Wie wil de boerderij van topmelker Hessel Agema kopen?
Is een mooi bedrijf, hier zal toch wel belangstelling voor zijn?:
Hij is een van de pioniers van het agrarisch weidevogelbeheer: Hessel Agema, topmelker en -fokker in Kollumerpomp. Nu hij plannen heeft het bedrijf van de hand te doen, komt hij tot de conclusie dat de bureaucratie onverminderd hard toeslaat.
Meer: lc.nl/friesland/…
Hij is een van de pioniers van het agrarisch weidevogelbeheer: Hessel Agema, topmelker en -fokker in Kollumerpomp. Nu hij plannen heeft het bedrijf van de hand te doen, komt hij tot de conclusie dat de bureaucratie onverminderd hard toeslaat.
Meer: lc.nl/friesland/…
Deel dit topic
Deel ook jouw kennis en inzicht
Hebben de thema's koeien en boerderij geen geheimen voor jou? Dan kunnen we jouw kennis en inzicht goed gebruiken! Of je nu actief bijdraagt door foto's, video's, topics of reacties te plaatsen, of je zorgt er middels de stemknoppen voor dat de beste reactie naar boven borrelt.. Jouw kennis en inzicht m.b.t. de melkveehouderij kunnen deze site nét dat beetje beter maken. Maak ook een (gratis) account aan!
Laatste
Reacties
Hij is 67 jaar, zijn vrouw Ettie een jaar jonger. Het is tijd om het rustiger aan te doen, want boerenwerk vergt veel van een mens. De veestapel is teruggebracht tot negentig melkkoeien en wat jongvee. Nu is het wachten op een opvolger. De kinderen zullen de pleats niet overnemen. Die hebben het goed naar de zin in Amerika, waar het boerenbedrijf aan veel minder regels gebonden is.
Dus komt op den duur de boerderij te koop. Drie keer was er al een serieuze gegadigde, maar het draaide op niets uit. ,,Want wa wol sa’n muoilike boerepleats oernimme?’’ De aspirant-kopers haakten vooral af omdat ze geen heil zagen in de rompslomp van het agrarisch natuurbeheer.
‘Het weidevogelhoofdstuk’
Er is ook geen jonge boer die met de moeilijke materie kan omgaan. Het is wel te begrijpen. Gezien de ervaringen die Agema heeft met de ,,de starre regeljouwing’’, vindt hij dat niet vreemd.
Het is zover gekomen dat de Agema’s geen energie meer steken in een poging om bij de overname het ‘weidevogelhoofdstuk’ mee te nemen. Zelf vragen ze om alle gedoe al geen beheersvergoedingen meer aan. Zo hebben ze de activiteiten van de aan het bedrijf gelieerde stichting Skalsumer Natuurbeheer op een zacht pitje gezet, waarmee ze ook afscheid namen van sponsoren.
Met het verdienmodel van het bedrijf is trouwens niks mis, of het nu met of zonder weidevogels is. Het is uitgerekend door het Louis Bolk Instituut, dat in opdracht van het Wereld Natuur Fonds, Rabo en FrieslandCampina bij zes bedrijven in het land onderzocht of er met agrarisch natuurbeheer goed geld valt te verdienen.
Conclusie: Agema heeft met een productie van 1,1 miljoen melk per jaar, per koe 12.500 kilo, meer dan genoeg aan een opvolger te bieden. De mestwetgeving staat dat ook niet in de weg, met een toegestaan aantal melkkoeien van 127 en 80 stuks jongvee.
Controles
Het weidevogelbeheer maakt het verhaal lastig. Het zit Agema dwars. Hij noemt de ene na de andere botsing met de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWa). Zoals die keer dat er een inspecteur langs kwam die oordeelde dat op het bedrijf meer aan natuurbeheer werd gedaan dan was opgegeven. Goed nieuws, zou je zeggen, maar twee weken later volgde de schriftelijke boodschap dat er 0,16 hectare te weinig was opgegeven. Het leverde een lagere vergoeding en een boete op.
Een andere keer, in de zomer. Er kwam weer een inspecteur, onaangekondigd op een dag dat Agema naar een begrafenis was. Controle van de plasdrasgebieden – Agema heeft er twee van om de vogels de zo gewenste natte omstandigheden te bieden – leverde op dat de boer er volgens de regels ten onrechte nog water had staan. ,,Mar it siet der noch fol mei jonge fûgels. Bist dochs in dierebeul ast dan it wetter fuortpompst?’’ Gevolg: de vergoeding werd ingetrokken.
31 juli 2015: opnieuw een onaangekondigde controle van de plasdrasgebieden. Agema moest mee, maar hij had net familie uit Amerika op bezoek. Meting zorgde dat er weer wat van de vergoeding werd afgetrokken. En later nog eens weer, om een verschil van 0,01 hectare, terwijl de oppervlakte van de plasdras al drie keer eerder was opgemeten.
Star systeem
De starheid van het systeem neemt maar niet af, constateert de Pompster. Een boer die één perceel heeft van 10 hectare, met één nest kan zomaar meer vergoeding krijgen dan een ander, zoals Agema, die op dezelfde oppervlakte vier percelen heeft. Met 38 nesten, meer sloten en dus meer water en meer slootkanten die voor weidevogels gunstig zijn ingericht. Agema: ,,Dan ha se it oer griene en blauwe tsjinsten en dan krijst dit. Starre regeljouwing, wylst it foar de fûgels tsien of miskien wol ien minút foar tolven is.’’
Dan is er de betaaltermijn. Vergoedingen worden soms wel een jaar later uitgekeerd dan zou moeten. ,,Dat kinst jonge begjinnende boeren net oandwaan. Dy ha tefolle finansjele ferplichtings om dat oan te kinnen.’’
