Waarom moeten we in de mestwet appels en peren bij elkaar optellen?
Door Henk van der Pol,
Al bijna 13 jaar probeer ik de overheid (LNV) te overtuigen van het feit dat de mestwet(ten) gebaseerd zijn op rekenfouten en wat de schrijnende gevolgen daarvan zijn. In 2007 heb ik op verzoek van LNV meegedaan aan een mediation. De bedoeling van LNV was duidelijk dat men hoopte van mijn gezeur af te zijn. Dat pakte even anders uit. Ik heb de LNV-ers een onderzoeksvraag voorgelegd, die zodanig was opgesteld dat ze de eer aan zichzelf hadden kunnen houden. Eigenlijk had de vraag moeten zijn: "waarom moeten we in de mestwet appels en peren bij elkaar optellen?" Men wenste verder niet meer te reageren. Na ruim 3 !!! jaar en de nodige druk is het eindelijk gelukt om antwoord te krijgen op de vraag waarom men dit onderzoek niet wil uitvoeren. Dit antwoord staat kort samengevat in mijn antwoordbrief hieronder geplaatst:
Het antwoord dat ik op deze brief kreeg luidt als volgt: "Ik heb uw brief van 10 augustus jl. met daarin uw reactie op mijn brief van 5 augustus jl. ontvangen. Ik concludeer uit uw reactie dat wij onoverbrugbare meningsverschillen hebben over de noodzaak en inhoud van het door u gewenste onderzoek en beschouw de correspondentie daarmee als gesloten".
Ministerie van LNV
t.a.v. Dhr. ….
Postbus 20401
2500 EK Den Haag
Onderwerp: onderzoeksvraag
Tollebeek, 10 augustus 2010
Geachte heer …..,
Hartelijk dank voor uw brief van 5 augustus jongstleden. Wat fijn dat u na 3 jaar en 2 maanden de tijd hebt kunnen vinden om uw motieven toe te lichten betreffende het afwijzen van de door mij opgestelde onderzoeksvraag. Deze onderzoeksvraag vloeide voort uit de mediation van 30 mei 2007.
Ik heb mij er over verbaasd dat iemand, die toch geacht wordt redelijk ontwikkeld te zijn, een dergelijk verhaal op papier krijgt en het nog ondertekent ook.
De kern van uw betoog is dat u van mening bent dat organissche N en anorganische N weliswaar verschillende namen hebben en een verschillende werking (althans waar het landbouwkundig gebruik betreft), maar uit oogpunt van milieu wèl gelijkwaardig kunnen worden opgeteld. Meneer ….., gaat u er nu maar vanuit dat als twee dingen verschillend zijn, je ze dan ook niet gelijkwaardig op kunt tellen. Het feit dat ze verschillende namen en een verschillende werking hebben, geeft al meer dan voldoende aan dat er op z'n minst onderzoek gedaan moet worden of je ze überhaupt op kunt tellen en zo ja, hoe. Dit leren onze kinderen al op de basisschool.
We hebben te maken met een wetgeving die louter bestaat uit de meest eenvoudige rekenkundige bewerkingen (optellen en aftrekken). Als er dan zulke vreemde antwoorden uitkomen, dat niemand meer snapt waar hij/zij mee bezig is, dan MOET je er vanuit gaan dat je te maken hebt met een rekenfout; dan is de kans groot dat je appels en peren aan het optellen bent. Menig basisschoolkind zal ook dìt snappen, bij een simpele optelling horen immers simpele antwoorden. Omdat het niveau in dit land kennelijk in dit stadium is blijven steken, heb ik bewust de onderzoeksvraag eenvoudig gehouden, zodat we bij stap één kunnen beginnen.
U hebt het in uw brief over een stikstof- en fosfaatbalans op bedrijfsniveau. Echter, als je een balans wilt maken, zul je het wel goed moeten doen. Een balans moet links en rechts in evenwicht zijn. Je kunt bepaalde processen weglaten, bv. omdat ze niet te wegen of te meten zijn, of omdat je er gewoon niet aan gedacht hebt (!), maar dan zul je ook weer aan beide kanten evenveel gewicht moeten hebben, dus evenwicht moeten hebben, anders is de balans in strijd met de wet van behoud van massa. Doe je dit niet en is de balans dus niet in evenwicht, dan zul je in een bepaalde verhouding moeten tellen oftewel met een factor moeten rekenen.
