Waarom ASML wel en de boer niet?

Regelgeving in Nederland zat De Nederlandse politiek is bezig met een geheime missie om ASML te behouden in Nederland. Immers ca. 40.000 man heeft werk van ASML. ASML is trouwens niet het enige bedrijf. Meer bedrijven, die internationaal werken zijn de regelgeving in Nederland zat en dreigen te vertrekken. Logisch, wanneer wij Nederlanders door de overheid niet meer gestimuleerd worden om te werken, en daar bovenop ook nog eens alle overtollige regelgeving. Daarom wordt arbeid voor in Nederland opererende bedrijven onbetaalbaar, door onze steeds lagere productiviteit met steeds meer regels en toch behoud van salaris. Maar wat zijn de verschillen tussen ASML en de Nederlandse landbouw? De Nederlandse landbouw wordt in tegenstelling tot ASML zo dwars gezeten door de Nederlandse overheid, dat juist zij langzaam maar zeker wel hun bedrijven moeten staken. Met als gevolg daarvan, dat de toeleveranciers en de verwerkende industrie ook hun bedrijven moeten staken. De overheid doet net alsof dit niet zo is, maar de ene onwerkbare regel na de andere stapelen zij op, zodat het onmogelijk wordt om voor de Nederlandse landbouw nog een snee brood te verdienen. Als je het aantal werknemers van de landbouwsector optelt, zijn dit er veel meer dan die van ASML. Het weg faseren van de landbouw heeft dus veel meer werkloosheid tot gevolg dan het verdwijnen van ASML. Voor de natuur kan het ook niet zijn, want nergens ter wereld is de voetprint van de Nederlandse landbouw op de natuur zo klein als in Nederland. Een ding staat als een paal boven water. De landbouw zal over10 jaar zeker nog floreren, wanneer de overheid tenminste een verstandig beleid gaat voeren. Dit in tegenstelling tot ASML. Ik zie ASML als een bedrijf dat leeft van dag tot dag. Als het een Chinees bedrijf namelijk lukt, hun product na te maken, zijn zij van de ene op de andere dag verdwenen. Verder heeft zo’n mega groot bedrijf allerlei speciale regels en mogelijkheden om zo min mogelijk belasting te betalen. Dit in tegenstelling tot de landbouw. Zij hebben, als overwegend familiebedrijfjes, die mogelijkheden niet. Hoe is het te verklaren, dat een tak, die een onzekere toekomst heeft, behouden moet blijven voor Nederland en een bedrijfstak, welke zich al decennia lang heeft bewezen en een veel grotere stabiele tak is, moet verdwijnen uit Nederland? Kijk alleen al naar de gedachtegang van de overheid over het aantrekken van buitenlandse arbeidskrachten. Voor beide bedrijfstakken gelden toch dezelfde regels, zou je denken? Niets is minder waar! Voor ASML wordt de rode loper uitgelegd in tegenstelling tot de buitenlandse arbeidskrachten in de agrarische sector, die worden met de nek aangekeken en moeten weg uit Nederland. Hadden wij met elkaar niet afgesproken niet meer te discrimineren, of heeft de Nederlandse politiek hier geen actieve herinnering meer aan? Jaap Majoor Laag Zuthem

Kamer maant Van der Wal tot openheid over gevolgen natuurherstelwet

Een meerderheid van de Tweede Kamer wil dat demissionair natuurminister Christianne van der Wal nog voor dinsdag 'de belangrijkste conclusies' openbaar maakt van een rapport over de gevolgen van de Europese natuurherstelwet voor Nederland. Het Europees Parlement gaat dinsdag over deze veelbesproken wet stemmen. BBB is het er niet mee eens dat de Nederlandse Europarlementariërs niet weten wat er in het rapport staat. Ze moeten volgens de partij daardoor stemmen 'zonder te weten wat de precieze gevolgen zijn voor ons land', al heeft de Europese Commissie de weerslag van de wet wel in kaart gebracht. Via een spoed-emailprocedure heeft BBB een Kamermeerderheid achter het verzoek gekregen om de conclusies van het Nederlandse onderzoek maandag nog te openbaren. De partij stelt dat het rapport nagenoeg klaar is. BBB-leider Caroline van der Plas is blij met de steun van andere partijen. 'Hierdoor kunnen de Europarlementariërs zich voorbereiden op de stemming over dit belangrijke onderwerp morgen. En ook voor de Tweede Kamer is het belangrijk om te weten wat de gevolgen van de Natuurherstelwet zijn'. Het voorstel van BBB werd gesteund door PVV, VVD, SP, CDA, FVD en SGP.

