Uitbreiding melkquotum is slecht voor natuur, klimaat en dierenwelzijn.

Uitbreiding van het melkquotum heeft negatieve gevolgen voor natuur, klimaat en dierenwelzijn. Het verhogen van de melkproductie leidt tot meer uitstoot van broeikasgassen en hogere emissies van ammoniakgassen. Meer veehouders zullen er voor kiezen het melkvee niet meer te weiden. Dat concludeert het CLM in een rapport dat door de ministers Cramer van VROM en Verburg van LNV naar de Tweede Kamer gestuurd is.

Het onderzoek presenteert een inschatting van de milieueffecten in Nederland als de zuivelquota zouden worden afgeschaft. Onderzochte milieueffecten zijn: nitraat en fosfaat uitspoeling, ammoniakemissies, broeikasgasemissies en emissies van fijn stof op korte termijn: tot 2015 en langere termijn tot 2020.

De basis vormen 3 scenario’s: 10%, 20%, 30% groei van de melkproductie. Met 20% groei als meest waarschijnlijke scenario. De Europese commissie stelt een stapsgewijze verruiming van de zuivelquota voor, de zogenaamde zachte landing: 1% verruiming in de periode 2010-2013, naast een verruiming in 2008/09 van 2,5% en een mogelijke afschaffing in 2015. Resultaten zijn afgezet tegenover de beleidsmatige milieudoelstellingen en emissie-eisen.

Gevolgen voor nitraat en fosfaat
Bij de huidige normen kan de Nederlandse landbouw net al haar mest kwijt. Als de derogatie volledig blijft gehandhaafd, is er ook bij 8% groei in 2015 nog voldoende gebruiksruimte voor stikstof. Als er slechts een beperkte derogatie zal zijn, of in het geheel geen derogatie, dan is de gebruiksruimte onvoldoende. Voor de groeiscenario’s 2020 geldt dat er sowieso onvoldoende gebruiksruimte voor stikstof is als de sector minimaal 20% groeit. 10% groei past alleen bij een derogatie tot 250 kilo. De fosfaatgebruiksruimte is in alle scenario’s onvoldoende.

Gevolgen voor de ammoniakemissie
Bij een groei van 8% in 2015 zal de ammoniakemissie in Nederland naar verwachting ongeveer gelijk zijn aan de NEC-doelstelling voor 2010. Voor 2020 zal echter een strengere NEC-doelstelling worden opgelegd. Deze NEC-doelstelling zal bij huidig beleid en de huidige stand der techniek niet worden gerealiseerd als de melkveehouderij 10% of meer groeit. Daarnaast is de verwachting dat in alle scenario’s op circa 70% van de natuur in Nederland de kritische stikstofdepositie te hoog zal blijven.

Gevolgen voor broeikasgasemissies
Door efficiëntieverbetering zoals een hogere productie per koe zal de broeikasgasemissie van de melkveehouderij in 2015 bij 8% groei ongeveer gelijk zijn aan de emissie in 2007/08. Op die wijze kan de melkveehouderij de emissies waarschijnlijk net terugbrengen met 20% ten opzichte van 1990. Dit geldt ook voor het scenario met een groei van 10% tot 2020. Bij een meer realistisch veronderstelde groei van 20% bedraagt de reductie ten opzichte van 1990 12%. Voor alle groeiscenario’s geldt dat zonder aanvullende reductiemaatregelen de 30% reductiedoelstelling uit het sectorconvenant niet kan worden gerealiseerd.

Gevolgen voor fijn stof
De totale bijdrage van de melkveehouderij aan de totale fijn stof emissie in Nederland bedraagt naar schatting 15% tot 20%. Dit is met name een gevolg van de ammoniakemissie van de melkveehouderij. Reductie van de ammoniakemissie zal ook bijdragen aan reductie van de fijn stof emissie. Secundair fijn stof wordt in de atmosfeer gevormd. Hierdoor zal de spreiding ervan gelijkmatig zijn en de ammoniakemissie vanuit de melkveehouderij waarschijnlijk geen fijn stof hotspots veroorzaken.

Overige effecten
Naast effecten op bovengenoemde milieuaspecten zal de verruiming en afschaffing van de quotering ook invloed hebben op andere aspecten die samenhangen met het beleidsterrein van VROM. Kavels worden groter, waardoor kleinschalige landschappen schaarser worden en er minder perceelsranden zijn. Daarnaast worden ook melkveestallen groter; deze grote gebouwen passen minder goed in een kleinschalig landschap. Ook is de verwachting dat meer melkveehouders er in de toekomst voor kiezen het melkvee niet meer te weiden.

Eindconclusie
Bij uitbreiding en afschaffing van de zuivelquota conform de huidige planning van de Europese Commissie zullen, als er een grotere groei is dan 10%, voor alle emissies de milieudoelstellingen en vastgestelde emissie-eisen in 2020 niet worden gehaald, bij ongewijzigd beleid. Afhankelijk van het gekozen scenario zou dit gebeuren tussen 2015 en 2020. Er is in het onderzoek geen rekening gehouden met eventuele interacties met andere veehouderijsectoren.

Zie voor meer informatie het rapport Afschaffing van zuivelquotering, Analyse van de milieueffecten: Rapport.

bron: Ministerie van VROM, 17/11/08


1 keer gewijzigd. Laatste wijziging: 18/11/2008 20:00 door Graats.

