@cwierda - Weidegang kent nu andere spelregels

Column Catharinus Wierda

Tien jaar terug ben ik een jaartje werkzaam geweest bij het ministerie van Landbouw. Als ambtenaar mocht ik met de afdeling Voorlichting een speech voorbereiden voor (toenmalig) minster Cees Veerman, die hij voor een groep veehouders ging geven. Ik zag mijn kans schoon en had allerlei materiaal aangeleverd over het maatschappelijk belang van weidegang en de rol van de sector en de overheid daarbij.


Op de bewuste avond begon hij keurig aan het ‘verhaal’ maar stopte na de eerste alinea, legde de papieren aan de kant en ging een totaal ander verhaal houden. Dit verhaal is kenmerkend voor die tijd waarbij overheid, maar ook een groot deel van het bedrijfsleven en veehouders wel begrepen dat er wat moest gebeuren met weidegang, maar daar geen verantwoordelijkheid voor wilden nemen.

Vaak wordt dan op luie liberale manier gezegd dat de ‘markt’ het maar moet oplossen of dat de consument eerst maar eens bereid moet zijn om ervoor te betalen. Ook wordt op zo’n moment hardnekkig volgehouden dat weidegang niets met dierenwelzijn te maken heeft, terwijl elke burger in Nederland wel die link legt en ook veehouders weten dat koeien in de wei beter natuurlijk gedrag kunnen vertonen.

Na tien jaar kunnen we zeggen dat het tij is gekeerd. De weidegang in Nederland blijft op een internationaal hoog niveau en er is geen weg terug voor de zuivelmarkt, de zuivel en de melkveehouderij doordat in de markt en de zuivel de spelregels zijn aangepast. Deze aanpassingen zijn ondersteund door maatschappelijke organisaties. Adviseurs en banken ‘volgen’ vooral en de overheid is tot dusver afwezig.

De ‘spelregels’ - zoals hiervoor genoemd - zijn meestal ongeschreven regels in het totale systeem, in ons geval van duizenden veehouders, zuivel, handel, retail, maatschappelijke organisaties en overheid. De teruggang van weidegang in de loop van de tijd is een geleidelijk proces geweest zonder echte ‘daders’. Veehouders hebben hun bedrijf steeds vaker zonder weidegang doorontwikkeld met steun van ‘oliemannetjes’ in de vorm van meepraten, sociale druk, advisering, financiering of niets doen. Het gaat om familie, collega’s, adviseurs, banken, zuivelorganisaties, enzovoort. Kortom het hele systeem. Dit systeem is niet gekanteld door een grote stap van het systeem, maar is geleidelijk gegaan doordat de ‘spelregels’ stap voor stap zijn veranderd.

De verandering is tien jaar terug echt begonnen. Toen veel partijen zich nog niet wilden branden aan maatregelen bij veehouders, is CONO Kaasmakers gestart met een weidepremie van een halve cent per kilogram melk voor veehouders met weidegang. Deze premie was hoog genoeg om het weidegangpercentage op 90 tot 95 procent te kunnen houden (is landelijk ongeveer 75%). CONO is met haar relatief hoge premie gevolgd door zuivelcoöperatie Rouveen, dit jaar door Friesland Campina en ook Bel Leerdammer en Vreugdenhil hebben nu plannen voor een weidepremie.

Omdat de druk op veehouders groot blijft, heeft CONO inmiddels met haar leden afgesproken om de weidepremie in 2013 te verdubbelen en deze verder te verhogen mocht blijken dat de weidegang toch afneemt. Door de premies is er duidelijkheid voor de veehouders, maar ook voor het hele systeem ontstaan dat weidegang belangrijk is en de zuivel hierin gaat sturen.

