Hoe veilig is het om Rabobank als financier te hebben?
Bedrijf lag ook nog gunstig tov Natuur gebieden.
Wat zijn jullie ervaringen?
Ps weet alle ins en outs niet enkel via bron
Deel dit topic
Deel ook jouw kennis en inzicht
Hebben de thema's vreemd , natuur , rabobank en financiering geen geheimen voor jou? Dan kunnen we jouw kennis en inzicht goed gebruiken! Of je nu actief bijdraagt door foto's, video's, topics of reacties te plaatsen, of je zorgt er middels de stemknoppen voor dat de beste reactie naar boven borrelt.. Jouw kennis en inzicht m.b.t. de melkveehouderij kunnen deze site nét dat beetje beter maken. Maak ook een (gratis) account aan!
Laatste
Reacties
- De Akkerbouwer wil het probleem niet oplossen
- De pluimvee sector doet mest verbranden dus wil geen onderdeel zijn
- Varkenshouders heeft niets met grondgebondenheid dus wil ook geen onderwerp zijn in crisis
- Geitenhouders hoor en zie ze niet
- Grondgebonden melkveehouderij vindt zichzelf zielig hoewel ze nog mest moeten afzetten
- Biologisch is het summum van Adema/Datema
- Gangbare melkveehouderij de wereld standaard is het zwarte schaap en zal moeten bloeden voor bovenstaande sectoren...
Bedrijf lag ook nog gunstig tov Natuur gebieden.
Waarschijnlijk andere plannen voor dit bedrijf straks in het pplg.
Dus ik vermoed dat de rabo het niet zo druk heeft de komende tijd met nieuwe aanvragen...
Btw weet iemand met welke (langjarige) melkprijs de rabo op dit moment rekent?
Historische prestaties zijn geen garantie meer voor de toekomst. Rente begint ook behoorlijk door te tikken.
Er had misschien moeten staan : Vind de rabobank je veilig genoeg om een lening te verstrekken.
Idd rabo neemt tegenwoordig eerder afscheid van een klant met rente van 1,5 naar 5% dat doet ook wel wat op paar miljoen ook nog hoop mest afzetten en geen goede vergunning kan zo maar kruisje achter je naam betekenen
Helaas geen videoverslag maar wel een geschreven verslag door Frank Van Suchtelen (NVLJ):
Geslaagde bijeenkomst met de Rabobank
“Het systeem zoals de agrarische sector in Nederland is gericht op goed en goedkoop produceren”, aldus Datema. “Te doen wat er gevraagd wordt”. Volgens Datema kleven er aan het huidige systeem zeker nadelen. De sector zal stappen moeten zetten. En hierin zal het juiste evenwicht moeten worden gevonden, dat geldt ook voor de Rabobank, een coöperatie met ruim 2 miljoen leden en met 80% van de boeren die bij deze bank banket, de grootste speler in de land- en tuinbouw sector. De bank is ook een maatschappelijke instelling en zal, net als de agrarische sector ook op vragen vanuit de maatschappij een antwoord moeten geven.
Datema stelt dat je als je succesvol wilt zijn als goede ondernemer, je ook een antwoord zal moeten geven op de duurzaamheidsvraag. Hard gezegd: als je niet meegaat dan is het risico op voortbestaan aanzienlijk. De Rabobank kijkt niet alleen bedrijfseconomisch naar een onderneming, maar ook hoe het bedrijf inspeelt op de vraag naar duurzaamheid. Dat is geen idealisme, maar pragmatisch. “Als de landelijke overheid het richtpunt voor duurzaamheid niet geeft, dan moet de Rabobank dat maar doen. Gaat de bank dan niet op de stoel van de politiek zitten?, Het antwoord is dat als de politiek het niet doet, dat het dan maar moet , maar uiteraard verwijzen we liever naar een duidelijk overheidsbeleid”, aldus Datema. Het uitgangspunt voor de Rabobank is voldoende ruimte voor een gezonde land- en tuinbouw. En die is de laatste decennia behoorlijk afgenomen. Datema noemt het van groot belang om volop in te zetten op innovatie en een nog beter management van de bedrijven.
Bestaansrecht
Bij het spreken over het bestaansrecht voor de agrarische punten moeten we de brede welvaart als vertrekpunt nemen, zegt Datema. De sector biedt: voedsel, waterberging, biodiversiteit, mooi landschap, recreatie mogelijkheden. Die waarden worden erkend, maar er wordt niet voor betaald. Men wil het bestaand systeem veranderen en ook de hoge productie in stand houden. Dat streven is de laatste decennia niet geslaagd.
