Voor Nederlandse boeren is Denemarken niet langer het walhalla

Quote:
Meer ruimte, minder regels: Denemarken is van oudsher een populair emigratieland voor Nederlandse boeren. Maar zijn ze daar wel zoveel beter af? In Nederland worden boeren uitgekocht, in Denemarken moeten ze een CO₂-taks gaan afdragen. Het motto: de vervuiler betaalt.

Deel dit topic

Reacties

casev2
Co2 taks, strenge welzijnseisen op komst torenhoge arbeidskosten, erg strenge bankensector, en uiteindelijk bij verkoop een groot deel van de centen bij de belastingdienst brengen..... Maargoed, het zal er vast leuk melken zijn...
Jawis
@casev2 lekker werken......
bio boer
Je moet wel van massa is kassa houden heb ik het idee bij Denemarken
grös
Quote:

Neel Seerup Hansen (40) staat op de veranda van haar huis, uitkijkend over haar akkers met groentes en scharrelende kippen. Haar wangen zijn rood van de snijdende wind. Ze wijst naar een groep reeën in de verte. 'Kijk, rådyr.' Aan een van haar bemodderde laarzen hangt een speelse jonge kat.

Het boeren zit Seerup Hansen in het bloed. 'Mijn familie woont hier sinds 1522. Mijn overgrootouders hadden een boerderij, mijn grootouders ook en mijn ouders hebben nog steeds een boerderij. Zelf wilde ik in eerste instantie juist iets anders. Ik heb bouwkunde en Chinees gestudeerd, veel in het buitenland gewoond. Maar toen ik kinderen kreeg, wilde ik terug naar Amager. En nu woon ik hier, in de velden waar ik ben opgegroeid.'

Het Deense eiland Amager (spreek uit: Ámaa) ligt op tien minuten rijden van Kopenhagen. Boven het hoofd van Seerup Jansen raast om de paar minuten een vliegtuig over. Haar bioboerderij ligt letterlijk onder de rook van Kastrup, het vliegveld van Kopenhagen. Even verderop staan vliegtuigspotters bij het hek van de landingsbaan.

Voor haar boerderij heeft de luchthaven niet alleen maar nadelen. 'Het vliegveld beschermt ons ook tegen de oprukkende stad'. De aanleg van het vliegveld heeft het eiland in tweeën gesplitst. Ten noorden van Kastrup zijn dorpen opgeslokt door Kopenhagen en ten prooi gevallen aan de moderniteit. Maar ten zuiden van Kastrup, waar het gezin van Seerup Hansen woont, bleef de bebouwing op Amager min of meer hetzelfde. Kleine dorpen, vrijstaande huisjes. Veel kleinschalige tuinbouwbedrijven. Dit was vroeger Hollænderbyen: Hollanderdorp.

Het Amager-museum, midden in het voormalige 'Hollanderdorp', toont de geschiedenis van de Nederlandse tuinders die in de 16e eeuw naar Denemarken emigreerden. Foto: Emil Malmborg voor het FD
Dirch uit Hoorn
Haar Hollandse voornaam is geen toeval. Seerup Hansen werd geboren als Neel Jansen Schmidt en is een van de directe afstammelingen van de Nederlandse boeren die in de 16e eeuw naar Amager zijn geëmigreerd. Zij verhuisden hierheen op uitnodiging van koning Christiaan II, die onder de indruk was van de Nederlandse groenteteelt.

Christiaan II wilde van Denemarken een handelsnatie maken en bewonderde de Hollandse handelsgeest en innovatieve teeltwijzes van Nederlandse boeren. Dus vroeg hij een groep Hollandse boerenfamilies of ze de tuinbouw naar Denemarken wilden brengen, in ruil voor land en privileges. De oorspronkelijke bewoners van Amager moesten wijken.

Wie ernaar zoekt, ontdekt nog altijd Nederlandse sporen op Amager. Straten die Deventergade of Zutfengade heten. Oud-Hollandse namen op grafstenen bij het nabijgelegen kerkje. Net als veel andere Amager-Denen houdt Seerup Hansen haar afkomst in ere: haar kinderen heten Cornelis en Leise, naar Leisbeth (de Amager-variant van Liesbeth). ‘Het klinkt gek, maar ik voel me Deens en Nederlands.’

