Noord-Nederland laat 6 miljoen kilo fosfaatruimte onbenut
Zuidelijke melkveehouders spelen duidelijk beter in op het creëren van fosfaatruimte uit bedrijfsspecifieke excretie (bex) en voerspoor dan de noordelijke collega’s. Dat stelt Lubbert van Dellen, marktdirecteur Food en Agri bij Accon AVM.
Van Dellen poneerde de stelling aan de vooravond van de beurs Agrarische Schouw in Joure. ‘Melkveehouders die geen voordeel halen uit deelname aan bex doen toch echt iets fout.’
Als bedrijfsspecifieke excretie geen voordeel oplevert, is veelal de benutting van eiwit uit eigen ruwvoer te laag, zegt Van Dellen. ‘Maar het echte probleem zit hem erin dat het aantal afgeleverde kilo’s melk per hectare te laag is. De productie per hectare moet vooral in Noord-Nederland omhoog.’
Meer: veeteelt.nl/economie/nieuws/…
Deel dit topic
Deel ook jouw kennis en inzicht
Hebben de thema's melk , voer , eiwit , fosfaat , melkveehouders , ruwvoer , bex , voerspoor en fosfaatruimte geen geheimen voor jou? Dan kunnen we jouw kennis en inzicht goed gebruiken! Of je nu actief bijdraagt door foto's, video's, topics of reacties te plaatsen, of je zorgt er middels de stemknoppen voor dat de beste reactie naar boven borrelt.. Jouw kennis en inzicht m.b.t. de melkveehouderij kunnen deze site nét dat beetje beter maken. Maak ook een (gratis) account aan!
Laatste
Reacties
Hier gaat de poletiek zich binnenkort weer meebemoeien ,nog voor dat ze een besluit nemen over de PAS
Je kon aan zijn stem vernemen dat hij daar wat ongerust overwas kwa goed afloop !!
Neem nou dit stukje:
‘Maar het echte probleem zit hem erin dat het aantal afgeleverde kilo’s melk per hectare te laag is. De productie per hectare moet vooral in Noord-Nederland omhoog.’
Wat een kul, net of naar de toekomst toe 30.000 liter per ha zo duurzaam is met alle beleid dat op je afkomt. Laat die noorderlingen toch lekker relaxed wat extensiever boeren.
Meer melk, geen mestoverschot
Melkveehouder kan groeien door minder jongvee te houden
Leidt de groei van de melkveestapel en van de melkplas met 30 procent in Noord-Nederland tot een mestoverschot? Nee, zegt accountantskantoor Accon AVM.
Het kan niemand zijn ontgaan: links en rechts in Friesland investeren zuivelbedrijven volop. A-ware en Ausnutria Hyproca bouwen nieuw in Heerenveen, Friesland-Campina kan straks 50 procent meer melk verwerken in Leeuwarden en ook in onder meer Bedum en Beilen breidt het zuivelconcern de capaciteit fors uit.
Kunnen de melkveehouders straks al die benodigde extra melk wel leveren? Anders gezegd: is er wel plaats voor al die extra mest die hier het gevolg van zal zijn? Of zijn er mestfabrieken nodig die de overtollige mest bewerken en exporteren?
En is dat wel wenselijk: deze intensivering van de noordelijke melkveehouderij?
Die vragen legden de gezamenlijke colleges van Gedeputeerde Staten van Friesland, Groningen en Drenthe voor aan accountants- en adviesorganisatie Accon AVM. De conclusie is geruststellend. De noordelijke melkplas kan met 30 procent groeien van 3,8 miljard kilo melk naar 5 miljard kilo, met behoud van grondgebondenheid.
Oftewel, alle extra mest is binnen de milieunormen nog prima te plaatsen op de noordelijke weilanden en akkers.
Maar, zo waarschuwt Lubbert van Dellen uit Kollum, de noordelijke melkveehouderij, zal haar werkwijze wel moeten aanpassen. ,,Bij business as usual is maar weinig groei mogelijk”, zegt de directeur Agri & Food van Accon AVM en opsteller van het onderzoek.