Nederlandse beleggers hebben in VS meer land dan alle Nederlandse boeren opgeteld

Nederlandse investeerders, voornamelijk pensioenfondsen bezitten in de Verenigde Staten 2 miljoen hectare landbouwgrond. Daarmee staat ons land in de top drie van buitenlandse grondeigenaren in de VS, volgens een onderzoek van journalistencollectief Investigate Midwest. Ter vergelijking: Nederland telt zelf 1,8 miljoen hectare landbouwgrond. Met een totaal van 11,5 miljoen hectare in buitenlands bezit in de VS, vertegenwoordigt dit een aanzienlijk deel. Investigare Midwest maakt zich al jaren druk over cijfers van buitenlandse investeerders die land kopen in de VS. De leidende positie van Nederland volgt op Canada, dat met ongeveer 2,8 miljoen hectare de grootste buitenlandse eigenaar van Amerikaans (bos)land is. Duitse investeerders hebben ongeveer 785.000 hectare, Britse 688.000 hectare. Ook investeerders uit Italië, Portugal en Frankrijk hebben landposities in de VS. Het merendeel van deze investeringen, ongeveer 54,9%, bestaat uit bosbouwgrond. De rest bestaat voor 23,6% uit weiland en slechts 21,5% uit bouwland. Dit geeft een indicatie van de diversiteit in investeringskeuzes. De drijfveer achter deze investeringen is de behoefte aan zekere en conservatieve beleggingen om het uitgebreide pensioenstelsel van Nederland te ondersteunen. De Amerikaanse landbouwgelden als veilige sectoren voor dergelijke investeringen.

Weinig klimaatwinst bij CO2-opslag in landbouwbodem

Op 29 augustus werden de nodige kanttekeningen geplaatst bij het vastleggen van CO2 in landbouwbodems tijdens de Wageningen Soil Conference. Stoppen met ploegen, bodembedekkers na de oogst, verhoging van het areaal permanent grasland, bepaalde vormen van agroforestry en het herstellen van wetlands – dit kan allemaal zorgen voor (meer) koolstofopslag in de bodem. Om die reden ontstaat momenteel een levendige handel in carbon farming (koolstoflandbouw). Bedrijven die klimaatneutraal willen zijn of worden, kopen certificaten van boeren die extra koolstof vastleggen in landbouwbodems. De Europese Unie promoot carbon farming. ‘Koolstoflandbouw is een noodzakelijke aanvulling op onze inspanningen om klimaatneutraal te worden’, stelde Eurocommissaris Frans Timmermans in 2021. ‘Het stelt boeren, bosbouwers en andere landbeheerders in staat om echte hoeders van onze omgeving en klimaat te worden.’ Carsten Paul, onderzoeker bij het Leibniz Centre for Agricultural Landscape Research wijst er op dat het koolstofgehalte in de bodem een dynamisch evenwicht is van koolstofopname en CO2-uitstoot. Daarbij geldt als regel: hoe hoger het koolstofgehalte, hoe hoger de respiratie en uitstoot. Bovendien vergt CO2-vastlegging een strak management van tientallen jaren dat weer verloren kan gaan als de boer of zijn opvolger een ander management kiest. Deze onzekerheden zorgen ervoor dat certificaten, die de extra koolstofvastlegging claimen bij boer S op plek X, een ongeschikt middel zijn om klimaatdoelen te halen. ‘We kunnen ons geld beter besteden aan emissiereductie’, stelt Paul. De Wageningse bodembioloog Gabriel Moinet komt tot dezelfde conclusie. Het vastleggen van CO2 in landbouwbodems kan hooguit bijdragen aan 8% van de huidige klimaatopgave voor CO2-reductie, maar 4% is een meer realistische schatting. Daarnaast zijn Moinet en zijn collega’s kritisch op de veelgehoorde claim dat koolstofvastlegging in bodems een no regret maatregel is die bijdraagt aan voedselzekerheid. Hun onderzoek toont aan dat de relatie tussen koolstofvastlegging en voedselproductie afhangt van de specifieke omgeving. In sommige gevallen kan extra koolstofvastlegging zelfs leiden tot schade. ‘We moeten de focus verleggen van het maximaliseren van koolstofvastlegging naar het optimaliseren ervan’, zegt Moinet. Deze conclusies zijn slecht nieuws voor de aanhangers van permacultuur, biologische en regeneratieve landbouw. In deze vormen van landbouw staat de bodemgezondheid centraal, niet alleen om daarmee meer bodemgezondheid en biodiversiteit te creëren, maar ook om bij te dragen aan de klimaatopgave. Regeneratieve landbouw wordt inmiddels omarmd door een deel van de agrifoodbedrijven, maar de klimaatwinst is dus beperkt en moeilijk te kwantificeren, zodat CO2-certificaten en een verdienmodel moeilijk zijn te verantwoorden. Dat neemt niet weg dat koolstofopslag in de bodem een goed idee is, stelt Van der Voort. ‘De klimaatwinst mag dan beperkt zijn, maar koolstofvastlegging is vooral goed voor de bodemgezondheid, de weerbaarheid tegen klimaatverandering en de biodiversiteit. Dit is voor een groot deel van de bodems in de wereld echt cruciaal.’ bron: WUR