Seerup Hansen kijkt om. Weer geraas, dit keer niet van een vliegtuig. Het is haar vader op een trekker. Hij heeft net hooi rondgebracht en komt nu lunchen. ‘Hej Far!’ Vader Dirch ('Dirk') Jansen Schmidt voegt zich bij het gesprek en vertelt over onderzoek naar de namen op Amager. 'Daardoor weten we nu precies waar we vandaan komen. Uit de buurt van een stad die Hoorn heet.’

De Nederlandse boerenfamilies droegen zijden plissérokken, bijzondere hoofddeksels en massieve sieraden op de borst. Niks geen boerenkloffies. 'Ze waren zeer rijk.' Foto: Emil Malmborg voor het FD
Zijden plissérokken
Seerup Hansen heeft zich altijd afgevraagd waarom haar West-Friese voorouders huis en haard verlieten voor een onbekend land, dat toentertijd ver weg was. Was het de drang naar avontuur, de belofte van land?

Een van de antwoorden is terug te vinden in het nabijgelegen Amager-museum, midden in het oude 'Hollanderdorp'. Curator Camilla Cziffery Nielsen wijst naar een ingelijste brief aan de muur. Het is een brief met alle privileges die de Nederlanders kregen. Zij hoefden het land op Amager niet te pachten, maar kregen het in eigendom, aldus de oorkonde. Ook hoefden ze geen belasting te betalen.

De bevoorrechte positie van de boeren kun je terugzien in de zogeheten Amager-dragten, zegt de jonge curator, en wijst naar een groep etalagepoppen achter glas. Ze dragen rijk versierde outfits met zijden plissérokken, bijzondere hoofddeksels en massieve sieraden op de borst. Niks geen boerenkloffies. 'De Nederlandse kolonie was zeer rijk. Zeker vergeleken met andere boeren.'

Bij speciale gelegenheden dragen de Nederlandse afstammelingen nog steeds hun Amager-outfits. Bijvoorbeeld bij het jaarlijkse oogstfeest en bij fastelavn (een andere naam voor carnaval), dat hier 'net zo belangrijk is als kerstmis'. En bij bijzondere gelegenheden, zoals het 500-jarige jubileum van de Hollandse nederzetting in 2022, toen prinses Beatrix op bezoek was.

Bij de Denen resulteerde de innovatiedrift van de Nederlandse boeren in bewondering en kopieergedrag, maar zorgden de privileges ook voor scheve ogen. In de kerk moesten Denen achterin zitten. Nog steeds worden inwoners van het 'Hollanderdorp' met hun 'overdreven' klederdracht als verwaand gezien, zegt Cziffery Nielsen. 'Dat geeft wel eens fricties.'

Geen bergen, veel fietsen
Op de robuuste eettafel van Yke Kloppenburg (60) staat een thermoskan koffie en een schaaltje met plakken roombotercake. Kloppenburg bestiert al twintig jaar een boerderij in het Deense Gislinge, maar komt oorspronkelijk uit Groningen. Koffie met cake bleef erin.

De Groningse Yke Kloppenburg woont en boert al twintig jaar in Denemarken. De aanstaande CO₂-belasting baart haar grote zorgen. Foto: Emil Malmborg voor het FD
In Nederland werkte ze bij de Rabobank en pachtte haar man een rundveebedrijf. 'Toen we veertig waren, kregen we de kriebels. De een koopt dan een motor, wij verhuisden hierheen. Nu hebben we een biologische veehouderij met 230 koeien en akkerbouw om de koeien te voeren.' Waarom Denemarken? 'Het was hier veel makkelijker om een lening te krijgen en een bedrijf te kopen.'

Vijfhonderd jaar na de komst van de Nederlandse boeren naar Amager zijn de beloftes van land en financiële voordelen kortom nog steeds grote trekkers. Maar naast die verschillen, waren het ook de overeenkomsten die het gezin naar Denemarken brachten, zegt Kloppenburg. 'Toen we emigreerden, waren onze kinderen 12 en 14. Om hun levens niet te veel overhoop te gooien, zochten we een land dat er uitziet als Nederland en dezelfde cultuur heeft.'