Laten we het voorbeeld van het manifest van de meer dan honderd hoogleraren er eens bijnemen: 5 kilo voer = 1 kilo vlees + 6 kilo mest. Om uit dit gegeven een balans te maken, zul je beide kanten gelijk moeten maken òf in een verhouding moeten rekenen. De mestwet gaat uit van kilo's, het maakt niet uit of je van kilo's massa of kilo's N uitgaat, in beide gevallen zul je in een bepaalde verhouding moeten tellen, omdat nòch het aantal kilo's massa, nòch het aantal kilo's N aan beide kanten van de balans hetzelfde is. In dit geval moeten we dus rekenen met de factor 1,4. Alleen dàn is de weegschaal in balans, alleen dàn is 5 kilo te vergelijken met 7 kilo. De mestwet doet dit niet. Door het weglaten van het proces ademhaling vergelijkt de mestwet automatisch , 5 kilo links met 5 kilo rechts alsof ze gelijkwaardig zijn, zodat er 2 kilo overblijft. Dit bedrijf houdt per kilo voer dat het voert dus 2 kilo mest “over” (NA de mestwetberekening). Ik noem dat het guldens- en rijksdaalderseffect*.Als zo'n bedrijf deze mest vers afzet, heeft het dus een enorm saldo. Dit saldo zal, nadat het bedrijf zijn eigen grond voldoende (dus boven de 170 N) heeft bemest, afgezet worden als zwarte mest.
Je kunt je natuurlijk ook afvragen hoe het komt dat je uit 5 kilo voer 7 kilo ander materiaal kunt halen. Welnu, dit komt dus door de ademhaling. Zoals eerder aangegeven zijn de mineralen in verschillende leefwerelden niet hetzelfde; ze hebben verschillende waarden. Onder invloed van het toevoegen van zuurstof (ademhaling), zetten plantaardige mineralen bij het verteren (verbranden) om in dierlijke mineralen, met anorganische mineralen als bijproduct. Deze omzettingen hebbentot gevolg dat massa/volume toenemen; alweer een bewijs dat je de verschillende mineralen niet gelijkwaardig kunt optellen. Ik heb u in de onderzoeksvraag het voorbeeld gegeven van de zware luiers van baby's. Bij baby's kun je dit effect heel duidelijk zien. Ze drinken acht keer per dag een miniscuul beetje melk en produceren loodzware luiers, vele malen zwaarder dan het beetje dat ze drinken. En het kind groeit er dan ook nog van!
Als een saldobedrijf de mest langer in opslag laat zitten, om wat voor reden dan ook, “verdwijnt” door anaerobe werking (ook een proces dat ontstaat door omzettingen van mineralen en dus ontkent wordt door de mestwet) massa. We nemen weer het voorbeeld van het manifest van de hoogleraren: stel dat de helft van het volume “verdwenen” is, dan krijg je het gegeven: 5 kilo voer = 1 kilo vlees + 3 kilo mest. Het bedrijf moet nu nog steeds dezelfde hoeveelheid mest afzetten, maar heeft dit niet (meer). Dit is het beroemde minasgat. Hier moet dus de factor 0,8 gebruikt worden om de balans kloppend te krijgen.De ringmonsters die genomen werden naar aanleiding van de vele problemen die ontstonden door de mestwet(ten), zijn ook een mooi voorbeeld van de anaerobe werking in mest. Als de mineralen werkelijk gelijkwaardig zouden zijn, zouden de uitslagen van één en hetzelfde monster nooit zo verschillend kunnen zijn. U ziet dat de onderzoeksvraag wel degelijk van belang is. Als je mineralen uit verschillende leefwerelden gelijkwaardig op gaat tellen, dan worden de uitkomsten (door de verschillende waarden) een loterij.
