ of de afnemer zijn werk goed doet. Als de leverancier dat niet vindt, kan hij de overeenkomt met de afnemer opzeggen. Wanneer een benchmark-model leidend zou zijn, geeft dat grote(re) schommelingen in de melkprijs, omdat de markten waarop de afnemer actief is ook volatiel zijn. Dat is niet alleen een gevaar voor de continuïteit van het bedrijf van de afnemer, maar zal ook voor de melkleveranciers slechter kunnen uitpakken. Niemand wordt daar beter van.” Op deze manier verandert er dus niets bij Vreugdenhil: Vreugdenhil bepaalt nog steeds eenzijdig de melkprijs.

Rabo te kort geschoten bij zorgplicht jegens fosfaatknelgevallen

Rabo heeft tik over de vingers gehad van de rechter. Rabo is nu aan het afdealen met de betrokkenen. Dat is mooi dat de aanhouder heeft gewonnen. Proficiat, zijn jullie er al uit Arnold, Ronald en anderen? Heeft iemand een idee wat dit betekend voor de Pasmelders?. Kunnen die zich ook melden bij de Rabobank?. Kan Alex Datema daar iets over zeggen? Heeft iemand een idee wat deze uitspraak gaat betekenden voor LNV en de provincies inzake de Pasmelders en de interimmers en de mensen waar volgens een Aeriusberekening geen vergunning of toestemming nodig was? Kunnen Harold Zoet en Maurits van Martels en Femke Wiersma daar iets over vertellen? Ter indicatie kunnen de betrokkenen ons vertellen hoeveel miljoenen er gemoeid zijn met de schadeclaim? Dan kunnen we de rekensom maken die Rabo en LNV en de provincies moetem gaan reserveren op hun begroting.

cornelissen


Topics
0
Reacties
52
Volgers

Over mij

Leeftijd: 68jr
Laatst online: 2u geleden

Bedrijven

Ervaring

Ik heb ervaring met de volgende machines:

Merk / type Waardering