Kloppenburg is niet de enige die het zegt: Nederland en Denemarken lijken op elkaar. De een noemt de vele fietsers, mogelijk vanwege het gebrek aan bergen. De ander noemt de mentaliteit: beide landen zijn goed georganiseerd en weinig hiërarchisch.

Belangrijker, althans voor de boeren: het zijn allebei landbouwlanden. In Nederland heeft 50% van het land een agrarische bestemming, in Denemarken is dit zelfs 60%. Voor beide geldt dat veruit de meeste landbouwproducten worden geëxporteerd.

Met één belangrijk verschil: hoewel de landen ongeveer evenveel oppervlakte beslaan, telt Nederland drie keer zoveel mensen. In de woorden van Kloppenburg: 'Het is zo ongelooflijk vol in Nederland. In Brabant zie ik soms stallen bijna in een dorp staan. Dat kan ik me hier gewoon niet voorstellen. Maar als ik bij jullie al die wegen, huizen, vliegtuigen en mensen bovenop elkaar zie, vraag ik me ook wel eens af: zijn die koeien echt het probleem?'

Vies jongetje
In de jaren negentig trokken Nederlandse boeren geregeld noordwaarts, richting Denemarken. Op een zeker moment was het aandeel Nederlanders in de Deense zuivel naar schatting 10%, schrijft vakblad Food & Agribusiness. Maar door de financiële crisis vertrokken buitenlandse boeren soms ook weer, weet Kloppenburg nog. 'Doordat je hier zo makkelijk geld kon lenen, kwamen veel boeren in de problemen. Ook Nederlanders.'

Inmiddels dient de volgende crisis zich aan: de natuurcrisis. Deze crisis heeft zich in Nederland versmald tot een stikstofcrisis, met hoogoplopende fricties in Den Haag en daarbuiten. In het stikstofdebat wijzen boeren vaak naar de stikstofnormen in Duitsland en Denemarken, die ruimer zijn. Nederland zou volgen hen veel te braaf zijn.

Deskundigen wijzen dat argument van de hand. Zij noemen de strengere Nederlandse normen logisch, want binnen Europa is het kleine, drukbevolkte Nederland het vieste jongetje van de klas. Zo is de staat van bijna 90% van de natuurgebieden 'ongunstig tot zeer ongunstig' en stoot Nederland per hectare vier keer zo veel stikstof uit als het Europese gemiddelde. Dit heeft grote gevolgen voor de biodiversiteit. Nederland moet dus wel harder aan de rem trekken.

De Nederlandse oplossing concentreert zich op het uitkopen van zogeheten piekbelasters. Het kabinet wil 2000 tot 3000 boerenbedrijven die veel stikstof op natuurgebieden laten neerslaan geld bieden om ermee te stoppen. 45% van de stikstofuitstoot komt immers van de landbouw, tegenover 12% van het verkeer en 9% van de industrie.

Er is tot nu toe weinig animo voor uitkoop, maar de Nederlandse kabinetsplannen zijn best ruimhartig, waarschuwt Kloppenburg. In Denemarken dreigt namelijk een CO₂-belasting voor boeren, in navolging van de industrie. Wereldwijd heeft alleen Nieuw-Zeeland soortgelijke plannen.

Een CO₂-belasting kost het biologische boerenbedrijf van Kloppenburg waarschijnlijk €230.000 per jaar. 'Meer dan ons gemiddelde jaarresultaat!' Foto: Emil Malmborg voor het FD
Een koe heeft geen stopcontact
Met deze nieuwe belasting wil Denemarken de uitstoot van broeikasgassen CO₂, methaan en lachgas aan banden leggen, wat ook voor minder stikstof zal zorgen. Hoewel de details nog worden besproken, is de politieke steun voor een CO₂-taks groot. Een boerenpartij zoals BBB heeft Denemarken niet.

'Ik begrijp dat boeren ook uitstoten', zegt Kloppenburg tijdens een rondleiding over haar rundveebedrijf. 'Maar bij koeien is de uitstoot van methaan een biologisch proces. In een auto kun je een batterij zetten, maar je kunt een koe geen stopcontact geven.' Wijzend naar een koe, die met zuignappen op de uiers wordt aangesloten op de melkmachine: 'Er gaan verschillende bedragen rond, maar met het advies dat er nu ligt moeten wij jaarlijks €1000 per koe betalen. In ons geval komt dat neer op €230.000: meer dan ons gemiddelde jaarresultaat!' Haar man Rein schudt zijn hoofd. '80% van de rundveeboeren zal ermee stoppen.'

