Henk Bleker: in mijn ogen is 350 melkkoeien de grens

Tijdens een bijeenkomst van tien Achterhoekse en Liemerse afdelingen van LTO Noord liet Staatsscretaris Henk Bleker ten overstaan van zo'n driehonderd agrariërs weten dat in zijn ogen twee gezinnen uit een veehouderij een inkomen moeten kunnen verdienen.

Dat zijn volgens de staatssecretaris bedrijven met zo'n 350 koeien, 6.000 vleesvarkens of 100.000 legkippen. Bleker: "Bedrijven met 35.000 slachtvarkens of 1,2 miljoen slachtkippen zijn niet goed voor de maatschappelijke acceptatie. Ik ben niet tegen de veehouderij, wel voor de acceptatie er van."

Meer: gelderlander.nl/voorpagina/achterhoek/…

Deel dit topic

Reacties

kleitokkers
Lijken mij getallen van 1 vak
MvdV
350 koeien 1 VAK?

succes!
Grasbaal
Column Siem Jan Schenk,

Grens aan mega

Het debat over megastallen heeft weer een nieuwe dimensie gekregen met het voornemen een wet te maken die een maximum stelt aan de omvang van veehouderijbedrijven. LTO moet kiezen, lees ik in een column in Boerderij.


Op zich niet moeilijk, zeg ik dan. De omvang van bedrijven is immers niet onbegrensd en niemand zit te wachten op een ontwikkeling die continu onder maatschappelijke druk staat.
Als je er heel lang over praat, kom je tot steeds genuanceerdere standpunten, vol met mitsen en maren. Ook niet gewenst. Op basis van inhoudelijke argumenten kan je nog een poosje doorgroeien voor je onderbouwd kunt zeggen dat verdere groei niet meer kan.

In het debat over megastallen met Hans Alders over zijn rapportage ‘Van mega naar beter’ zei een dame van het burgerforum dat de argumenten voor mega misschien wel kloppen. „Maar”, zei ze: „ik wil het gewoon niet.” Dan is het lastig discussiëren. Als iemand met argumenten tegen is, kun je proberen die persoon met jouw argumenten te overtuigen. Zonder argumenten is een discussie echter snel gesloten. Het is dus ook argumenten tegen gevoel.

Op ledenbijeenkomsten heb ik leden gevraagd wat zij er als ondernemers van vonden. Boeren willen niet graag beperkt worden. Op de vraag of iemand het prettig zou vinden als er vlak bij een groot veehouderijbedrijf zou komen, reageerde niemand positief. Wellicht ook gewoon omdat ze het niet willen. Het gewoon niet willen is dus een belangrijk argument. Daar moeten we dus rekening mee houden.

Is een wet dan de oplossing? Ik denk van niet. Harde aantallen zeggen immers niets over acceptatie of het gewoon niet willen. Dat is qua argumentatie ook weer lastig, want als je tegen een wet bent, lijkt het alsof je vóór megastallen bent.

Ons uitgangspunt in het debat is het gezonde gezinsbedrijf. Het huidige beleid is voor 98 procent van de bedrijven geen belemmering en geeft voldoende bescherming. De extremiteiten veroorzaken de weerstand.

De vraag is dan ook of we steun moeten geven aan extreem grote bedrijven, wetende dat hierdoor de vergunningsverlening voor alle bedrijven moeilijker wordt. Hoewel het begrip mega aan inflatie onderhevig zal zijn, denk ik dat we wel een grens moeten trekken.

Behalve het stellen van grenzen aan mega moeten we ook wat doen aan de ‘normale groei’ en vergunningen van duizenden bedrijven, die in de weg worden gezeten door Natura 2000. Dat levert per saldo meer ontwikkelingsruimte op dan het emotionele debat over enkele tientallen zeer grote bedrijven.

Siem Jan Schenk,

voorzitter LTO Noord
Grasbaal
Wet op megastallen positief voor veehouders

In april wil staatssecretaris Henk Bleker van EL&I een eerste voorzet geven voor de wet op megastallen. Die wet kan het aantal dieren per bedrijfslocatie begrenzen.


De staatssecretaris lichtte vorige week in de Tweede Kamer zijn beweegredenen voor deze wet toe. Hij wil een gezond platteland en een gezonde agrarische structuur. Een wet op megastallen kan daarbij helpen, verwacht hij. Bleker zegt dat het juist de (jonge) boeren zijn die aangeven zo’n begrenzing te willen.