Mest, niet stikstof, laat veestapel nu krimpen

De kranten staan bol van de stikstof en steeds strengere eisen. Afgelopen week kwam naar buiten dat de WUR een nieuw model over de stikstofgevoeligheid van de natuur vertaalde naar het bestaande rekenmodel en constateerde dat Nederland nog strengere eisen moet gaan stellen aan de uitstoot van stikstof. Al snel sijpelde het nieuws naar België door. Ook daar bepalen modellen de wereld van de politiek. Maar al die modelmakerij zorgt even hard voor blokkades in het maken van keuzen, omdat die te groot en ingrijpend zijn. Onderwijl haalt de werkelijkheid de politiek in. In Nederland verdween de derogatie, een regeling die door het groeizame Nederlandse klimaat boeren toestond meer mest op hun grond toe te passen dan volgens de Europese wetgeving mag. Nu dat niet meer mag, zitten boeren met te veel mest. Een oplossing is er niet, want in die mest zit stikstof en daar durft niemand zijn handen meer aan te branden. En zo komt het dat het ministerie de boer met de stront laten zitten en hem dwingt tot krimp van de veestapel, omdat hij de mest niet meer kwijt kan. Mestkoepel Cumela vindt het onverantwoordelijk en spreekt er schande van. De organisatie heeft voorstellen gedaan om tijdelijk meer stikstof uit te mogen stoten. Maar dat ligt zo gevoelig dat het ministerie 6 weken niet wist wat het moest antwoorden. Uiteindelijk kwam langs informele weg het antwoord: het ministerie gaat niet op de voorstellen in. Wat er wel moet gebeuren, weet niemand. Op Nieuwe Oogst, het blad van boerenorganisatie LTO Nederland, is het antwoord te vinden: de echte krimp van de veehouderij is begonnen en dat gebeurt via het mestdossier. Waarom: omdat zelfs geld niet meer helpt om de mest van het erf te krijgen omdat de mest niet meer op het land mag. Over stikstof blijft de politiek nog lang praten. Mest doet de rest.