Kloppenburg wil best meepraten over transitie in de landbouw. Maar het 'rekensommetje' van de economen die deze belasting adviseren is te simpel, vindt ze. 'Zij zeggen: “Dit is de goedkoopste oplossing voor de samenleving”, maar ze vergeten de gevolgen. Ze snappen niet hoe dat voelt, als je bedrijf kapot gaat. Daarom zien veel boeren hen als de vijand.’

Makkelijk praten
Lars Hansen is een van die economen. Hij weet hoe het overkomt, vertelt hij in een café in Kopenhagen. ‘Ik, zittend in mijn behaaglijke universiteitskantoortje, zeggend dat een CO₂-taks een efficiënte oplossing is. Terwijl zij, de boeren, een groep waarvan de afgelopen eeuw steeds één op de vier op de rand van faillissement staat, dit moeten gaan betalen. Ik heb makkelijk praten.’

Kloppenburgs bewering dat 80% van de Deense veehouderijen zal verdwijnen, onderschrijft hij niet. Maar over de gevolgen voor de landbouw, en dan met name de veeteelt, is hij klip en klaar. ‘Met het belastingtarief dat wij adviseren, kan een derde van de banen in de veehouderij verdwijnen. En 25% in de totale landbouw.'

Toch vindt de econoom een CO₂-taks beter dan het uitkopen van boeren. 'In eerste instantie kun je denken: CO₂ en stikstof hangen sterk met elkaar samen: als je het ene aanpakt, reduceer je ook het andere. Maar op de langere termijn is de Nederlandse aanpak kostbaarder en minder efficiënt, omdat je boeren die níet worden uitgekocht geen prikkels geeft om te veranderen en innoveren. Zo laat je een groot deel van de sector in de vriezer staan.'

Bioboerin Kloppenburg maakt zich zorgen over de verslechterde concurrentiepositie van Deense boeren op de wereldmarkt, maar de econoom noemt dit een 'acceptabel' probleem. Met deze belasting zullen Deens vlees en Deense zuivel inderdaad duurder worden en zal 35% van de uitstoot zich naar het buitenland verplaatsen, verwacht hij. 'Maar daar staat tegenover dat de Deense boeren die overblijven minder zullen uitstoten, en dus beter zijn ingespeeld op toekomstige milieueisen. In tegenstelling tot boeren in landen zonder fiscale prikkels.'

Uiteindelijk zal deze klimaatcrisis bovendien niet in de EU worden beslecht, maar in Beijing of New Delhi, zegt Hansen. 'Het enige dat Denemarken kan doen, is vooroplopen en die landen inspireren. Dat doe je alleen door te laten zien dat je emissies op een relatief simpele manier kunt reduceren, zonder als land failliet te gaan.'

Vooral veel stampij
Ook Nederlandse deskundigen zien wel wat in een belasting op landbouwemissies. Raoul Beunen, universitair hoofddocent milieubeleid aan de Open Universiteit: 'Een CO₂-taks gaat heel goed samen met één beginsel van het milieubeleid: de vervuiler betaalt.'

Beunen noemt het beprijzen van emissies, of je dat nu doet via een vleestaks of via een CO₂-taks die indirect ook voor prijsverhogingen zal zorgen, 'een ontzettend belangrijk instrument om duurzame partijen te belonen'. Als de overheid wil dat een sector verduurzaamt, zijn er veel verschillende knoppen om aan te draaien, zegt Beunen. 'In Nederland gebruikt de overheid veel te weinig knoppen. Daardoor zijn er te weinig prikkels om te veranderen.'

In Nederland heffen we ook belasting op uitstoot in de industrie en het transport, dus er is geen reden om de landbouw over te slaan, zegt ook landbouweconoom Krijn Poppe. 'Er wordt hier wel gestudeerd op beprijzen, maar we lopen niet voorop.'