In het rapport “publicatienummer 2003/198” van het expertisecentrum van LNVhebben uw eigen medewerkers op blz. 12 + 13 de minassaldi en de minasgaten keurig op een rijtje gezet. Men trok alles overziend de conclusie dat het gemiddeld wel aardig leek te kloppen en stuurde het rapport zelfs naar mij toe, om aan te tonen dat er geen “structurele problemen” zijn. Zeg nu zelf; zo'n rapport zou genoeg reden moeten zijn om onmiddellijk met deze tenenkrommende waanzin te stoppen. Immers, het moet u toch ook bekend zijn dat een bedrijf nooit een hoger saldo op kan bouwen dan de opbrengsten van de grond + de verliesnormen (+ nog wat afrondingsverschilletjes) en dat dit alleen bereikt kan worden door helemaal niet te bemesten. Het is wel duidelijk dat MINAS (evenals de thans vigerende mestwet) niets met evenwichtsbemesting te maken heeft.
Een andere fout in de mestwet is het optellen van verschillende processen, nl. het telen van gewassen en het houden van dieren. Dit zijn twee processen die volledig onafhankelijk van elkaar kunnen plaatsvinden. In de MINAS-wetgeving worden beide processen opgeteld. Om te laten zien waarom dit niet kan, hebben we een rekentruc nodig. Voor een bedrijf met dieren èn grond moet je even een proces stilzetten. Dit doen we door er vanuit te gaan dat het bedrijf al het voer in voorraad heeft. Rekenkundig mag dit, want als MINAS goed zou zijn zou hij in dit geval óók moeten kloppen. Het gaat hier niet om de grote getallen maar om het feit dat de evenwichtsbemesting constant zou moeten blijven, omdat het grondgebruik niet verandert. Een voorbeeld: een bedrijf heeft 3 ha. (akkerbouw) grond en een afzet van 2000 kg. N aan dierlijk product, ongeacht van welk diersoort of welk product. Vanuit deze situatie kun je schuiven met het aantal ha's en de netto dierlijke productie (meer of minder grond, meer of minder dierlijke afzet), steeds zal men zien dat er (los van de toegestane aanvoer voor het akkerbouwgewas), een bijpassende extra aanvoer van kunstmest mogelijk is, zonder dat er sprake is van een ander grondgebruik. Dus: dit voorbeeldbedrijf mag nu al 667 kg. N meer aanwenden per ha. Verkoopt het voorbeeldbedrijf nu één ha, dan mag het zelfs 1000 kg N extra aanwenden. Immers, dan mag het de extra aanvoer van kunstmest verdelen over twéé ha. Dit levert ook weer het bewijs dat MINAS niets met evenwichtsbemesting te maken kan hebben, omdat de opbrengst van de dierlijke productie meetelt als opbrengst van de grond, als deze twee processen opgeteld worden.
Beide rekenfouten hebben tot gevolg dat de intensieve bedrijven erg bevoordeeld worden (de meeste bouwen enorme saldi op), terwijl extensieve bedrijven en akkerbouwers hun land nooit voldoende kunnen bemesten. Akkerbouwers voeren alleen (kunst)mest aan, Als een bedrijf dieren gaat houden, zal naarmate de intensiteit van een bedrijf toeneemt, er steeds meer aanvoer vankunstmest vervangen worden door aanvoer van voer, tot het bedrijf zóveel vee heeft, dat het meer voer aanvoert dan de dierlijke productie + verliesnormen + gewasopbrengst samen. Vanaf dàt moment moet het bedrijf mest af gaan zetten. Het extra voer dat het bedrijf dan nog aanvoert, genereert extra dierlijke opbrengst, die het weer afvoert, dus mag het nòg meer voer aanvoeren enz. (guldens- en rijksdaalderseffect).
Ten aanzien van de laatste alinea van uw brief wil ik graag nog het volgende opmerken: inderdaad kende MINAS een wettelijke basis die geen ruimte liet voor verschillen in behandeling van verschillend gebonden stikstof. Helaas voor u kun je rekenregels niet veranderen, zelfs niet in een wet. Sterker nog: het is triest om een rekenfout tot wet te verheffen, zeker als dit gebeurt in een land dat zich graag als kennisland profileert en probeert het bèta-onderwijs te promoten.