Column Jeroen van Maanen: Spagaat

Wat geldt voor alle vormen van relaties, zakelijk verkeer en handel, geldt ook in de belangenbehartiging: het is geven en nemen. De vriend die je tien keer gebeld hebt en je nooit terugbelt, zal als de lijn zich zo doorzet toch iets minder vriend worden op den duur. De melkfabriek die voor jouw melk maar 30 cent blijft betalen, zal zeer waarschijnlijk over niet al te lange tijd toch een leverancier minder hebben. En de veehandelaar die, al vraag je 1.500, nooit meer geeft dan 1.000 euro voor je vaarzen, zal er waarschijnlijk op den duur niet zo veel meer bij je opladen. Het is geven en nemen, en daarin moet een balans zitten. Raakt die balans eruit, dan neem je afstand. Doe je dat niet, dan ga je over je eigen grenzen heen. Dan geef je te veel of krijg je te weinig terug. Natuurlijk kan het niet altijd op een weegschaal of gemeten worden met de liniaal, hoeft ook niet, want met vertrouwen hoeft de balans niet altijd exact in het midden te liggen. Maar wat nou als de partij waarmee je zakendoet alleen maar neemt? Je krijgt niets terug, levert keer op keer, maar krijgt niets terug. En daarbovenop is die partij nog onbetrouwbaar ook, je krijgt de schuld van iets wat je niet gedaan hebt of wordt onder druk gezet om iets te doen wat je niet wil. Zeg maar de melkfabriek die ten onrechte zegt dat je kwaliteit niet voldoet, de slachterij die ten onrechte zegt dat je slachtvarkens afgekeurd zijn of de loonwerker die een halfuurtje meer rekent dan hij echt voor je gewerkt heeft. Elke boer zou vrij snel klaar zijn en afrekenen met zulke partijen. Klachten over melk of vlees moeten maar met eerlijke monsters of metingen onderbouwd worden en die loonwerker kan dat laatste halfuur van de factuur aftrekken. Tot zover vrij simpel, zou u zeggen. Maar wat als je belangenbehartiger bent, de goederen die je ‘levert’, is wat boeren kunnen leveren/oplossen, het middel waarin je betaald krijgt of terugkrijgt, is perspectief, toekomst, locaties, verdienmodel, ofwel license to produce. Vroeger was er zoiets als vertrouwen en menselijkheid. Nooit helemaal sluitend, maar de burger die dagelijks met zijn melk-kannetje bij Boer Jansen in het dorp melk kwam halen, keek even in de stal naar de gezonde koeien, maakte een praatje en zelfs zonder KKM-erkenning kocht hij graag en met vertrouwen zijn melk. Vertrouwen en menselijkheid is inmiddels verleden tijd. Keuringscertificaten, borgingen en hele datasystemen komen er nu aan te pas om aan te tonen hoe goed we het als landbouw doen. Belangenbehartigers leggen keer op keer alle feiten of tafel, alle cijfers hoe goed we het doen. Praten mee over doelen waar en hoe we het nog beter gaan doen. En toch krijgen we niks terug. Vroeg of laat word je wakker, besef je de onmogelijke spagaat. En stop je, al dreigt de tegenpartij om zaken te gaan doen met een andere partij of generiek te gaan korten. Dan stop je, bestempel je die partij, in dit geval de overheid, als onbetrouwbaar. En spring je niet voor de 800ste keer door een hoepeltje, maar spring je uit die spagaat. Jeroen van Maanen, melkveehouder in Zeewolde en bestuurslid NMV

Biedt de BBB wel perspectief?

Hoe nu verder?? De vraag die elke boer mij stelt Het antwoord is simpel: Noorderling schreef het gisteren. Er is bij hem niets veranderd door het klappen van het akkoord. Maar wanneer je even verder nadenkt weet je dat we steeds verder wegzakken in het moeras dat door lnv is gecreëerd. Er zijn meerdere verschillende inzichten in de politiek  Op 27 juni is de behandeling hoe de pot geld van 24,3 miljard verdeeld gaat worden Tenminste, zo is het officieel In werkelijkheid worden de kaarten voor die dag geschud Als klein kind ben ik opgegroeid met kaartspellen. Mijn grootvader was er gek op. Samen hebben we veel geklaverjast. Ik bloedfanatiek en opa kauwend op pruimtabak en zijn spuugbakje stond naast hem op de grond. Het was fascinerend om te zien hoe goed hij kom mikken. Ik heb me voorgenomen om de 1e kamer te gaan helpen. Maar er is 1 ding waar ik nog niet goed over geïnformeerd wordt: WAT WIL DE BBB?? Geen onteigening. Mee eens   Innovatie? Dat verdient aandacht.  Caroline zegt: geef elke boer een Sphere. Klinkt leuk maar is dat ook zo? Zijn we daar echt mee geholpen? Ik denk het niet Vollenbroek gaat direct naar de rechter Sphere is erg duur en sterk kostprijsverhogend En je moet je afvragen of je onderstaande risico’s wilt nemen    https://www.boerderij.nl/ervaring/rene-sleegers-liever-een-horizontale-luchtwasser   Nadeel van een chemische luchtwasser is dat er vaten met zuur nodig zijn. “Het is eigenlijk apart dat je zonder certificaat of cursus met vaten met zuur van meer dan 1.000 kilo mag slepen, terwijl als het fout gaat een heftige reactie kan ontstaan.” Incident met zuurvat Eén keer had hij een incident waarbij water terugliep in het zuurvat en ging reageren. Het zuurvat werd enorm warm en stond helemaal bol. Hij heeft het vat toen op advies van de leverancier van het vat gekoeld met water en het vat daarna buiten neergezet. Het liep gelukkig goed af. Daarna heeft hij zich er goed in verdiept. Hij heeft met instanties als de omgevingsdienst, de brandweer en de veiligheidsregio gebeld voor informatie. “Maar ik heb gemerkt dat er eigenlijk bij niemand precies bekend is welke procedures je dan moet doorlopen. Dus het is wachten tot het ergens een keer helemaal fout gaat.” De BBB staat voor boerburgerbeweging Wees zuinig op N voorzichtig met de Nederlandse boer en stop met zwavelzuurbommen gratis weggeven.