Er zal een nieuwe orde moeten komen waarbij wordt uitgegaan van True Value. Er zal meer geld nodig zijn voor een duurzame land- en tuinbouw en minder productie. De gewenste duurzaamheid zal betaald moeten worden. Datema zegt dat eigenlijk het niet-duurzame product duurder zou moeten worden. De consument is van nature geneigd te kiezen voor het goedkoopste product en zal dan de keuze op duurzaam vallen.
De winst is niet te behalen in de primaire sector. Die kunnen die extra kosten niet opbrengen. De druk moet gaan liggen op die plekken waar het kan. Zie bijvoorbeeld de druk op de retail sector met het “Beter Leven” keurmerk. Door het realiseren van die nieuwe True Value orde, zal het rendement voor de boeren gelijk blijven en de arbeidsvreugde hoger. Van winstmaximalisatie in elke schakel van de keten, zoals tot nu toe, moet het naar winst optimalisatie op basis van die brede welvaart voor de hele keten.
Het consumentengedrag is moeilijk te beïnvloeden en uiteindelijk is het de consument die altijd
bepaalt. In dit kader ging Datema in op de ‘macht’ van de ngo’s, die zorgen voor een grote druk op de keten. Aandeelhouders van de grote bedrijven zijn toch gevoelig voor die druk en zijn meer gericht op ‘beter’. We zien dat grote bedrijven veel menskracht-dus geld- investeren in het inventariseren van de impact van de duurzaamheidsverplichting. En tegelijkertijd zien we dat de politiek weer een stapje terug doet. De verandering is op korte termijn niet van de overheid te verwachten. Maar die overheid zal in ieder geval een ondergrens moeten vaststellen.
Datema stelt dat in de keten meer behoefte is ontstaan aan samenwerking. Dat hoeft niet in strijd te zijn met het verbod op kartelvorming. Anders dan vroeger mag je wel bepaalde afspraken maken. De grote onderstroom in de maatschappij maakt dat er wel veranderd moet worden. Voor verleende diensten zal betaald moeten worden. Denk daarbij ook aan het onderhouden van het landschap, het realiseren van biodiversiteit en weidevogelbeheer.
De vraag aan ‘Brussel’ zal zijn: Hoe gaan we een duurzaam voedselsysteem realiseren? Gebruik de instrumenten die je hebt voor voedselduurzaamheid! We moeten ons daarbij wel realiseren –verduurzaming geld kost - en daar beleid op maken – en dat boeren nu nergens met de rekening heen kunnen. Bij het in stand houden van een duurzame eigen productie hoort bescherming. En dat beschermen van eigen productie is elders in de wereld ook al lang bedacht.
Op de vraag wat minister Adema van de Rabobank kan verwachten zei Datema dat de Rabobank geen rol speelt bij derogatie. Als de bank vertrouwen heeft in de bedrijfsvoering, dan kan de bank ook bij een dip iets doen, als er geen zicht is op verbetering dan zal de bank verder geen rol meer spelen. Hij ziet de rentestijging als onderdeel van de problematiek in de melkveehouderij als een groter probleem dan de mestafzet. Dat groter effect van de geldt overigens alleen voor bedrijven met relatief hoge schulden. Voor een grote groep is verlies derogatie wel de grootste zorg. Maar de combinatie van deze twee gebeurtenissen maken dat het juist zoveel impact heeft op bedrijfsniveau.
Geconstateerd werd ook dat de overheid aan toekomstgerichte bedrijven die echt vooruit willen, en dat zijn er vele, meer perspectief zou moeten bieden. Ten aanzien van het Duurzaamheidsfonds van de Rabobank, merkte Datema op dat het aantal geëffectueerde aanvragen al bijna 400 bedraagt. Er is weinig gebruikgemaakt van innovatie investering. Je moet extra stappen zetten, de innovatieve investeringen gaan iets makkelijker dan
vorig jaar.
Gevraagd hoe hij zelf tegen de sector aankijkt zei Datema: ” Je voelt dat het anders moet, maar hoe vind je de balans? Die balans mis ik in de sector. Ik denk dat het belangrijk is dat je niet alleen laat zien wat niet kan, of niet goed gaat. Je moet juist vooruit kijken. Gelukkige ondernemers hebben een voornemen, stellen daar vervolgens een plan voor op en voeren het uit. Dan heb je grip op het bedrijf. Daarvoor zou bij de bedrijven meer aandacht moeten zijn.
De kracht van de Nederlandse land- en tuinbouw is het vooroplopen”.
Quote van Alex Datema: