’Immense veestapel drama voor natuur’
Een hogere voedselprijs zou de boer in staat stellen om melk en vlees te produceren met minder kunstmest en minder gif, legt hoogleraar natuurbeheer Frank Berendse uit.
Door FRANK BERENDSE, HOOGLERAAR NATUURBEHEER
In 1987 verhuisde ik van de Universiteit Utrecht naar Wageningen. Het eerste dat ik hoorde, was dat twee onderzoekers die de verontrustende omvang van de mestproblematiek signaleerden, door het ministerie op het matje waren geroepen. Hun rapport werd nooit gepubliceerd. Hetzelfde ministerie voelde zich overvallen toen ruim dertig jaar later de Raad van State besloot dat het mestbeleid niet deugde en anders moest. Rondom 1980 ging op een melkveebedrijf 85% van de stikstof in krachtvoer en kunstmest verloren door milieuverontreiniging met nitraat en ammoniak. Tegenwoordig is dat wat minder, maar Nederland is binnen Europa nog steeds onbetwiste koploper als het gaat om milieuverontreiniging met stikstof.
De ammoniak uit mest en urine komt in de atmosfeer en daalt vervolgens neer op de Nederlandse natuur met dramatische gevolgen. Het gaat niet om een paar plantjes, maar om zo’n vierhonderd bijzondere plantensoorten die inmiddels uit Nederland zijn verdwenen of heel zeldzaam zijn geworden. Hetzelfde geldt voor vogels, vlinders en paddenstoelen.
Geuren en geluiden
De laatste vijftig jaar heb ik het Nederlandse landschap in razend tempo zien veranderen. Er is niets mis met verandering, maar veel natuurgebieden werden steeds leger en ook het kleurrijke boerenland dat steeds intensiever werd gebruikt, verloor niet alleen zijn kleuren, maar ook zijn geuren en geluiden. De luid roepende kieviten en grutto’s verdwenen, en in de Nederlandse polders verstomde zelfs het geluid van de tienduizenden veldleeuweriken die hier zongen.
Niet alleen stikstof
Om de omvang van de veestapel in stand te houden is veel kunstmest nodig voor gras en maïs, maar ook veel krachtvoer dat wordt ingevoerd vanuit Amerika. Daar neemt men het niet zo nauw met bestrijdingsmiddelen, terwijl de scheepsruimen behandeld worden met uiterst giftige stoffen om te voorkomen dat het scheepsruim bij aankomst leeg gevreten is door muizen en insecten.
"Het probleem ligt bij de consument: bij u en bij mij"
Het landbouwgif in het krachtvoer komt via het rundvee in de mest en vervolgens op het land. Dat heeft nogal wat gevolgen voor insecten in de wei en daarmee voor de vogels. Een gruttokuiken moet net uit het ei meteen op jacht naar vliegjes om zo te overleven. Die vliegjes zijn er steeds minder. Het gaat dan ook elk jaar weer slechter met de grutto in Nederland.
Hoe lossen we het op? Niet door alleen met het vingertje naar de Nederlandse boer te wijzen. Het probleem ligt bij de consument, bij u en – eerlijk gezegd – ook bij mij. Wij willen allemaal voedsel dat tegen een zo laag mogelijke prijs in de supermarkt ligt. Een hogere prijs zou de boer in staat stellen om melk en vlees te produceren met minder kunstmest en minder gif.
We zouden voedsel geproduceerd met veel mest en gif duurder kunnen maken door een fikse belasting op krachtvoer, kunstmest en landbouwgif. Dan zijn producten die schoon zijn geteeld niet langer duurder, maar juist goedkoper, zodat iedere consument de juiste keuze maakt. Dan wordt de veestapel vanzelf kleiner en komt het dode boerenland opnieuw tot leven, met zingende leeuweriken, pinksterbloemen en dotters langs de sloot. En ook met boeren die dan weer het brede respect krijgen dat ze verdienen.
Frank Berendse is hoogleraar natuurbeheer en plantenecologie aan de Wageningen University & Research
Door FRANK BERENDSE, HOOGLERAAR NATUURBEHEER
In 1987 verhuisde ik van de Universiteit Utrecht naar Wageningen. Het eerste dat ik hoorde, was dat twee onderzoekers die de verontrustende omvang van de mestproblematiek signaleerden, door het ministerie op het matje waren geroepen. Hun rapport werd nooit gepubliceerd. Hetzelfde ministerie voelde zich overvallen toen ruim dertig jaar later de Raad van State besloot dat het mestbeleid niet deugde en anders moest. Rondom 1980 ging op een melkveebedrijf 85% van de stikstof in krachtvoer en kunstmest verloren door milieuverontreiniging met nitraat en ammoniak. Tegenwoordig is dat wat minder, maar Nederland is binnen Europa nog steeds onbetwiste koploper als het gaat om milieuverontreiniging met stikstof.
De ammoniak uit mest en urine komt in de atmosfeer en daalt vervolgens neer op de Nederlandse natuur met dramatische gevolgen. Het gaat niet om een paar plantjes, maar om zo’n vierhonderd bijzondere plantensoorten die inmiddels uit Nederland zijn verdwenen of heel zeldzaam zijn geworden. Hetzelfde geldt voor vogels, vlinders en paddenstoelen.