‘Oproep aan collega-boeren: stop met beregenen’

Boer die beregent benadeelt boer die niet beregent Opinie H. van Ditshuizen veehouder in Barchem (Gld.) Stikstof is niet de boosdoener voor de natuur. Stikstof hebben we allemaal nodig: mens, plant en dier. Ga maar kijken onder gronden die al jaren lang door Het Geldersch Landschap worden beheerd. Daar gaan vele bomen dood. Niet door stikstof maar door lage grondwaterstanden. De lage grondwaterstanden worden veroorzaakt door het oppompen van grondwater voor het beregenen van gewassen, waarbij meer dan de helft van het water verdampt. Het is van de zotte. Dat boeren van Vitens een vergoeding krijgen voor grondwateronttrekking en dan met regeninstallaties nog meer gaan onttrekken. Tien regeninstallaties die een etmaal (24 uur) draaien, onttrekken net zoveel als 240 gezinnen in een jaar aan water. En daarmee benadelen zij de boeren (collega’s) die niet beregenen. Nadelen van beregenen Ik ben al meer dan 55 jaar boer met 45 hectare grond. Heb nog nooit beregend. Zorg in de goede jaren voor wat buffervoorraad en koop in de droge jaren wat voer bij. Dat is door de jaren heen goedkoper dan de kosten van beregenen. Beregenen heeft nadelen, zoals lagere grondwaterstanden, waardoor bomen en planten geen water meer kunnen krijgen en capillaire opstijging niet meer kan plaatsvinden. Het is dus noodzakelijk zo snel mogelijk te stoppen met beregenen. Goed voor boeren die beregenen (geen kosten) en goed voor boeren die niet beregenen. Het is bovendien goed voor natuur, landbouw en het imago van de boeren. Bron: https://www.boerderij.nl/oproep-aan-collega-boeren-stop-met-beregenen

Rekentool piekbelasters stuurt op gewenst resultaat

Door Geesje Rotgers Onderzoeksjournalist in de agrarische sector Deze week kwam de speciale Aerius-calculator beschikbaar, die piekbelasters aanwijst. Heb hem meteen bekeken. In dit stuk een aantal bevindingen. De overheid heeft de Aerius-calculator zodanig ingericht, dat die stuurt op gewenste uitkomsten. In de afgelopen jaren kwamen wetenschappers al met een reeks verschillende uitgangspunten, om piekbelasters aan te wijzen (grootste emissie, grootste depositie-vracht, hoogste depositie-piek, maximaal doelbereik). Uit een vergelijking bleek dat de gekozen uitgangspunten in hogere mate de uitkomsten bepaalden. Het ministerie had dus veel ruimte om eerst de gewenste uitkomsten te bepalen, en daar vervolgens de uitgangspunten bij te kiezen die zouden leiden tot die uitkomsten. De ministeriële keuzes en hun consequenties op een rij. Nadeel voor bedrijven met weinig of geen grond Het ministerie heeft ervoor gekozen alleen de stikstof die vrijkomt uit stallen mee te tellen. En niet de stikstof die vrijkomt uit de bemesting van de akkers. De 'normale' versie van Aerius rekent bij grondgebonden bedrijven ongeveer evenveel stikstof uit de stal als vanuit de bemeste percelen. Door stikstof uit bemesting in deze speciale calculator niet mee te tellen, hebben grondgebonden bedrijven een voordeel. En bedrijven met weinig of geen grond een nadeel. Aanvankelijk werd een andere definitie voor piekbelaster gehanteerd. Het ging steeds om bedrijven op korte afstand van natuurgebieden, op pakweg maximaal één tot twee kilometer. Deze keer koos het ministerie voor een veel ruimere afstandsgrens, van maar liefst 25 kilometer. Vrijwel alle veehouderijen in Nederland hebben wel een stikstofgevoelig natuurgebied binnen deze afstand. Deze ruime afstand zorgt ervoor dat grote bedrijven, op grotere afstand van natuurgebieden, tóch kunnen worden aangemerkt als piekbelaster. Kleine bedrijven niet veilig voor calculator Het meest in het oog springt de keuze voor een 'depositievracht' van minimaal 2.500 mol/jaar op overbelaste stikstofgevoelige natuur. Dit is omgerekend 35 kilo stikstof per jaar. Een uitstoot van 35 kilo wordt gerealiseerd door een kudde van 50 schapen, een groep met 7 paarden, een stal met drie of vier koeien. Ook kleine bedrijven zijn dus niet bij voorbaat veilig voor de piekbelaster-calculator. Welke bedrijven lopen de meeste kans om als piekbelaster te worden aangewezen? Dat zijn de bedrijven met de meeste hectares stikstofgevoelige natuur binnen de straal van 25 kilometer. Met andere woorden: boeren die een groot natuurgebied in de regio hebben (dit zijn veel hectares). Het meest in het oog springt de Veluwe. Neem een bedrijf dat een minimale depositie van 0,3 mol/ha veroorzaakt op een gebied van 10.000 hectare. Door de vele hectares natuur komt dit bedrijf in de calculator uit op 3.000 mol/ha, en is dus 'piekbelaster'. Geen beveiliging van ingevoerde data Wat je in het rekenmodel stopt, bepaalt de uitkomst. Zo ook bij deze piekbelaster-calculator. Er zijn duidelijk politieke keuzes verwerkt in deze rekentool. Het ministerie richtte deze calculator zodanig in, dat bepaalde groepen boeren eerder als piekbelaster worden aangewezen: boeren bij grote natuurgebieden en boeren met weinig of geen grond. Met sturen op 'de staat van instandhouding van de natuur' heeft dit weinig te maken. Met selectief saneren van de veehouderij des te meer. Tot slot de beveiliging van de Aerius-calculaties. Ik zag bezorgde berichten van veehouders, die bang zijn dat derden kunnen meekijken met hun rekenwerk. Zij hebben een terecht punt. Ik heb me er al vaker over verbaasd hoe gemakkelijk je Aerius-uitdraaien van anderen kunt openen, en tot in detail de ingevoerde gegevens kunt bekijken. Er zit geen beveiliging op.