Hij realiseert het zich: ,,Hessel is kritysk’’. Want hij reist al twintig jaar stad en land af om aan educatie te doen, maar nog altijd gaat het met de weidevogels bergafwaarts. Maar toch, als het er op aankomt, gaat hem niets boven de vogels. ,,Dat grutste en moaiste orkest yn de maitiid.’’
Daar heeft hij veel voor over. Los van de duizenden euro’s aan gemiste vergoedingen en boetes steekt hij er veel extra tijd in. Het maaien kost veel meer tijd, in het onderhoud en het bijhouden van het waterpeil in sloten en plasdras zitten extra uren, kleinere percelen zijn arbeidsintensief, voorweiden ook, net als predatiebeheer.
Educatie
Dan is er nog de educatie. Agema gaf in Dronten gastles aan tweehonderd landbouwstudenten en hun docenten. Soms, zoals op paasmaandag, staan bij de boerderij onaangekondigd gasten voor de deur die afkomen op het bord aan de kant van de weg dat vermeldt dat hier een gruttoboer aan het werk is.
Agema heeft het er voor over. Maar het zou zo fijn zijn als beleidsmakers wat meer begrip hebben voor de knelpunten in het weidevogelbeheer. Zoals uitstel van maaidata, waarvoor de regelgeving geen flexibiliteit kent. De biodiversiteit die de weidevogelboer biedt, komt niet in de kringloopwijzer voor. En ook al zit het met de mestproductie op het bedrijf goed, Agema zal volgens de nieuwste berichten toch een boete moeten betalen.
Koe en natuur
Hij wil zo graag dat in het weidevogelbeheer meer aandacht komt voor het belang voor de boer en zijn koeien. Dat is voor Agema in de loop der jaren het parool geworden bij agrarisch weidevogelbeheer: ‘Koe en natuur’.
,,Doch dêr mear mei’’, zegt de boer. ,,Ferbyn ekonomy mei ekology.’’ Zelf is hij al jaren op de experimentele toer met het zaaien van kruiden. ,,Dat is goed foar de ko en foar de fûgels.’’ Dat wordt in het beleid niet erkend en ook ontbreekt het aan onderzoek naar deze combinatie. Agema bepleit daarom een betere wisselwerking tussen onderzoekers van bijvoorbeeld Rijksuniversiteit Groningen die zich op de grutto richten, maar de rol van het vee daarbij niet meenemen.
De oogst van reukgras, kamgras en kruiden als toevoeging aan het gewone gras, zorgt voor gezond vee, is Agema’s ervaring. ,,Dêrby giet it mear oer kwaliteit as oer kwantiteit.’’ En de koeien zijn er gek op. ,,Dy rûke de krûden en frette dy as earste op. En sjoch ris wat der oan fûgels op ôfkomt.’’ Het wemelt er van de zwaluwen, gele kwikstaarten verzamelen zich hier en in de slootkanten vinden jonge grutto’s hun voedsel.
Agema is er mee bezig, ziet de resultaten maar loopt ook steeds weer tegen nieuwe vragen aan. Over bemesting en verschillen bij toepassing per grondsoort, bijvoorbeeld. ,,Dêr soe folle mear omtinken foar wêze moatte. Der is in soad fierder ûndersyk foar nedich.’’ De provincie en het rijk zouden er aandacht voor moeten hebben, Vogelbescherming Nederland zou het moeten toepassen in het project Red de rijke weide.
Predatoren
Het mooie, vindt de Pompster boer, is dat toepassing van meer kruiden ook geweldig helpt bij het aangezicht van het landschap: ,,Dan binne it gjin grutte biljartlekkens mear.’’ Zo wordt het land van een weidevogelboer een oase in een verder steriele omgeving. Dat is mooi, maar het brengt wel een extra probleem mee: predatoren komen op deze vogelrijke gebieden af. Dat vraagt om een stevige aanpak, vindt Agema.
Op zijn land broedden het afgelopen voorjaar op 80 hectare 86 paren van de grutto, 65 van de kievit, 78 van de tureluur en nog tientallen van andere vogelsoorten. Dat klinkt mooi, maar het uiteindelijke resultaat valt zwaar tegen: ,,Hast alles wurdt opfretten.’’
Agema spreekt van ‘grondtroepen bij nacht’. In zijn gebied zijn in zes jaar tijd zo’n vijftig vossen gedood. Het is dweilen met de kraan open. En dan zijn er nog de steenmarter, de bunzing, de hermelijn, de wezel en de verwilderde kat. Daar blijft het niet bij, want er is ook nog de ‘luchtmacht overdag’. Met twee paar van de havik, vijf van de buizerd, drie paar bruine kiekendief en dan nog kraaien en eksters.
De weidevogelboer vindt het prachtige dieren. Ze zijn hem lief. ,,Dizze bisten hearre derby, mar net yn dizze oantallen.’’ Hij kent de filmbeelden van jonge vosjes die prachtig zitten te spelen voor hun burcht, hij kan zich voorstellen dat mensen daar gevoelig voor zijn, maar toch: ,,Sjoch wat dizze bisten oanrjochtsje. Soargje foar in better predaasjeplan yn de fûgelgebieten en ljochtsje de minsken dêroer foar.’’ En als er niks wordt gedaan? ,,Jou dan it greidefûgeljild asjebleaft oan de Voedselbank. Oars is it weismiten jild.’’
Denk niet dat het zoveel jaren meer duurt dan gaat er een plusje op je melkprijs komen als je aan weidevogel beheer doet,net als nu de weidepremie..