Het MINAS-stelsel is inmiddels vervangen door een nieuwe mestwetgeving: daar kan ik ook kort over zijn. In de nieuwe mestwet is de stalbalans voor hokdieren gewoon blijven bestaan (en ook de BEX is er op gericht om de kilo's gelijkwaardig op te tellen), dus nog steeds met saldi en minasgaten. Deze hoeven nu echter niet meer op papier te worden gezet en dat is vast niet zonder reden zo geregeld. Zo worden ze nl.” netjes” weggemoffeld. Ook worden er nog steeds de nodige boetes (vervanger van de heffingen) van vele tienduizenden euro's uitgedeeld, aan de bedrijven met minasgaten (die uiteraard ook nog steeds bestaan). De akkerbouwers en extensieve bedrijven daarentengen, komen de helft van hun benodigde mineralen tekort, omdat zij te maken hebben met omzettingen in de plant van anorganische naar organische mineralen (een gevolg van de koolzuurassimilatie, óók een proces dat “vergeten” is), hetgeen derving van gewasopbrengst en op termijn het dalen van de bodemvruchtbaarheid tot gevolg heeft.
Ik zou, als ik u was, toch maar eens snel werk gaan maken van de onderzoeksvraag. Ik besef dat de uitkomsten een enorm gezichtsverlies zullen opleveren voor bepaalde “hoogopgeleiden” in dit land, maar de consequenties van het gewoon doorgaan met dit domme telwerk liegen er ook niet om.
Hopende u voldoende te hebben geïnformeerd teken ik,
H.A.M. van der Pol
Westermeerweg 3
8309 PX Tollebeek
* Voor de vergelijking “guldens- en rijksdaalderseffect” verwijs ik u naar de vele beroep- en bezwaarschriften, die o.a. bij Dienst Regelingen te vinden zijn.
1 keer gewijzigd. Laatste wijziging: 24/08/2010 11:40 door Onze Verslaggever.
Deel dit topic
Deel ook jouw kennis en inzicht
Hebben de thema's mest , bemesten , melk , voer , dienst-regelingen , stikstof , kunstmest , bemesting , overheid , dieren , bex , minas en europese unie geen geheimen voor jou? Dan kunnen we jouw kennis en inzicht goed gebruiken! Of je nu actief bijdraagt door foto's, video's, topics of reacties te plaatsen, of je zorgt er middels de stemknoppen voor dat de beste reactie naar boven borrelt.. Jouw kennis en inzicht m.b.t. de melkveehouderij kunnen deze site nét dat beetje beter maken. Maak ook een (gratis) account aan!
Laatste
Reacties
Het "Hooglerarenmanifest", te weten: "5 kilo voer = 1 kilo vlees + 6 kilo mest" is heel eenvoudig kloppend te maken door:
5 kilo voer + 2 kilo drinkwater = 1 kilo vlees + 6 kilo mest.
Tegelijkertijd:
De minerale samenstelling ( voor de mestwetgeving belangrijke N,P en K) is vóór en achter het "= "tekenook gelijk behoudens nog enkele niet/slecht meetbare verliesposten.
1 keer gewijzigd. Laatste wijziging: 24/08/2010 13:29 door Wimsumar.
De mestwet ''telt de kilo's mineralen'' (in grondstof en eindprodukt.)
Uw uitgangspunten van "5"en "7" kilo zeggen voor de mestwet niets.
Er kan niets uit het niets bijkomen of in het niets verdwijnen.
-------------------------------------------------------
> Vandaar zeker dat we het hebben over ANORGANISCHE
> N en ORGANISCHE N. Dat is dan omdat ze precies
> hetzelfde zijn?
Beste Kritische Lezer: Nee we hebben het over ANORGANSCH GEBONDEN N, en ORGANISCH GEBONDEN N.En dat is dezelfde N
> Bekend is ook dat anorg. N sneller
> werkt dan org. N. Dat komt ook omdat ze precies
> hetzelfde zijn?