Geuren en geluiden
De laatste vijftig jaar heb ik het Nederlandse landschap in razend tempo zien veranderen. Er is niets mis met verandering, maar veel natuurgebieden werden steeds leger en ook het kleurrijke boerenland dat steeds intensiever werd gebruikt, verloor niet alleen zijn kleuren, maar ook zijn geuren en geluiden. De luid roepende kieviten en grutto’s verdwenen, en in de Nederlandse polders verstomde zelfs het geluid van de tienduizenden veldleeuweriken die hier zongen.
Niet alleen stikstof
Om de omvang van de veestapel in stand te houden is veel kunstmest nodig voor gras en maïs, maar ook veel krachtvoer dat wordt ingevoerd vanuit Amerika. Daar neemt men het niet zo nauw met bestrijdingsmiddelen, terwijl de scheepsruimen behandeld worden met uiterst giftige stoffen om te voorkomen dat het scheepsruim bij aankomst leeg gevreten is door muizen en insecten.
"Het probleem ligt bij de consument: bij u en bij mij"
Het landbouwgif in het krachtvoer komt via het rundvee in de mest en vervolgens op het land. Dat heeft nogal wat gevolgen voor insecten in de wei en daarmee voor de vogels. Een gruttokuiken moet net uit het ei meteen op jacht naar vliegjes om zo te overleven. Die vliegjes zijn er steeds minder. Het gaat dan ook elk jaar weer slechter met de grutto in Nederland.
Hoe lossen we het op? Niet door alleen met het vingertje naar de Nederlandse boer te wijzen. Het probleem ligt bij de consument, bij u en – eerlijk gezegd – ook bij mij. Wij willen allemaal voedsel dat tegen een zo laag mogelijke prijs in de supermarkt ligt. Een hogere prijs zou de boer in staat stellen om melk en vlees te produceren met minder kunstmest en minder gif.
We zouden voedsel geproduceerd met veel mest en gif duurder kunnen maken door een fikse belasting op krachtvoer, kunstmest en landbouwgif. Dan zijn producten die schoon zijn geteeld niet langer duurder, maar juist goedkoper, zodat iedere consument de juiste keuze maakt. Dan wordt de veestapel vanzelf kleiner en komt het dode boerenland opnieuw tot leven, met zingende leeuweriken, pinksterbloemen en dotters langs de sloot. En ook met boeren die dan weer het brede respect krijgen dat ze verdienen.
Frank Berendse is hoogleraar natuurbeheer en plantenecologie aan de Wageningen University & Research
Bron
’Immense veestapel drama voor natuur’
telegraaf.nl
telegraaf.nl
Deel dit topic
Deel ook jouw kennis en inzicht
Hebben de thema's telegraaf en veestapel geen geheimen voor jou? Dan kunnen we jouw kennis en inzicht goed gebruiken! Of je nu actief bijdraagt door foto's, video's, topics of reacties te plaatsen, of je zorgt er middels de stemknoppen voor dat de beste reactie naar boven borrelt.. Jouw kennis en inzicht m.b.t. de melkveehouderij kunnen deze site nét dat beetje beter maken. Maak ook een (gratis) account aan!
Laatste
Reacties
Tot 1990 mochten wij altijd mest op deze percelen strooien of uitrijden .
Daarna mocht het niet meer , want het moest maar verschralen zoals ze dat wilden .
Tot 1990 hadden wij door deze pecelen te bemesten vele weidevogels er op zitten , kieviten ,grutto , wulpen , scholeksters , tureluurs en dergelijke .
Ergens begin 2000 met een nieuwe opzichter er over gesproken dat wat er vroeger was aan weidevogels aldaar , dan krijg je een dom antwoord van hem , dat het gebied niet geschikt was voor weidevogels en dan verklaar ik hem , waarom zaten er dan zoveel van deze soorten , tja daar had hij geen verklaring voor .
Dan denk ik , waar heb je ,je verstand zitten , ergens in je teen of zo . Dom volk .
Idd minder kievit, grutto en veldleeuwerik.
Ik ben nu ook op een leeftijd dat ik 50 jaar terug kan kijken.
En dan niet vabuit een collegezaal maar altijd vanuit het veld.
In de Noordoostpolder kwamen de kraaien het eerst. Ze werden niet meer bejaagd.
Ik heb ze vaak genoeg zien vliegen met een ei in de snavel.
In mijn jeugd was een roofvogel een bezienswaardigheid.
Deze week toen ik aan het bieten zaaien was ontspon zich een gevecht van 4 grote roofvogels. In de lucht vlak bij mijn trekker.
In mijn jeugd heb ik nimmer een vos gezien, nu met enige regelmaat.
In mijn jeugd waren steenmarter zeldzaam.
Nu kom ik ze regelmatig tegen al dan niet platgereden op de weg.
Ooievaars ( vergis je niet hoeveel Kuikens die verorberen) kende ik alleen uit de verhalen van hoe je aan broertjes en zusjes kwam.
Reigers waren een bezienswaardigheid nu stikt het ervan.
Als de heer Berendse denkt dat deze beesten allemaal vegetarisch zijn moet hij terug naar de schoolbanken.
Als je predatoren zo sterk laat toenemen dan gaat er iets veranderen cq verdwijnen.
Ik vind het een schandaal dat hij deze beweringen doet terwijl hij beter moet en kan weten
Nou hierboven kunt u er uit lezen!!!