Een veehouder in de buurt van Utrecht zegt voorstander te zijn van een begrenzing. ,,Het is een deel eigenbelang”, bevestigt hij. ,,Ik zit in een moeilijk gebied met veel sloten, een hoog waterpeil en kleine percelen. Mijn kostprijs ligt daarom hoger. Ik ben bang dat de grote bedrijven met een lagere kostprijs de kleine boeren beconcurreren.”

Het moet nog blijken hoe de grenzen voor het aantal dieren worden ingesteld, maar het is duidelijk dat de wet op megastallen voor 99 procent van de veehouders geen effect zal hebben. Er blijft ruimte om te groeien. Want, zo zegt Bleker, twee gezinnen moeten met één bedrijf hun inkomen kunnen verdienen. Daarbij hoort bijvoorbeeld ook een stal van 500 melkkoeien, 900 zeugen of 200.000 vleeskuikens.

Op het politieke vlak kan de wet een wellicht onbedoeld effect hebben. Een begrenzing van het aantal dieren per locatie kan de wind uit de zeilen nemen van organisaties en politieke partijen die een sterke vermindering van het aantal dieren in Nederland willen. Want de megastal is uitgegroeid tot de belangrijkste troefkaart van die bewegingen.

Angel

De extreem grote stallen zoals in Grubbenvorst (1,2 miljoen kippen en 35.000 varkens), Vlagtwedde (1000 melkkoeien) en Nijensleek (1100 fokzeugen en 8200 vleesvarkens) zijn een vorm van veehouderij waartegen actiegroepen en burgerinitiatieven in het geweer komen. Met een afbakening van het aantal dieren wordt de angel voor een groot deel uit de megastallendiscussie genomen.

Daaruit vloeit nog iets voort. De publieke opinie over de veehouderij in Nederland wordt voor een deel gevormd door de discussie over de megastallen, terwijl het maar over een klein aantal bedrijven gaat (ongeveer 0,3 procent). Zwart-wit gezegd: enkele grote megastallen bepalen het gezicht van de gehele veehouderij. Of dat terecht of onterecht is, doet er nauwelijks toe. Voor de overige 99 procent kan dat het wel lastiger maken bij vergunningaanvragen voor bijvoorbeeld uitbreidingen.

Als voorbeeld: een melkveehouder in Overijssel vroeg een bouwvergunning aan voor 100 melkkoeien. De gemeente vond echter dat hij een milieueffectrapportage moest laten doen. Normaal gesproken is zo’n rapportage pas nodig bij 200 koeien. Maar de gemeente vond het bij deze aanvraag toch nodig, want ‘zijn bedrijf had de potentie om door de groeien naar meer dan 300 koeien’.

Sociale factor

Ook is er een sociale factor. Het is voor een veehouder toch prettig als zijn vak wordt geaccepteerd en gewaardeerd in zijn dorp. Zoals een veehouder in Friesland het verwoordde: ,,Ik heb de plicht om mee te doen in mijn omgeving en dan wil ik niet opboksen tegen een slecht imago van mijn sector.”

Hoe de wet op megastallen eruit gaat zien, moet nog blijken. Het overgrote deel van de Nederlandse veehouders zal er geen last van hebben. Integendeel, het kan de Nederlandse veehouderij een sterkere plek opleveren in de samenleving.

Arno de Snoo,

redacteur Nieuwe Oogst
grazendekoe
Niet best dat je maar liefst 350 koeien moet melken voor 2 gezinsinkomens. doe je toch wat flink fout !!!!
Base
Klopt die helemaal niet.

« Terug naar discussielijst

Deel ook jouw kennis en inzicht

Hebben de thema's varkens , lto , koeien , kippen , megastal , lto-noord en henk bleker geen geheimen voor jou? Dan kunnen we jouw kennis en inzicht goed gebruiken! Of je nu actief bijdraagt door foto's, video's, topics of reacties te plaatsen, of je zorgt er middels de stemknoppen voor dat de beste reactie naar boven borrelt.. Jouw kennis en inzicht m.b.t. de melkveehouderij kunnen deze site nét dat beetje beter maken. Maak ook een (gratis) account aan!

REACTIES
6
DEELNEMERS
5
WEERGAVES
2