Deel dit topic

Reacties

Onbekend
Conseclusie van het rapport van ( de zuigende Club) CLM moet dan zijn : Strengere Normen zijn een funest voor ontwkkeling van de landbouw ,het milieu ,natuur en dierenwelzijn.
Strengere normen is het as van kwaad in de politiek.
Onbekend
zou er wel zo veel meer gemolken worden na de afschaffing.
Er zijn nu veehouders die onder hun quotum melken en doen er dan alles aan om het quotum vol te krijgen als het quotum er niet meer is zullen ze meer 'verantwoord' gaan produceren en naar de melkprijs produceren.
Grasbaal
De melkveehouderij in Nederland loopt na de verwachte afschaffing van de melkquotering in 2013 tegen een reeks milieuproblemen aan.

Die zijn alleen te beheersen met duidelijke begrenzingen. Dit concludeert het Centrum voor Landbouw en Milieu (CLM) in een analyse van de verwachte milieu-effecten bij het einde van de melkquotering. Het CLM gaat voor haar analyse uit van een rapport van het LEI. Daarin wordt de verwachting uitgesproken dat de melkproductie na het einde van de quotering in 2014/2015 met 8 procent zal zijn gegroeid ten opzichte van 2007/2008. Tegen 2020 zal de productie waarschijnlijk met 20 procent zijn gegroeid.

Voor het nitraatbeleid komt de veehouderij bij 8 procent groei van de productie nog goed uit. Voorwaarde is wel dat de huidige derogatie voor de melkveehouderij blijft gehandhaafd. Bij verdere groei van de productie met 20 procent tegen 2020 is de stikstof-gebruiksruimte onvoldoende.

Voor fosfaat loopt de melkveehouderij sowieso tegen haar grenzen aan, behalve als de fosfaataanvoer stevig kan worden teruggebracht en op grote schaal mestverwerking en hergebruik van fosfaat kan plaatsvinden. Voor ammoniak geldt dat in alle gevallen te veel depositie zal plaatsvinden op 70 procent van de natuur in Nederland. Een verbod op de sleepvoetmachine, een ureumgetal van gemiddeld 20 procent en volledig emissie-arme stallen kunnen de schade nog iets beperken, maar niet genoeg.

Voor de uitstoot van broeikasgassen loopt de melkveehouderij eveneens tegen haar grenzen aan wanneer de productie met meer dan 10 procent groeit. Tot slot is het de verwachting dat ook de emissie van fijnstof toe zal gaan nemen. Voor de overheid is het de keuze om de gevreesde milieu-effecten van de hogere melkproductie te beheersen via maatregelen op bedrijfsniveau of via landelijke plafonds, aldus het CLM.

BRON: AGRARISCH DAGBLAD AUTEUR: KLAAS VAN DER HORST

[www.agd.nl]
Grasbaal
Behoud van melkquotum is het verkeerde instrument om milieudoelen te halen. Dat is de reactie van Siem Jan Schenk van LTO Melkveehouderij op het gisteren gepresenteerde rapport van het Centrum voor Landbouw en Milieu (CLM).

In het CLM-rapport krijgt minister Gerda Verburg het advies om niet meer te lobbyen voor grotere melkquotumuitbreiding dan vijf keer één procent. Anders is er in 2015 en 2020 onvoldoende mestplaatsingsruimte en worden de doelen voor de ammoniakreductie niet gehaald. Ook kan er niet aan de doelen voor reductie van andere broeikasgassen worden voldaan.

Schenk vindt de CLM-benadering een verkeerde. 'Uitbreiding van de melkproductie moet binnen de milieugebruiksruimte plaatsvinden. Daarover is geen discussie. Melkquota zijn echter het verkeerde instrument. Daardoor vloeit alleen maar geld uit de sector. Geld dat ook gebruik zou kunnen worden voor milieu, dierenwelzijn en diergezondheid.'
LTO bekritiseert quotumaanbeveling CLM

[www.nieuweoogst.nu]
anonymous_78
die boeren die onder het quotum melken (doe ik ook wel eens ) zijn hoofdzakelijk boeren die een verschrikkelijke hekel hebben om superheffing te betalen (ik ook) en dan kom je ook wel eens onder de streep ,als quotum er af is kan ik qua grond en stalruimte zo 15 tot 20 % meer melken net als heel veel anderen.
anonymous_78
uitzonderingen bevestigen de regel.
feitsma
theo Schreef:
-------------------------------------------------------
> die boeren die onder het quotum melken (doe ik ook
> wel eens ) zijn hoofdzakelijk boeren die een
> verschrikkelijke hekel hebben om superheffing te
> betalen (ik ook) en dan kom je ook wel eens onder
> de streep ,als quotum er af is kan ik qua grond en
> stalruimte zo 15 tot 20 % meer melken net als heel
> veel anderen.

Dan ben je een uitzondering. Ik ken er in mijn omgeving niet zoveel die, zowel qua grond als qua stalruimte nog kunnen groeien. Het is vaker het een of het ander. De extensieve bedrijven, hebben de stal vol, en de bedrijven met ruimte in de stal,hebben te weinig land.

« Terug naar discussielijst

Deel ook jouw kennis en inzicht

Hebben de thema's mest , melkveehouderij , landbouw , koe , dierenwelzijn , melkvee , stikstof , natuur , ammoniakemissie , fosfaat , melkquotum , melkproductie , stallen , uitstoot , melkveehouders , stikstofdepositie en klimaat geen geheimen voor jou? Dan kunnen we jouw kennis en inzicht goed gebruiken! Of je nu actief bijdraagt door foto's, video's, topics of reacties te plaatsen, of je zorgt er middels de stemknoppen voor dat de beste reactie naar boven borrelt.. Jouw kennis en inzicht m.b.t. de melkveehouderij kunnen deze site nét dat beetje beter maken. Maak ook een (gratis) account aan!

REACTIES
7
DEELNEMERS
4
WEERGAVES
1