Mestput ineens vol door een dikke laag schuim.Wel 500 m3 bijgepompt uit andere stal. Er was nog 60 cm ruimte maar dat is nu allemaal schuim.
De overgepompte mest kwam uit de wachtruimte dus van dezelfde koeien.
Wat nu?
Deel ook jouw kennis en inzicht
De melkveehouderij staat bol van de ontwikkelingen. Elke dag worden er tientallen nieuwsberichten besproken en kennis gedeeld. Of je nu actief bijdraagt door foto's, video's, topics of reacties te plaatsen, of je zorgt er middels de stemknoppen voor dat de beste reactie naar boven borrelt.. Jouw kennis en inzicht m.b.t. de melkveehouderij kunnen deze site nét dat beetje beter maken. Maak ook een (gratis) account aan!
Laatste
Reacties
Ureum heeft niks met schuim te maken.
Schuim wordt veroorzaakt door niet verteerd zetmeel
De laatste jaren ondervindt een toenemend aantal rundveebedrijven overlast van schuimvorming in de mestkelder. Schuimvorming leidt tot bevuiling van stal en dieren en tot gevaarlijke gassen, die giftig zijn (zwavelwaterstof, blauwzuurgas) en explosief (methaan). Uit resultaten van eerder onderzoek is verondersteld dat voeding en mestsamenstelling een rol spelen bij het ontstaan van schuimvorming in de mestkelder.
Twee processen spelen bij schuimvorming een rol: vorming van gas en vorming van oppervlaktespanning-verlagende stoffen. De vorming van gas kan toenemen als de hoeveelheid verteerbare organische stof in de mest toeneemt, wat op kan treden bij een relatief slechte vertering in het dier. Oppervlaktespanning-verlagende stoffen kunnen afkomstig zijn uit het dier (onverteerd vet, eiwit), toegevoegd (spoelwater, etc.) of ontstaan in de mest door specifieke micro-organismen.
Om het effect van voersamenstelling en mestsamenstelling op de schuimvorming te onderzoeken zijn 15 melkveehouders en 6 rosé-kalverhouders één keer bezocht. Tijdens het bezoek zijn vragen gesteld over de mate van schuimvorming en de rantsoensamenstelling en zijn monsters genomen van verse mest op de roosters en van drijfmest uit de kelders. Voergegevens van de veehouders en van de voerleverancier zijn gebruikt om de opname aan eiwit, vet, zetmeel en celwanden te berekenen. In de mestmonsters zijn de gehalten aan eiwit, vet, zetmeel en celwanden bepaald. De resultaten van bedrijven met en bedrijven zonder schuimvorming in de mestkelder zijn onderling vergeleken.
De resultaten geven geen duidelijke aanwijzing dat voersamenstelling een rol speelt bij het optreden van schuimvorming in de mestkelder:
Op 6 van de 9 melkveebedrijven met schuimvorming in de mestkelder was het zetmeelgehalte in het rantsoen lager dan op de 3 bedrijven zonder schuimvorming. Het lagere zetmeelgehalte in de rantsoenen op die bedrijven kon worden toegeschreven aan een hogere graskuil:snijmaïskuil verhouding ten opzichte van de bedrijven zonder schuimvorming. Het lagere zetmeelgehalte in de rantsoenen op de bedrijven met schuimvorming in de mestkelder weerspiegelde zich ook in een lager zetmeelgehalte in verse stalmest ten opzichte van de bedrijven zonder schuimvorming. Op de meeste bedrijven kon in de mengmest uit de put geen zetmeel worden aangetoond.
Ook op de rosébedrijven kon geen verband worden aangetoond tussen voer- of mestsamenstelling en schuimvorming.
Onze resultaten komen overeen met resultaten van onderzoek naar de schuimvorming in slibgistingstanks (van Voorthuizen et al., 2010). Ook daar kon geen verband worden aangetoond tussen chemische samenstelling en schuimvorming. Mogelijk kan de conclusie van dat onderzoek worden doorgetrokken naar ons onderzoek, namelijk dat de schuimvorming in stand wordt gehouden door de groei van draadvormende bacteriën. Het blijft daarbij onduidelijk waarom sommige bedrijven wel besmet raken met dergelijke micro-organismen en andere niet. Indien draadvormers inderdaad een rol spelen zou regelmatige behandeling van aluminiumzout de schuimvorming kunnen bestrijden. Aluminiumzout wordt ook gebruikt ter bestrijding van schuimvorming in slibgistingstanks.