Het uitkopen van piekbelasters is hoe dan ook slechts een deel van de oplossing, zegt Poppe, die de overheid adviseert over leefomgeving en infrastructuur. 'In Nederland zijn milieu-indicatoren als de vervuiling door bestrijdingsmiddelen en de waterkwaliteit ook al een tijd niet verbeterd. Er ligt nu te veel nadruk op stikstof, want Nederland moet ook heel hard aan de slag met droogte en de Europese Kaderrichtlijn Water. Er is de afgelopen vier jaar vooral veel stampij gemaakt.'

Historisch gezien hebben Nederlandse én Deense boeren altijd verloren als het over de grote, politieke doelen ging, zegt econoom Hansen. 'Maar op de uitwerking van die doelen, de nitty-gritty details, hebben ze vaak gewonnen. Dat heeft de regulering minder effectief gemaakt.'

Grote spijt
Het is gissen hoe het Deense boeren zal vergaan als zij een CO₂-belasting moeten gaan betalen. Misschien is op het eiland Amager wel een kleine voorbode te vinden, verborgen in de geschiedenis van de Nederlandse tuinbouwers. Na driehonderd jaar van privileges verloren ook zij hun bevoorrechte positie en moesten belasting gaan betalen. Sommigen vertrokken, velen pasten hun bedrijfsvoering aan en assimileerden.

Volgens econoom Hansen zijn die mogelijkheden er nog steeds. Deense rundveehouders kunnen overstappen op akkerbouw, dat minder uitstoot geeft, of supplementen zoals Bovaer gaan voeren. Dit DSM-product verlaagt de methaanuitstoot van koeien met 30%.

Maar Nederlanders die nu nog schermen met Denemarken als het beloofde boerenland, kunnen voor een verrassing komen te staan, zegt hij. 'Misschien oogt Denemarken als een leuke optie, maar dat komt omdat wij dertig jaar te weinig hebben ondernomen om het stikstofprobleem op te lossen. Een CO₂-belasting is eindelijk een serieuze stap, maar gaat inderdaad gevolgen hebben. Nederlandse boeren die nu emigreren, hebben over een paar jaar grote spijt.’

Daar is bioboerin Kloppenburg het dan weer wél mee eens. 'Ik merk dat veel Nederlandse boeren nog steeds over Denemarken nadenken, maar ik weet niet of dat de juiste keuze is. Voor ons geldt: als die belasting er komt en ons resultaat nihil wordt, stoppen we ermee. Dan moeten de koeien weg.'
Willem123
@grös Een Mooi prachtige verhaal om te lezen .
casev2
Helemaal knetter gek daar..... gelukkig was de belastingdruk in dat land al niet zo hoog....

Wat ik me dan wel afvraag is wat de overheid vervolgens denkt te gaan doen met die gigantische berg geld.
oubi
@casev2 geld wordt ook daar gewoon opgemaakt door de roverheid
grös
Is het verstandig om bij Eurofins een Soil Carbon Check te laten doen, om te bewijzen dat je organische stof / C in de bodem opbouwt ?
+1
bio boer
@grös nee dat proces gaat niet oneinig door alleen op bouwland wat opzet in blijvend gras bouw je veel op
grös
@bio boer
Met intensieve akkerbouw, aardappels, lelies, maïs, in 5 jaar tijd van 8,6 naar 7,4 gegaan..
Misschien kunnen we op grasland, m.n. zandgrond, wel een dikkere bouwvoor creëren door diepwortelende grassen/klavers/kruiden.
bio boer
@grös valt nog mee heb wel eens 2% gehoord organiche stof
Noorderling
@bio boer
Hier perceel met 1,5. Groeit het meeste gewas.
Verhogen lukt ook niet doordat de aanwezige kalk alles verband.
bio boer
@Noorderling snelle omzetting maar keer niet bemesten en staat meteen geel verwacht ik er is geen accu ?

« Terug naar discussielijst

Deel ook jouw kennis en inzicht

Hebben de thema's denemarken , boeren en nederland geen geheimen voor jou? Dan kunnen we jouw kennis en inzicht goed gebruiken! Of je nu actief bijdraagt door foto's, video's, topics of reacties te plaatsen, of je zorgt er middels de stemknoppen voor dat de beste reactie naar boven borrelt.. Jouw kennis en inzicht m.b.t. de melkveehouderij kunnen deze site nét dat beetje beter maken. Maak ook een (gratis) account aan!

REACTIES
14
DEELNEMERS
7
WEERGAVES
0