Schadevergoeding voor knelgevallen fosfaatrechten voor tijdelijke tekort

De bestuursrechter heeft geoordeeld dat toewijzing van een knelgeval neerkomt op een erkenning dat het initiele fosfaatrechtenbesluit onrechtmatig was.

Knelgevallen komen daarom in aanmerking voor een vergoeding voor de periode dat ze door het te laag vaststellen van de fosfaatrechten over te weinig fosfaatrechten beschikten.

Deel dit topic

Reacties

NickR
uitspraken.rechtspraak.nl/…

"Wanneer een besluit door het College is vernietigd of herroepen, staat daarmee de onrechtmatigheid van het besluit vast. Datzelfde geldt in beginsel wanneer verweerder een besluit heeft ingetrokken of herroepen en in plaats daarvan een besluit heeft genomen waarbij aan de melkveehouder een hoger aantal kg fosfaatrecht is toegekend. Nu fosfaatrechten met ingang van 1 januari 2018 op een bedrijf rusten, gaat elk nader besluit waarbij fosfaatrechten worden toegekend met terugwerkende kracht in op 1 januari 2018. Dit betekent dat met zo’n nader besluit elk voorafgaand besluit waarbij fosfaatrechten worden toegekend wordt herroepen. Gelet op het dwingendrechtelijke karakter van de regeling over fosfaatrechten in de Msw brengt het voorgaande mee dat elk aan het nadere besluit voorafgaand besluit waarbij een lager aantal kg fosfaatrecht is toegekend onrechtmatig is. Deze onrechtmatigheid wordt in beginsel toegerekend aan de minister op basis van artikel 6:162, derde lid, van het BW. De stelplicht en bewijslast van het causaal verband tussen de onrechtmatige besluitvorming en de schade liggen vervolgens bij de melkveehouder; die dient aan te tonen dat hij schade heeft geleden ten gevolge van de onrechtmatige besluitvorming.

5.4.1
Hier doet zich de situatie voor dat verweerder met het herzieningsbesluit van 1 juli 2020 de eerdere beslissing op bezwaar van 7 december 2018 heeft ingetrokken, het primaire besluit van 13 januari 2018 heeft herroepen en het fosfaatrecht heeft verhoogd naar 1.007 kg. Met deze herroeping staat de onrechtmatigheid van verweerders besluitvorming, voor zover daarbij een lager fosfaatrecht was toegekend, vast.

5.4.2
Naar het oordeel van het College kan deze onrechtmatige besluitvorming aan verweerder worden toegerekend. Volgens vaste rechtspraak van de Hoge Raad (HR 31 mei 1991, ECLI:NL:HR:1991:ZC0261), komt zelfs wanneer het bestuursorgaan geen enkel verwijt treft, de onrechtmatigheid toch in beginsel voor rekening van het bestuursorgaan. Dit is slechts anders in bijzondere omstandigheden.

5.5.1
Op grond van artikel 6:101, eerste lid, van het BW wordt, wanneer de schade mede een gevolg is van een omstandigheid die aan de benadeelde kan worden toegerekend, de vergoedingsplicht verminderd door de schade over de benadeelde en de vergoedingsplichtige te verdelen in evenredigheid met de mate waarin de aan ieder toe te rekenen omstandigheden tot de schade hebben bijgedragen, met dien verstande dat een andere verdeling plaatsvindt of de vergoedingsplicht geheel vervalt of in stand blijft, indien de billijkheid dit wegens de uiteenlopende ernst van de gemaakte fouten of andere omstandigheden van het geval eist.

5.5.2.
Het College stelt vast dat pas met het besluit van 1 juli 2020 het beroep op de bijzondere omstandigheid verbouwing is gehonoreerd. De hieruit voortvloeiende schade dient geheel voor rekening van verweerder te blijven. Bij zijn oordeel betrekt het College dat verweerder het fosfaatrecht ambtshalve bij besluit vaststelt. Dat betekent dat verweerder op de voet van artikel 3:2 van de Algemene wet bestuursrecht gehouden was bij de voorbereiding van het primaire besluit de nodige kennis te vergaren over de relevante feiten en de af te wegen belangen. De toepassing van artikel 23, zesde lid, van de Msw, de bepaling inzake de hier aan de orde zijnde bijzondere omstandigheid, vormt immers een besliscomponent van het betreffende besluit. Verweerder heeft in dit geval niet voldaan aan deze onderzoeksplicht. Dat, zoals verweerder stelt, verzoekster de bijzondere omstandigheid niet heeft gemeld in reactie op bijvoorbeeld de aan haar gerichte "Servicemelding Fosfaatrechten" van verweerder van 16 mei 2017, maakt dit niet anders. Bij de bedoelde Servicemelding is immers niet naar het bestaan van zodanige bijzondere omstandigheden gevraagd. Voor verzoekster bestond verder geen aanleiding voor een spontane melding hiervan.

5.6
Het College is verder van oordeel dat aan de eis van causaal verband tussen het onrechtmatige besluit en de schade is voldaan. Als verweerder in januari 2018 het fosfaatrecht van verzoekster dadelijk juist had vastgesteld, had verzoekster in 2018 geen fosfaatrechten hoeven bij te kopen tegen de toen geldende hoge inkoopprijs. Verzoekster heeft de gestelde schade voldoende aannemelijk gemaakt met de door haar overgelegde (ver)koopovereenkomsten. De door verzoekster gestelde schade van € 13.068,- komt voor vergoeding in aanmerking (het waardeverschil van € 108,- maal de genoemde 121 kilogram fosfaatrecht), evenals de door haar betaalde leges voor de overdracht van de rechten."


Lijkt mij dat heel veel melkveehouders nu in aanmerking komen voor schadevergoeding.
Noorderling
@NickR
Beter schaffen ze ze gisteren nog af.

« Terug naar discussielijst

Deel ook jouw kennis en inzicht

Hebben de thema's fosfaatrechten geen geheimen voor jou? Dan kunnen we jouw kennis en inzicht goed gebruiken! Of je nu actief bijdraagt door foto's, video's, topics of reacties te plaatsen, of je zorgt er middels de stemknoppen voor dat de beste reactie naar boven borrelt.. Jouw kennis en inzicht m.b.t. de melkveehouderij kunnen deze site nét dat beetje beter maken. Maak ook een (gratis) account aan!

REACTIES
2
DEELNEMERS
2
WEERGAVES
0
TREFWOORDEN