Wat brengt ons de afrekenbare stoffenbalans.....

In een artikel van de boerderij wordt de afrekenbare stoffenbalans als de oplossing gezien voor alle problemen. https://www.boerderij.nl/here-bartlema-rvo-kan-morgen-beginnen-met-afrekenbare-stoffenbalans Mocht er een landbouw akkoord komen dan zal naast een gve norm van 1.7 gve per ha, misschien een ruimere gve norm bij grasland, de afrekenbare stoffenbalans er onderdeel van wezen. Daarnaast zal er in het LbA iets staan over ruimere vergoedingen voor landschapsbeheer, hoewel het unieverdrag daar problemen op werpt. Vergoedingen boven een schadeloosstelling voor gederfde inkomsten wordt al snel aangemerkt worden als staatssteun. Maar de afrekenbare stoffenbalans, wat betekent dat voor onze bedrijven. Met de afrekenbare stoffenbalans wil men politiek bestuurlijk vastgestelde doelen halen en verliezen terug dringen. Dat klinkt leuk , maar wat betekent het op bedrijfsniveau. Een ammoniak emissie per ha of een stikstof bodemoverschot werden door de KLW bestempeld als verlies, maar als de afrekenbare stoffenbalans gaat sturen om deze posten verder terug te dringen dan worden we allemaal heel snel bio . En dat geeft weer afzetproblemen. En het is de vraag of ammoniak emissie en stikstof bodemoverschot werkelijk verliezen zijn. Er wordt volledig voorbij gegaan aan processen als denitrificatie, vastlegging in het C/N complex in de bodem en gedrag van ammoniak in de lucht. In de bijlage een screenshot van een Minas boekhouding. Afrekenbare stoffenbalans is vergelijkbaar. Maar als we naar nul emissie gaan en ik vergelijk dat met de Minas boekhouding dan zal aanvoer van kunstmest en gedeeltelijk krachtvoer wel tot het verleden behoren. Waarom komen sector partijen niet met een fatsoenlijke uitleg over het fenomeen afrekenbare stoffenbalans? Laat LTO, NAJK en Nmv maar eens uitleggen wat het voor ons bedrijven betekent!! Zij bieden immers de afrekenbare stoffenbalans aan ( Bleker heeft namens alle melkveehouderij partijen de afrekenbare stoffenbalans aan het kabinet aangeboden)

j h p


Topics
0
Reacties
220
Volgers

Over mij

Woonplaats: nieuw schoonebeek
Leeftijd: 51jr
Laatst online: 3d geleden

Bedrijven

Ervaring

Ik heb ervaring met de volgende machines:

Merk / type Waardering