Anorganische N ''werkt sneller'' (als meststof) omdat het stikstof-ion oplosbaar is in bodemvocht, en daardoor opneembaar door plantenwortels.
> Bovendien: als ze werkelijk
> hetzelfde zouden zijn, dan zou de mestwet toch
> moeten kloppen? Vanwaar al die problemen dan?
De mestwet klopt ook wel alleen er ontstaan wat afwijkingen omdat er enkele nog onbekende aan- en afvoerposten zijn. Bovendien kan er op bedrijfsniveau 'wat' afwijking ontstaan als uitgegaan wordt van forfaitaire gehaltes in plaats van werkelijke. ( En dat is nog het probleem )
Laat duidelijk zijn dat de vorm van aanwezigheid, hetzij organisch hetzij anorganisch gebonden, aan continue verandering onderhevig is. Dit heeft echter geen invloed op het balanstotaal.
Stel ik wil de balans opmaken hoeveel geld ik heb.
Ik haal alles uit m'n porteme--ehhhh, m'n broekzak. Ik kom daar tegen, let op: Organisch gebonden geld en anorganisch gebonden geld, oftewel: papiergeld en muntgeld.
De waarde ervan, centen stuivers dubbeltjes, tientjes etc kan allemaal omgerekend worden naar de "standaard-euro" en vervolgens opgeteld worden.
Welnu, dat schreef ik ook al over de organische- en anorganische gebonden stikstof: het stikstofgehalte is voor beidenin zuivere stikstof uit te drukken en zodoende op de balans bij elkaar op te tellen danwel van elkaar af te trekken.
N.B.: In Kalkamonsalpeter zit nitraatstikstof en ammoniumstikstof. Toch drukken we het gehalte uit in een bij elkaar opgetelde 27 % N.
Waarom het hooglerarenvoorbeeld andere onevenredige uitslagen zouden geven is mij onbekend/een raadsel. Er kan niet zomaar twee kilo bijkomen.
In ieder geval hebben dhr vd Pol en kritische lezer een eigen overtuiging die dan misschien wel of nietde ware is maar hun betoog is aan dovemansoren gericht dus verspil er geen energie aan.
Nu komt het, vervolgens gaan wij die machines weer emissie vriendelijk maken zeg maar, door er ad-blue aan toe te voegen, en wat is ad-blue, dat is gewoon een ureum, dus een NH- verbinding, om de NOx en CO emissie te neutraliseren, wat onze ammoniak ook doet................
Nu begrijp ik wel dat hier ook wat goodwill kwekerij bij zit, het stinkt immers minder watmensen die niet zo betrokken zijn bij de landbouw weer beter stemt,
en je laat zien dat je iets wilt doen ( om van de politieke redenen van het niet meer af kunnen/willen afschaffen nog maar te zwijgen).
Maar dit lijkt me ook wel te ondervangen met nodige preparaten.
Mijn vraag is dus is het emissie arm aanwenden, zoals het nu gaat, in de toekomst nog wel te verdedigen.............
Ben ik nu zo slim of ben jij nu zo ...?
Je kunt voor een duidelijker voorbeeld ook munten nemen van 10, 20 en 50 eurocent (zelfde materiaal). Stel, je hebt een hoop van deze munten, van alles wat. Je kunt hiervan op 2 manieren een balans maken: op gewicht en op waarde. Je maakt 2 stapeltjes, aan beide kanten evenveel 10, 20 en 50 cent stukken. De balans zal nu qua gewicht in evenwicht zijn. Je wisselt aan één kant alle 50- cent munten om voor 10-cent munten, waarbij de waarde dus hetzelfde blijft. Dan zijn de stapeltjes qua waarde nog steeds in balans, maar qua gewicht niet meer. De mestwet maakt een balans op gewicht, terwijl de werkelijkheid een balans maakt op waarde.
Wat betreft nitraatstikstof en ammoniumstikstof in KAS: deze zitten in dezelfde leefwereld (dode stof)> zelfde categorie dus.