In de afgelopen jaren is de zuivel in Nederland weidemelk steeds meer apart gaan verwerken. Er is in de schappen van de supermarkt vrijwel geen verszuivel meer te vinden wat niet voldoet aan weidegang. Het heeft de marktpositie van de Nederlandse zuivel versterkt, omdat zij de weidegarantie wel kan geven maar veel buitenlandse leveranciers niet. Sceptici merken hierbij gelijk op dat het slechts om 8 tot 10 procent van de totale melkstroom gaat. Dit gaat echter snel veranderen.

Door de introductie van 100 procent weidegarantie van Beemsterkaas, gaan andere kaasmerken snel volgen. Dit gaat leiden tot een betere concurrentiepositie van Nederlandse kaas in Nederland (nu 30 procent import), maar ook in andere Europese landen waar weidegang in de top 3 van duurzame thema’s staat. Kortom, weidegang vertaalt zich in een betere marktpositie. Daarnaast blijft het belangrijk voor maatschappelijk draagvlak van de sector en daarmee de ontwikkelruimte voor bedrijven in Nederland. .

Het bovenstaande laat zien dat het aanpassen van spelregels altijd klein begint. Bij echte systeem veranderingen krijgen deze aanpassingen steeds meer steun (van onder meer LTO) en worden ze overgenomen door anderen of leidt het op andere wijze tot veranderingen. Een belangrijke en continue factor in het geheel zijn de maatschappelijke organisaties geweest, zoals Wakker Dier en Dierenbescherming. Zij hebben continue druk uitgeoefend op de sector en, nog belangrijker, op de zuivelmarkt en het aankoopgedrag van de consument.

Het tij is gekeerd, maar er ligt nog wel huiswerk. De weerstand tegen ‘bemoeienis’ van de zuivel op het melkveebedrijf is nog steeds groot, vooral bij veehouders die nog niet of nog maar net te maken krijgen met weidepremies. Een zeer begrijpelijk gevoel, zeker als je als veehouder je verantwoordelijkheid neemt om het goed te doen. Vanuit het systeem is er echter geen andere keus. Ik hoop dat ook andere partijen snel gaan schakelen.

Ik denk hierbij aan de overheid die geen wetten hoeft te maken, maar er wel wat mee kan doen als voorwaarde bij subsidies. En ik denk aan ‘erfbetreders’: adviseurs, voerverkopers, handelaren en banken. Ik krijg positieve signalen dat producenten van Automatische Melksystemen pro-actief mee willen zoeken naar oplossingen om weidegang te combineren met melkrobots. Ik ben echter teleurgesteld als ik merk dat financiële adviseurs en banken de weidepremie nog zien als iets ‘tijdelijks’, alsof het een subsidie zou zijn…

Kortom, de eerste en belangrijkste spelregels zijn gezet door de zuivel. Het betekent een ‘belofte’ aan de samenleving dat vermindering van weidegang niet acceptabel is. De komende tijd komt het erop aan dat iedereen in het systeem hieraan gaat wennen en er wat mee gaat doen. Kortom, ook zelf de eigen ‘spelregels’ (verder) gaat aanpassen.

Catharinus Wierda
Manager Sustainability CONO Kaasmakers
@cwierda

Bron: Boerenbusiness.nl

Deel dit topic

« Terug naar discussielijst

Deel ook jouw kennis en inzicht

Hebben de thema's rouveen , melkveehouderij , landbouw , stal , koeien , melk , campina , dierenwelzijn , kaas , supermarkt , zuivel , wakker-dier , weidegang , cono , overheid , beemsterkaas , friesland campina , zuivelcoöperatie , leerdammer , coöperatie , lei , melkveebedrijf , weidemelk , zuivelmarkt , bel leerdammer , financiering , cono kaasmakers , retail en cees veerman geen geheimen voor jou? Dan kunnen we jouw kennis en inzicht goed gebruiken! Of je nu actief bijdraagt door foto's, video's, topics of reacties te plaatsen, of je zorgt er middels de stemknoppen voor dat de beste reactie naar boven borrelt.. Jouw kennis en inzicht m.b.t. de melkveehouderij kunnen deze site nét dat beetje beter maken. Maak ook een (gratis) account aan!