Herma heeft de hele regelbrij overzichtelijk op een rij gezet:
Vanaf 1 januari 2015 geldt voor de Nederlandse melkveehouderij de wet verantwoorde groei melkveehouderij. Daarin staat feitelijk dat het verboden is om met melkvee fosfaat te produceren, tenzij er aan een bepaalde voorwaarden wordt voldaan. Die voorwaarde was 100 procent van de mest laten verwerken.
De melkveehouders die meteen met deze wetgeving aan de slag zijn gegaan en kunnen aantonen dat ze voor 30 maart 2015 financiële verplichtingen zijn aangegaan mogen de komende vijf jaar het overschot met 100 procent verwerken. Het bewijs daarvan moet op 1 februari 2016 bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) binnen zijn.
Meer: boerenbusiness.nl/melkmarkt/artikel/…
Deel ook jouw kennis en inzicht
De melkveehouderij staat bol van de ontwikkelingen. Elke dag worden er tientallen nieuwsberichten besproken en kennis gedeeld. Of je nu actief bijdraagt door foto's, video's, topics of reacties te plaatsen, of je zorgt er middels de stemknoppen voor dat de beste reactie naar boven borrelt.. Jouw kennis en inzicht m.b.t. de melkveehouderij kunnen deze site nét dat beetje beter maken. Maak ook een (gratis) account aan!
Laatste
Reacties
Om nou het pbl te citeren is nu ook niet zo'n sterk argument
Verlies van grond nog steeds compenseren
In het nieuwe wetvoorstel is uw melkveefosfaatoverschot van 2014 de referentie. Het fosfaatoverschot is het verschil tussen uw fosfaatproductie en uw plaatsingsruimte. Heeft u meer koeien, waardoor uw fosfaatoverschot hoger ligt? Dan dient u een deel te verwerken en te zorgen voor meer plaatsingsruimte, en dus grond. Heeft u nu minder grond dan in 2014? Dan dient u meer grond beschikbaar te hebben om hetzelfde aantal koeien te mogen houden. U dient deze daling in fosfaatruimte op dit moment voor 100% te compenseren. Dit kan problemen opleveren als uw plaatsingsruimte daalt door een ander bouwplan of een andere fosfaattoestanden van percelen. Indien het wetvoorstel niet wijzigt op dit punt zult u verlies van plaatsingsruimte moeten compenseren.
De positie van verpachters van losse grond wordt ijzersterk in de onderhandelingen over de pachtprijs
Is de veehouderij de grootste bron van fosfaatvervuiling van het oppervlaktewater of komt het vooral door kwel en rioolwaterzuiveringsinstallaties?
Ergernis over twijfels noodzaak mestbeleid
Boeren van de Nederlandse Melkveehouders Vakbond wantrouwen de Haagse departementen als het gaat om het mestbeleid. ,,Is de veehouderij eigenlijk wel de grootste vervuiler?”
Het mestbeleid staat weer eens in het brandpunt van de belangstelling.
Net voor de zomer becijferde het Centraal Bureau voor de Statistiek dat de melkveehouderij vorig jaar haar fosfaatplafond heeft overschreden.
De mest van de koeien bevatte 85,6 miljoen kilo fosfaat terwijl dat hooguit 84,9 miljoen kilo mag zijn. Dat is althans wat boerenorganisatie LTO en het ministerie van Economische Zaken overeengekomen zijn met de Europese Commissie. Als de Nederlandse veehouderij meer fosfaat produceert, dan dreigt de melkveehouderij haar uitzonderingspositie (derogatie) te verliezen om meer mest te mogen uitrijden over grasland dan elders in Europa.
De overschrijding van het mestplafond was voor staatssecretaris Sharon Dijksma (PvdA) aanleiding om in te grijpen, te meer omdat het aantal koeien dit jaar verder is toegenomen door het afschaffen van de melkquotering per 1 april. Ze wil alle melkveehouders een fosfaatquotum toebedelen en vervolgens een korting opleggen, zodat de sector weer onder haar fosfaatplafond komt. De Tweede Kamer belegt over deze gevoelige problematiek komende woensdag een hoorzitting.
Van Zonde die onrust, de veehouderij is echt op de goed weg
Op een bijeenkomst van de Nederlandse Melkveehouders Vakbond (NMV) in het Utrechtse Papekop mocht topambtenaar Wilbert Zeventer van het ministerie van Infrastructuur en Milieu nog eens uitleggen ,,waar we het allemaal ook al weer om doen.”
Van Zeventer: ,,Het gaat om de kwaliteit van water. En die is van een niet te onderschatten betekenis. Vervuild water heeft invloed op ons drinkwater, op de industrie, op natuur, recreatie en op de woonomgeving.” Te vaak hoort Van Zeventer: het moet van Europa! Bij boeren klinkt dat als verwijt en bij de politiek als een excuus. Maar volgens de topambtenaar is Europees waterbeleid ook voor Nederland van groot belang. ,,Het feit dat de kalilozingen in de Elzas beëindigd zijn heeft de waterkwaliteit in Nederland een impuls gegeven.”
Enkele aanwezigen trokken in twijfel of de veehouderij wel de belangrijkste veroorzaker is van de te hoge gehaltes fosfaat en stikstof (nitraat) in het oppervlaktewater. Er circuleert zelfs een complottheorie dat Nederland alleen de gegevens van de strengste meetmethode doorsluist naar Brussel.
Het wantrouwen werd nog eens gevoed door een onderzoek van landbouwjournaliste Geesje Rotgers naar de fosfaatbelasting van het oppervlaktewater. Ze had rapporten doorgespit en metingen geanalyseerd en was stomverbaasd dat de fosfaatbelasting van het oppervlaktewater in de extensieve veehouderijprovincies Noord- en Zuid-Holland circa vier keer groter is dan in Oost- en Zuid-Nederland met zijn vele koeien, varkens en kippen. Ze beweerde dat kwel en rioolwaterzuiveringsinstallaties blijkbaar een grotere invloed op het fosfaatgehalte hebben dan de veehouderij. Enkele aanwezige NMV’ers concludeerden hardop dat het mestbeleid blijkbaar bedoeld is om ,,ons het boeren geleidelijk aan onmogelijk te maken.”
Van Zeventer maakte echter gehakt van Rotgers’ onderzoek. En hij kreeg steun van de Wageningse wetenschapper Oscar Schoumans die stelde dat in het onderzoek appels met peren worden vergeleken. ,,En dat de fosfaatgehaltes in het westen hoger zijn is logisch. Dat zijn ze namelijk altijd in het einde van een stroomgebied.”
De ietwat geërgerde topambtenaar noemde de onrust zonde. ,,Want de trend van fosfaat- en stikstofvervuiling is dalende. De Nederlandse veehouderij is echt op de goede weg. In tegenstelling tot Duitsland en Frankrijk. Daar gaat de grondwaterkwaliteit achteruit. Brussel heeft de landen al op het matje geroepen en gezegd: u zult extra maatregelen moeten treffen.”
Het plafond is landelijk, dat is EZ met EC overeengekomen in de derogatiebeschikking. De 84,9 is wat de sectoren onderling hebben afgesproken binnen LTO en met zuivelketen. Van Brussel mag er best geschoven worden tussen sectoren.
Er is een reden dat het zo gekomen is, maar als je het vantevoren mocht bedenken zou je het niet zo doen