In het onderzoek staat fosfaat centraal. Het landelijke beleid rondom deze meststof is het meest beperkend. Te veel fosfaat in het milieu leidt tot overbemesting van de natuur en een vervuiling van grond- en oppervlaktewater. Afhankelijk van de grondsoort en het gewas mag er per hectare tussen de 65 en 90 kilo fosfaat in dierlijke mest uitgereden worden. Ter illustratie: een melkkoe poept jaarlijks zo’n 45 kilo fosfaat bij elkaar.
Met zijn 450.000 melkkoeien en 350.000 stuks jongvee produceert de noordelijke melkveehouderij jaarlijks 25 miljoen kilo fosfaat. Inclusief de bijdrage van de varkens en kippen in Friesland, Groningen en Drenthe gaat het om 36 miljoen kilo.
Als het aantal melkkoeien en de melkplas met 30 procent toenemen,stijgt de fosfaatproductie met 5 miljoen tot 41 miljoen kilo terwijl op alle noordelijke landbouwgronden plek is voor 42 miljoen kilo. ,,Kat in het bakje dus, zo lijkt het, maar niet heus”, benadrukt Van Dellen. ,,Dan zou de mestacceptatie bij alle akkerbouwers, alle hobbyboeren en alle extensieve veebedrijven 100 procent moeten zijn. Uitgesloten.”
In de studie gaat Van Dellen uit van een wel realistische afzet van 39,5 miljard kilo fosfaat. Een voorwaarde is dat melkveehouders hun overschotmest zodanig bewerken dat die aantrekkelijker wordt voor bijvoorbeeld akkerbouwers. Dat kan door de mest te scheiden in een dunne en een dikke fractie. De dunne fractie bevat veel snel opneembaar stikstof waar in het voorjaar veel behoefte aan is op weilanden en bij de teelt van bladrijke gewassen zoals tarwe en aardappelen.
Belangrijker nog dan het verhogen van deze acceptatiegraad bij derden, is de fosfaatwinst die de noordelijke melkveehouderij op het eigen bedrijf kan boeken, betoogt Van Dellen. Dat kan door het vee fosfaatarmer voer voor te schotelen (bijvoorbeeld maïs, bietenpulp en gerst), door de melkproductie per koe te verhogen en door minder jongvee aan te houden. ,,Vooral dat laatste is prima haalbaar”, zegt Van Dellen. ,,We zitten hier ruim in het jongvee. De vee-exporteurs zullen er minder blij mee zijn, want een deel van dit vee gaat nu naar het buitenland.”
Meer mest betekent niet alleen meer fosfaat, maar ook meer ammoniak.
Die regelgeving is weliswaar stringent, maar technisch oplosbaar, denkt Van Dellen. In de nieuwe stallen zijn tal van aanpassingen te doen om de ammoniakuitstoot te beperken. Bijvoorbeeld door mest en urine snel van elkaar te scheiden of door te werken met afgesloten mestkelders.
De melkveehouderij in het Noorden mag dan volop groeipotentie hebben, of het die daadwerkelijk kan benutten, hangt af van de ontwikkelingen in de veehouderij in de rest van het land. Nederland heeft in 2002 met Brussel een keiharde afspraak gemaakt: de Nederlandse veestapel mag niet meer dan 173 miljoen kilo fosfaat produceren, hoeveel kilo er ook geëxporteerd wordt. Vorig jaar kwam de productie al uit op 167 miljoen kilo. Als de grens van 173 miljoen kilo overschreden wordt, grijpt Brussel in. Dat betekent waarschijnlijk een forse krimp van de totale veestapel. ,,Het is daarom beter dat melkveehouders zuiniger met fosfaat omgaan op het eigen bedrijf, dan afzet zoeken bij derden", betoogt Van Dellen.
Echt die vent is z'n vak misgelopen, was ook eerst boer geweest????
Daar lopen er genoeg van in de advies wereld banken etc, jongens die zelf de boerderij niet over durfden te nemen die gaan jou dan vertellen hoe het wel of niet moet!!!!
En dat zie je in zo'n zaal dan ook gebeuren, hij lult beter als de gemiddelde melkveehouder en dan worden er al geen kritische vragen meer gesteld.
Dit vertelde hij samen met het verhaal over kunstmest vervangers
Als dat mocht\mogelijk was inde toekomst Jack
@storm weet jij zeker dat hij geen boer meer is ?